Zoekresultaten 821-830 van de 867 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0790 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 099

    Klaagster verwijt de tandarts dat zij een verrichting heeft uitgevoerd zonder toestemming van klaagster en voorts een behandeling waarom uitdrukkelijk was verzocht heeft nagelaten en dat zij aanvankelijk heeft geweigerd klaagster door te verwijzen naar de kaakchirurg. Ook verwijt klaagster de tandarts dat zij ondanks diverse verzoeken van klaagster zonder deugdelijke reden een gesprek heeft geweigerd en zonder voldoende gewichtige redenen eenzijdig de behandelingsovereenkomst heeft opgezegd. Het College acht een klachtonderdeel gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0735 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen 09205a

    Klaagster verwijt verweerder dat hij haar echtgenoot (patiënt) Requip bleef voorschrijven, wetende van de ernstige vaatproblematiek en de antihypertensiva, ondanks meerdere TIA’s, patiënt niet heeft doorverwezen naar een vaatchirurg, bij de neuroloog naar wie hij had verwezen niet heeft aangedrongen op bespoediging van het eerste consult en zijn fout niet heeft erkend. Het college is van oordeel dat verweerder uitgaande van de diagnose Parkinson Requip mocht voorschrijven. Geen contra-indicaties voor anti-hypertensiva. De indicatiestelling voor een operatie bestond niet voordat de TIA in het linker mediagebied zich voordeed. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0729 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09205b

    Klaagster verwijt verweerder dat hij op basis van telefonisch overleg met en een brief van de neuroloog van haar echtgenoot (patiënt) de casus heeft beoordeeld zonder patiënt zelf te zien en te onderzoeken, niet heeft aangedrongen op spoedige consultatie van een vaatchirurg, patiënt eerst na zes weken heeft willen ontvangen, niet bereid was anders dan door tussenkomst van de neuroloog het eerste consult te vervroegen, zijn fout niet heeft erkend. Het college is van oordeel dat verweerder vanaf het moment dat hij op de hoogte was van de situatie waarin patiënt verkeerde, had te beoordelen met welke mate van spoed patiënt door hem diende te worden gezien. Op basis van de TIA’s van de rechter hemisfeer was geen verwijzing naar een vaatchirurg geïndiceerd. Ook geen andere grond voor een (spoed)verwijzing. Eerst onderzoek niet verwijtbaar. Termijn waarbinnen verweerder patiënt heeft gezien, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0694 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 030

    Klaagster verwijt de psychiater dat hij een onjuist medicatiebeleid heeft gevoerd en voorts onbereikbaar was. De psychiater heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College oordeelt dat de klacht deels slaagt en legt de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0693 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/188 t/m c2009/217

    Tandarts. Dertig voormalige patiënten hebben gezamenlijk een klacht ingediend tegen een tandarts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten van tien klagers behandeld ter openbare terechtzitting, en in een gezamenlijk gegeven beslissing deels gegrond en deels ongegrond verklaard en de tandarts berispt. De tandarts is van deze beslissing in beroep gekomen. De klachten van de overige twintig klagers zijn door het Regionaal Tuchtcollege in raadkamer behandeld en in een eveneens gezamenlijk gegeven beslissing ongegrond verklaard. De desbetreffende klagers zijn van deze beslissing in beroep gekomen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep tegen beide beslissingen gevoegd behandeld en geoordeeld dat één klager in het beroep niet-ontvankelijk is en dat zowel het beroep van de tandarts als van de overige klagers deels slaagt en deels wordt verworpen. Het Centraal Tuchtcollege heeft overwogen alles overziende van oordeel te zijn dat de tandarts ten aanzien van de behandeling van een aantal klagers een ernstig tuchtrechtelijk verwijt moet worden gemaakt en voor alle zaken waarin de klacht geheel of ten dele gegrond is verklaard aan de tandarts de maatregel op van schorsing van de inschrijving in het BIG register voor de duur van drie maanden opgelegd. Voor het overige wordt verwezen nar de uitgebreid gemotiveerde beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0682 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/162

    Klager maakt GZ psycholoog in een uit elf onderdelen bestaande klacht verwijten over uitgebrachte rapportage. Kern van het verwijt van klager is dat gerapporteerd is naar aanleiding van een externe hulpvraag en dat ten onrechte niet is ingegaan op het verzoek van klager om de rapportage te blokkeren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt in beroep het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege. Beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0667 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09210b

    Klaagster verwijt verweerder dat hij haar klachten niet serieus nam, haar zonder onderzoek naar huis heeft gestuurd, haar geen antibiotica heeft voorgeschreven en gezegd heeft dat ze pas maandag terug kon komen. Verweerder heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Niet is gebleken dat verweerder de klachten van klaagster niet serieus heeft genomen. Naar het oordeel van het college waren er geen aanwijzingen, zoals koorts, dat het om meer dan normale nabezwaren na een extractie ging. Niet verwijtbaar dat verweerder geen antibiotica heeft voorgeschreven. Het ware beter geweest als verweerder klaagster had verteld waar zij terecht zou kunnen tijdens het weekeinde indien de pijn zou aanhouden of verergeren. Dit is echter onvoldoende voor een tuchtrechtelijk verwijt. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0666 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09210a

    Klaagster verwijt verweerder dat hij haar ervan heeft overtuigd dat haar verstandskiezen verwijderd moesten worden, terwijl klaagster dat niet wilde en zij geen klachten had, onzorgvuldige verwijdering van de tweede verstandskies, waarbij verweerder is uitgeschoten, waarna een ernstige infectie is opgetreden, dat hij vooraf geen contact heeft opgenomen met een kaakchirurg en geen antibiotica heeft voorgeschreven. Verweerder heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerder terecht is gekomen tot zijn advies om beide elementen te verwijderen. Verweerder mocht dit zelf doen. Niet is gebleken dat verweerder onzorgvuldig heeft gehandeld. De infectie betreft een zeldzame complicatie. Nu niet is gebleken of aannemelijk geworden dat verweerder bij het uitschieten van de hevel iets heeft beschadigd, behoefde verweerder ook geen antibiotica voor te schrijven. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0660 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 060/2010

    Klager verwijt Verweerder, huisarts, dat die zich tegenover klager, die mede met het gezag over zijn 13 jarige gehandicapte dochter is belast, ten onrechte heeft beroepen op zijn beroepsgeheim mbt informatie over de dochter die door verweerder aan de moeder is verstrekt. Tevens klacht over de inhoud van de verklaring die verweerder heeft afgelegd tegenover de raad voor de kinderbescherming en over het feit dat verweerder klagers dochter, zonder hem te informeren en zonder dat toestemming is verleend, heeft doorverwezen naar de gynaecoloog voor sterilisatie. Klachten gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0654 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/307GZP

    Klaagster verwijt de Gz-psycholoog –kort samengevat- dat zij in civiele uitspraken allerlei uitspraken over klaagster en haar familie heeft gedaan zonder haar en haar familie te hebben gezien en gesproken. De gezondheidspsycholoog heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft het verweer dat zij niet als psycholoog had gehandeld verworpen. Het college achtte klaagster (alleen) ontvankelijk in haar bij klaagschrift geformuleerde klachten en heeft de Gz-psycholoog de maatregel van een berisping opgelegd. Het college oordeelde dat de Gz-psycholoog niet had gehandeld conform de bepalingen (III.1.1.2;III.2.3.5; III3.2.22; III.4.3.6 en III.3.3.16) in de beroepscode van het NIP.