Zoekresultaten 831-840 van de 886 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0951 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.173

    Klager was verwikkeld in een gerechtelijke procedure met zijn voormalige partner over de omgangsregeling met hun dochter. Op verzoek van de advocaat van de ex-partner heeft de psychiatrisch verpleegkundige, die optrad als persoonlijke begeleider van die partner, een commentaar opgesteld. Dat is ingebracht in de procedure. Klager verwijt de verpleegkundige het volgende: 1) verpleegkundigen dienen zich te onthouden van het geven van commentaar op processtukken in procedures, waarbij zij niet zelf betrokken zijn. De verpleegkundige heeft die regel geschonden. 2) de verpleegkundige schetst in zijn commentaar een zeer negatief beeld van klager (drugsverslaafd, psychiatrisch toestandsbeeld, intimiderend, bedreigend en allesbepalend), waarbij hij zich louter baseert op uitspraken van de ex-partner. 3) De verpleegkundige doet de negatieve uitlatingen over klager zonder hem persoonlijk te kennen; hij heeft hem slechts één keer ontmoet. Het RTG oordeelt de klachtonderdelen 1 en 2 gegrond en laat klachtonderdeel 3 buiten beschouwing. Voorts legt het RTG de verpleegkundige de maatregel van berisping op en gelast de publicatie. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de verpleegkundige en gelast eveneens de publicatie.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0935 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/220

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0943 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/047P

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0937 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/047

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0944 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/220P

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0932 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2009/01

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0923 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.098

    "Geen aanwijzingen dat de sectio bij de tweelingzwangerschap te laat is gepland. De arts mocht afgaan op de informatie van de CTG-registratie hetgeen geen aanleiding gaf tot acuut ingrijpen. Dat in de tijd tussen het afkoppelen van het CTG en de sectio geen registratie meer is uitgevoerd is niet verwijtbaar. Er was geen aanleiding om langer te registreren. Van verwijtbaar handelen van de arts is niet gebleken. Geen tuchtrechtelijk verwijt, klachten ongegrond."

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0901 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/218T

    09/218T: Klager verwijt de tandarts onder andere dat deze onzorgvuldig heeft gehandeld bij het plaatsen van een kroon, zijn pijnklachten niet serieus heeft genomen en klager ten onrechte niet heeft verwezen naar de kaakchirurg. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0830 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1022a

    Klager verwijt verweerder onverantwoord handelen en dat pas in januari 2009 is onderkend dat op 17 november 2008 sprake is geweest van een herseninfarct. Het college stelt voorop dat verweerder gebonden is aan de binnen de PI geldende voorschriften en klager bekend was met een uitgebreide psychiatrische voorgeschiedenis en langdurig polydrugsgebruik. Verweerder had beter zelf lichamelijk onderzoek kunnen verrichten. Door de conclusies van verschillende specialisten is verweerder geruime tijd op het verkeerde been blijven staan. Dit kan hem, gelet op de door hem verleende zorg en het feit dat een herseninfarct bij een 21-jarige jongeman niet aanstonds voor de hand ligt, tuchtrechtelijk niet verweten worden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0790 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 099

    Klaagster verwijt de tandarts dat zij een verrichting heeft uitgevoerd zonder toestemming van klaagster en voorts een behandeling waarom uitdrukkelijk was verzocht heeft nagelaten en dat zij aanvankelijk heeft geweigerd klaagster door te verwijzen naar de kaakchirurg. Ook verwijt klaagster de tandarts dat zij ondanks diverse verzoeken van klaagster zonder deugdelijke reden een gesprek heeft geweigerd en zonder voldoende gewichtige redenen eenzijdig de behandelingsovereenkomst heeft opgezegd. Het College acht een klachtonderdeel gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.