Zoekresultaten 1-3 van de 3 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:3 Hof van Discipline 's Gravenhage 240055 240058D

    In deze zaken gaat het om de klacht van klager en het dekenbezwaar van de deken, die er in de kern op neerkomen dat verweerder voortdurend nalaat adequaat te reageren op e-mails en verzoeken die hij als advocaat ontving. Net als de raad acht het hof zowel de klacht als het dekenbezwaar gegrond. Door de raad is aan verweerder de maatregel van schrapping opgelegd. Verweerder richt zijn hoger beroep met name tegen deze opgelegde maatregel. Gelet op de feiten en omstandigheden zoals die in hoger beroep zijn komen vast te staan, oordeelt het hof dat met een langdurige schorsing kan worden volstaan.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:111 Hof van Discipline 's Gravenhage 220255D

    Bekrachtiging beslissing raad. Niet voldaan aan herhaalde verzoeken tot het doen van CCV-opgave 2021 en evenmin aan verzoeken tot aanleveren van financiële kengetallen over 2020 (en vergelijkende cijfers over 2019). Berisping en voorwaardelijke boete van € 2.500,- die verschuldigd is als verweerder binnen vier weken aan de deken de gevraagde informatie heeft verstrekt.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2022:155 Raad van Discipline Amsterdam 22-319/A/A/D

    Gegrond dekenbezwaar. Verweerder heeft niet voldaan aan de herhaalde verzoeken van de deken tot het doen van de CCV-opgave over het jaar 2021 en het eveneens niet te voldoen aan de verzoeken tot het aanleveren van de financiële kengetallen over 2020 (en de vergelijkende cijfers over 2019). Op verweerder rust de betamelijkheidsverplichting de CCV-opgave tijdig te doen (zie ook beslissing van de raad van 28 oktober 2016, ECLI:NL:TADRAMS:2016:216). Daarnaast staat met de beslissing van het Hof van Discipline van 15 november 2021 (ECLI:NL:TAHVD:2021:214) verweerders verplichting de kengetallen aan te leveren vast. De raad komt tot de slotsom dat verweerder door niet te voldoen aan de CCV-opgave en aan de uitvraag van de kengetallen in strijd met de betamelijkheid als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet en gedragsregel 29 heeft gehandeld. De raad ziet in de gegeven omstandigheden aanleiding verweerder een voorwaardelijke boete op te leggen van € 2.500,- en daarbij te bepalen dat deze boete verschuldigd is indien hij niet uiterlijk vier weken na het onherroepelijk worden van deze beslissing aan de deken de gevraagde informatie heeft verstrekt. Daarnaast ziet de raad aanleiding verweerder een onvoorwaardelijke maatregel op te leggen. Gelet op de ernst van de aan verweerder gemaakte verwijten en zijn antecedentenlijst, acht de raad de maatregel van berisping passend en geboden.