Zoekresultaten 35011-35020 van de 44778 resultaten
-
ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0930 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 817.2012
- Datum publicatie: 12-04-2013
- Datum uitspraak: 15-01-2013
- ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0930
Beslissing op verzet. In de inleidende klacht voert klager aan dat er nieuwe feiten en omstandigheden bekend zijn geworden die maken dat volgens hem de klacht opnieuw ter beoordeling aan de Kamer kan worden wordt voorgelegd. Volgens klager kan van een ”ne bis in idem” daarom geen sprake zijn. Klager beweert dat zijn verzetschrift met aanvullende stukken over zodanige nieuwe feiten en omstandigheden gaat, maar dat het verzet niet inhoudelijk door de Kamer is behandeld omdat het te laat was gedaan. De voorzitter heeft klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. De Kamer overweegt waarom zij het met de beslissing van de voorzitter eens is. Het verzet wordt ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2013:YG2836 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 248/2011
- Datum publicatie: 12-04-2013
- Datum uitspraak: 12-04-2013
- ECLI:NL:TGZRZWO:2013:YG2836
Klacht tegen gz-psycholoog. Klager is curator van zijn zus, psychiatrisch patiënte. Klacht gegrond met betrekking tot de vraag of verweerder voldoende zorgvuldig de wilsbekwaamheid van patiënte heeft vestgesteld. Voor al het overige ongegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0932 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 183.2012
- Datum publicatie: 12-04-2013
- Datum uitspraak: 19-02-2013
- ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0932
Klacht over kosten van betekening van het vonnis. De Kamer acht het niet terecht dat de gerechtsdeurwaarder de kosten van de betekening voor rekening van klager heeft gebracht, nu de betekening plaatsvond nadat een betalingsregeling was getroffen en nu geen sprake was van een verzuim in de nakoming daarvan. De Kamer beschouwt die kosten als nodeloos gemaakt. Klacht gegrond berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0931 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 944.2012
- Datum publicatie: 12-04-2013
- Datum uitspraak: 19-02-2012
- ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0931
Beslissing op verzet. Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij haar met oneigenlijke middelen onder druk zet en nodeloos kosten maakt. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0928 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 295.2012
- Datum publicatie: 12-04-2013
- Datum uitspraak: 15-01-2013
- ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0928
De klacht betreft het in rekening brengen van een te hoog bedrag aan informatiekosten bij de Kamer van Koophandel; het incasseren van te hoge bedragen bij de debiteur die niet geheel worden afgedragen aan de opdrachtgever, de structurele toepassing van deze handelwijze en de onjuiste communicatie daarover. De gerechtsdeurwaarders hebben niet aangegeven waarom het in dit geval gerechtvaardigd is dat aan de debiteur een hoger bedrag in rekening is gebracht. Dit valt dit niet te begrijpen en de klacht is op dit punt gegrond. Zoals door de Kamer al meermalen overwogen mag van zowel gerechtsdeurwaarders als van justitiabelen worden verwacht dat zij communiceren op een wijze die in het algemeen als passend en fatsoenlijk mag worden beschouwd. De door de gerechtsdeurwaarders in punt 4 van het verweerschrift weergegeven bewoordingen ‘onzinnig, absurd, belachelijk en ridicuul’ kunnen voormelde toets niet doorstaan. Een dergelijke reactie past professionals als de gerechtsdeurwaarders niet. De gerechtsdeurwaarders hadden dit kunnen en moeten beseffen, zodat ook dit klachtonderdeel terecht is voorgesteld. Omdat niet is gebleken dat sprake is van een vaste praktijk ten aanzien van de hoogte van de doorberekende kosten, ziet de Kamer af van het opleggen van een maatregel.
-
ECLI:NL:TADRARN:2013:YA4060 Raad van Discipline Arnhem 12-238
- Datum publicatie: 11-04-2013
- Datum uitspraak: 08-04-2013
- ECLI:NL:TADRARN:2013:YA4060
Bezwaar dat verweerders diensten van een derde hebben ingeroepen maar niet in hebben gestaan voor de aan haar toekomende vergoedingen en honoraria. Raad: gelet op alle onduidelijkheden is de deken te snel en te stellig geweest in zijn oordeel dat sprake is van aan die derde toekomende vergoedingen voor de betaling waarvan verweerders als haar opdrachtgever moeten instaan. Dekenbezwaar ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARN:2013:YA4061 Raad van Discipline Arnhem 12-237
- Datum publicatie: 11-04-2013
- Datum uitspraak: 08-04-2013
- ECLI:NL:TADRARN:2013:YA4061
Verwijt: openstaande declaraties van klaagster/ medisch adviseur niet voldoen. Niet gebleken dat de vrijwel allemaal op 28 mei 2009 gedateerde nota’s in door verweerster behandelde zaken eerder aan het kantoor c.q. verweerster zijn toegezonden en toen niet betaald zijn. Na vertrek van kantoor van klaagster ontvangen nota’s in de zaken die verweerster nog in behandeling had en had meegenomen naar haar nieuwe kantoor heeft zij getracht alsnog te verhalen en waar mogelijk reeds voldaan. Oordeel: verweerster treft geen verwijt. Ten aanzien van verweerder is de raad van oordeel dat in de relatie met klaagster als professionele opdrachtnemer hij van haar mocht verwachten dat zij steeds tijdig en deugdelijk gespecificeerd haar werkzaamheden zou declareren. Klaagster heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij dat heeft gedaan. Op grond van de thans beschikbare informatie kan niet worden vastgesteld of verweerder bedragen aan klaagster verschuldigd is. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2013:YG2829 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1283
- Datum publicatie: 11-04-2013
- Datum uitspraak: 11-04-2013
- ECLI:NL:TGZREIN:2013:YG2829
Arts, deskundig op het gebied van kindermishandeling en onderzoek daarvan, wordt verweten dat hij ernstig tekort geschoten is in het tot stand komen van een deugdelijke rapportage. Er is sprake van vergelijkbare klachten die hebben geleid tot een door het college in 2011 gegeven beslissing, waarbij verweerder de maatregel werd opgelegd van gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid zijn beroep uit te oefenen, te weten het schrijven van rapportages en/of adviezen voor de duur van een half jaar. Vast staat dat verweerder binnen twee maanden na het onherroepelijk worden van deze beslissing, het onderhavige dossieronderzoek heeft verricht en het rapport heeft opgesteld en uitgebracht. Doorhaling van de inschrijving in het register.
-
ECLI:NL:TADRARN:2013:YA4062 Raad van Discipline Arnhem 12-205
- Datum publicatie: 11-04-2013
- Datum uitspraak: 08-04-2013
- ECLI:NL:TADRARN:2013:YA4062
Klacht ziet in hoofdzaak op het niet willen treffen van een regeling met betrekking tot openstaande declaraties van klaagster, medisch adviseur in op kantoor van verweerders behandelde letselzaken. Klacht tegen maatschap ontvankelijk. Onderzoek naar de aard van de samenwerking tussen klaagster en het kantoor en de wijze waarop die samenwerking in de loop der jaren gestalte heeft gekregen heeft niet plaats gevonden hoewel daartoe gezien de aard en inhoud van de beschikbare informatie wel aanleiding bestond. De raad heeft niet kunnen vaststellen dat verweerder en de maatschap geen regeling met klaagster hebben willen treffen. Voor het treffen van een regeling zal echter eerst aannemelijk moeten zijn geworden dat verweerders enig bedrag aan klaagster verschuldigd zijn. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2833 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.405
- Datum publicatie: 11-04-2013
- Datum uitspraak: 11-04-2013
- ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2833
De klacht betreft de behandeling van de vader van klaagster, verder te noemen de patiënt. De klacht houdt, samengevat, in dat de arts, neuroloog, is tekortgeschoten in de zorg die hij jegens patiënt had behoren te betrachten door onder meerpatiënt uit het ziekenhuis te ontslaan en over te plaatsen naar een woonzorgcentrum. Patiënt is overleden. Klaagster heeft de volgende klachtonderdelen voorgelegd: 1. De arts heeft in zijn diagnostisch proces ten aanzien van patiënt onzorgvuldig gehandeld; 2. De arts heeft geen second opinion door een externe collega laten verrichten; 3. De arts heeft het verzoek van klaagster om een second opinion niet serieus genomen; 4. De arts heeft na de uitslag van het ANA-onderzoek op 12 april 2005 geen vervolgonderzoeklaten verrichten; 5. De arts heeft a) een psychogene oorzaak van de klachten van patiënt verondersteld b) zonder daarover een specialist, zoals een psychiater te raadplegen; 6. De arts heeft de klachten van patiënt niet serieus genomen; 7. De arts heeft als hoofdbehandelaar geen samenhangende zorg ten aanzien van patiënt verleend; 8. De arts heeft a) onjuiste en onvolledige informatie aan de verpleegkundigen verstrekt en bovendien b) geen zicht gehouden op deze door hem gegeven instructies; 9. De arts heeft onzorgvuldig gehandeld door a) de beslissing te nemen patiënt over te plaatsen en bovendien hem b) naar de gekozen instelling over te plaatsen; 10. De arts heeft a) onjuiste en onvolledige informatie aan de instelling verstrekt en bovendien b) geen zicht op de gegeven instructies gehouden. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt de klacht op al haar onderdelen, met uitzondering van klachtonderdeel 5, gegrond en legt de arts de maatregel van een waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het door de arts ingestelde principale appel op alle klachtonderdelen gegrond. Het door klaagster ingestelde incidentele appel wordt verworpen.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 3501
- Pagina: 3502
- Pagina: 3503
- ...
- Pagina: 4478
- Volgende pagina zoekresultaten