Zoekresultaten 25351-25360 van de 44966 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:6 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-196/DB/l/D

    Advocaat is ondanks diverse verzoeken en aanmaningen, in gebreke gebleven de hoofdelijke omslag van de plaatselijke orde van advocaten te voldoen. Bezwaar gegrond; enkele waarschuwing. Bepaald dat de advocaat - een gedeelte - van de kosten, bedoeld in artikel 48, zesde lid, tweede gedeelte, Advocatenwet, begroot op € 600,- vergoedt aan de Nederlandse Orde van Advocaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:3 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.404

    Voor zover de gz-psycholoog aanvoert dat klaagster niet kan worden ontvangen in haar beroep, omdat zij enkel haar klacht heeft herhaald, overweegt het Centraal Tuchtcollege dat klaagster heeft beoogd de drie klachtonderdelen in hoger beroep in volle omvang aan de orde te stellen. In die zin, zo begrijpt het Centraal Tuchtcollege, heeft klaagster haar gronden gericht tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege, zodat zij in haar beroep kan worden ontvangen. Voor het overige heeft de behandeling van de zaak in hoger beroep het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep in zoverre moet worden verworpen. Korte geanonimiseerde samenvatting van de zaak, zoals steeds per zaak te vinden is op de site www.tuchtrecht.nl

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:13 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.155

    Klager verwijt de huisarts dat 1) hij zonder zijn toestemming bij GGZ Drenthe de indruk heeft gewekt dat hij onderzocht mocht worden 2) hij hem niet heeft ingelicht over de inhoud van de verwijsbrief, over het verborgen onderzoek waarmee de GGZ Drenthe bezig was en waarover hij – zonder klagers toestemming – geconsulteerd werd 3) dat deze hele gang van zaken een averechts effect heeft op zijn herstel. Dat verweerder dit toelaat c.q. veroorzaakt, verwijt klager hem. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Tijdens de mondelinge behandeling ter zitting in hoger beroep heeft klager zijn standpunten nader toegelicht aan de hand van een notitie met als titel “Zittingsnotitie met het verzoek om wraking met prejudiciële vragen”. N u klager geen feiten en/of omstandigheden noemt op grond waarvan de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden en die feiten en/of omstandigheden ook niet anderszins zijn gebleken, ziet het Centraal Tuchtcollege aanleiding om “het verzoek om wraking met prejudiciële vragen” buiten behandeling te laten. Ten aanzien van de door klager tegen de huisarts ingediende klacht, heeft d e behandeling van de zaak in hoger beroep het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:20 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.186

    Klacht tegen internist betreffende de behandeling van de inmiddels overleden echtgenote en moeder van klagers. Klagers verwijten de internist dat hij zonder de toestand van patiënte te hebben beoordeeld, heeft verordonneerd dat de overplaatsing van patiënte van de IC-afdeling naar de afdeling Longverpleegkunde doorgang zou moeten vinden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:7 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-256/DB/ZWB

    Een cliënt dient erop te kunnen vertrouwen dat een advocaat zijn of haar zaak met voortvarendheid aanpakt. Door gedurende anderhalf jaar herhaalde toezeggingen niet na te komen is het vertrouwen in de advocatuur geschaad, wat de advocaat tuchtrechtelijke ernstig valt aan te rekenen. Het niet voortvarend reageren op een verzoek van de opvolgende advocaat om het dossier over te dragen valt een advocaat eveneens tuchtrechtelijk aan te rekenen. Dit geldt des temeer nu de advocaat reeds anderhalf jaar niets aan de zaak van klaagster had gedaan. Klacht gegrond, schorsing 6 weken

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:4 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.414

    Klacht tegen een internist. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in de klacht aangezien gebleken is dat de echtgenote van patiënt, wijlen klaagsters vader, over wiens behandeling klaagster klaagt, niet instemt met het indienen van de klacht. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het Regionaal Tuchtcollege klaagster terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in de klacht. Het beroep van klaagster wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:14 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.177

    Klacht tegen arts verbonden aan het team Jeugdgezondheidszorg van de GGD. Klager verwijt verweerster onzorgvuldig handelen bij het doen van een zorgmelding bij Vangnet Jeugd over de zoon van klager. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af en het beroep van klager wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:10 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-267/DB/OB

    Voldoende aannemelijk gemaakt dat in de periode na de goedkeuring van de conceptdagvaarding onderhandelingen met de wederpartij zijn gevoerd om de zaak in der minne te regelen, Daarnaast is een periode van een half jaar niet dusdanig lang, dat daarvan een tuchtrechtelijk verwijt gemaakt kan worden. Onder voormelde omstandigheden kan niet worden vastgesteld dat de zaak onvoldoende voortvarend is aangepakt. Een advocaat behoort zijn cliënt vooraf te informeren over de kosten van het uitbrengen van een dagvaarding en om hem op de hoogte te houden van het al dan niet uitbrengen van de dagvaarding. Klacht (gedeeltelijk) gerond; enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:1 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-664/DB/LI

    Verweerder oefende op het moment van indiening van de klacht al meer dan drie jaar geen praktijk als advocaat meer uit. Klacht niet-ontvankelijk ex art. 469 lid 19

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-060

    Klacht tegen een verzekeringsarts (BMA-arts). Onvoldoende deskundigheid, onvoldoende onderzoek en onjuiste rapportages in kader van advies aan IND over uitstel voor vertrek klager uit Nederland na afwijzing verblijfsvergunning. Art. 64 Vreemdelingenwet 2000. Protocol Bureau Medische Advisering van de IND oktober 2010. Medische noodsituatie. Vereisten rapportage. Mogelijke alternatieve medicatie in Armenië. Brief behandelend arts over voorkeur voor bepaalde medicatie. Oordeel: geen aanwijzingen voor ondeskundigheid en navraag bij specialist gedaan. Handelwijze in overeenstemming met de normen. Ook geen aanwijzing dat alternatieve medicatie onvoldoende effectief zal zijn; dus geen “gerede twijfel” over effectiviteit dat noopte tot nader onderzoek. Klacht afgewezen.