Zoekresultaten 25321-25330 van de 44971 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:30 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.063

    Klacht tegen arts: De werkgever van klager heeft verweerder, arts, verzocht klager aan een bedrijfsgeneeskundig onderzoek te onderwerpen, daarbij gebruikmakend van de diensten van een door de werkgever aangewezen samenwerkingsverband op het vlak van psychiatrische en neuropsychologische aandoeningen. Klager verwijt verweerder, kort gezegd, dat hij: 1. Zonder zelf een diagnose te stellen aan voornoemd samenwerkingsverband opdracht heeft gegeven tot het instellen van een neuropsychologisch onderzoek; 2. Het verzet van klager tegen de overdracht van het dossier van klager aan de arbodienst niet heeft gehonoreerd; 3. Het blokkeringsrecht van klager niet heeft gehonoreerd; 4. Nadat hij niet meer als bedrijfsarts van klager fungeerde het dossier is gaan ordenen, waardoor dit minder toegankelijk is geworden en deels is vernietigd. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:24 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.052

    Klager verwijt de cardioloog: 1. een gebrek aan communicatieve- en luistervaardigheden; 2. dat hij heeft nagelaten om klager op begrijpelijke wijze te informeren over de beweegredenen en achtergronden voor het plaatsen van een ICD en over de gevolgen daarvan; 3. dat hij heeft nagelaten om de huisarts te informeren over de gewijzigde en nieuwe cardiologische situatie van klager; 4. het stellen dat klager verweerder maar blindelings moet vertrouwen en 5. het onrechtmatig weigeren om klager verder te behandelen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:37 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.446

    Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij in een eerdere tuchtrechtelijke procedure meinedige verklaringen heeft afgelegd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat ‘liegen bij het Tuchtcollege’ niet valt onder een van de tuchtnormen en klaagster in haar klacht niet-ontvankelijk verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat een arts die in een tuchtrechtelijk procedure opzettelijk in strijd met de waarheid een verklaring aflegt, handelt in strijd met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg (artikel 47 lid 1 onder b Wet BIG). Of de verklaring onder ede is afgelegd, is daarvoor niet bepalend. Klaagster is daarom ontvankelijk in haar klacht.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:31 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.141

    Klacht tegen psychiater: De klacht heeft betrekking op de door de psychiater over klager opgestelde rapportage. Klager was werkzaam als beleidsmedewerker en is arbeidsongeschikt geraakt i.v.m. psychische klachten. Verweerder is als psychiater verbonden aan een landelijk samenwerkingsverband gespecialiseerd op het gebied van psychiatrische expertise, diagnostiek en neuropsychologisch onderzoek. In het kader van de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van klager heeft de bedrijfsarts dit samenwerkingsverband verzocht om psychiatrisch onderzoek. Verweerder heeft het onderzoek gecoördineerd en gedeeltelijk zelf verricht. In de rapportage is de diagnose trauma capitis gesteld. Klager verwijt verweerder: 1) dat hij zijn oren heeft laten hangen naar de door de bedrijfsarts gegeven opdracht en niet heeft willen luisteren naar diagnoses door de reguliere gezondheidszorg; 2) dat hij niet voor opdracht aan de psychiater/neuropsycholoog zelf een goede diagnose heeft gesteld; 3) dat hij de opdracht niet heeft teruggegeven aan de bedrijfsarts en deze erop had moeten wijzen dat alleen testen van hersenletsel niet mogelijk is; 4) met zijn rapport een schijnwerkelijkheid heeft gecreëerd die betrokkene had kunnen schaden; 5) dat hij ten onrechte het blokkeringsrecht niet heeft erkend; 6) dat hij het inzage- en correctierecht voor klager geblokkeerd heeft naar de neuropsycholoog. Klager stelt daartoe onder meer dat door de reguliere gezondheidszorg de diagnose insomnie en burn-out is gesteld. Zijn werkgever heeft klager gedwongen tot het ondergaan van een onderzoek gericht op hersenletsel dat klager in een ver verleden bij de beide ongevallen zou hebben opgelopen. Met de diagnose trauma capitis kon de werkgever klager mogelijk ontslaan (ongeschiktheid door ziekte voor aanvang dienstverband), terwijl dat niet het geval is bij insomnie en burn-out. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:25 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.104

    Klaagster verwijt de cardioloog, voor zover hier van belang, dat hij patiënt naar huis heeft gestuurd en dat het aan zijn handelswijze (het indienen van een onvolledige onderzoeksaanvraag) is te wijten dat de onverwachtse bevindingen bij het nucleaire onderzoek niet als alarmerend zijn herkend en patiënt niet is opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat deze klacht gegrond is en heeft de cardioloog de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege acht het aannemelijk dat de cardioloog de op het aanvraagformulier ontbrekende gegevens voorafgaand aan het nucleair onderzoek tijdig aan de nucleair geneeskundige heeft verstrekt. De cardioloog kan daarom evenmin worden verweten dat patiënt na het nucleair onderzoek en het Holter-onderzoek niet is opgenomen, nu hij de verslaglegging terzake eerst na het overlijden van patiënt heeft ontvangen. De beslissing waarvan hoger beroep wordt vernietigd en de inleidende klacht van klaagster wordt alsnog ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:38 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.398

    Klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft een circumcisie uitgevoerd bij de zoon van klager. Na vier jaar wordt door een uroloog een hersteloperatie uitgevoerd. Klager verwijt de huisarts dat hij de circumcisie niet juist heeft uitgevoerd en dat daardoor klachten zijn ontstaan. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:32 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.487 en C2014.488

    Klacht tegen bedrijfsarts: De klacht heeft betrekking op het handelen van verweerster, bedrijfsarts, rondom het in verband met psychische klachten uitvallen van klager, welk uitvallen uiteindelijk tot zijn ontslag heeft geleid. Klager verwijt verweerster dat zij: 1. Haar zorgplicht heeft geschonden. Gelet op de geestelijke toestand van klager kon van hem niet verwacht worden dat hij zich ziek zou melden. Verweerster had op basis van persoonlijke observatie aldus moeten concluderen en daarnaar handelen; 2. Haar beroepsgeheim heeft geschonden, onder andere door te spreken met de manager van klager; 3. Een brief verkeerd heeft gedateerd; 4. Klager geen inzage heeft gegeven in zijn volledig medisch dossier en voorts dat verweerster informatie uit het dossier heeft verwijderd. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:26 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.150

    Klacht tegen fysiotherapeut : Klaagster is in behandeling bij de aangeklaagde fysiotherapeut gekomen in verband met nekklachten die waren ontstaan na een aanrijding. Gedurende de vakantie van de fysiotherapeut is klaagster behandeld door zijn waarneemster. Klaagster verwijt de fysiotherapeut dat hij zich tijdens zijn vakantie door een niet gespecialiseerd/gediplomeerd fysiotherapeut heeft laten vervangen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:33 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.489 en c2014.490

    Klacht tegen bedrijfsarts: De klacht heeft betrekking op het handelen van verweerder, bedrijfsarts, rondom het in verband met psychische klachten uitvallen van klager, welk uitvallen uiteindelijk tot zijn ontslag heeft geleid. Klager verwijt verweerder dat hij: 1. Zijn zorgplicht heeft geschonden. Gelet op de geestelijke toestand van klager kon van hem niet verwacht worden dat hij zich ziek zou melden. Verweerder had op basis van persoonlijke observatie aldus moeten concluderen en daarnaar handelen; 2. Zijn beroepsgeheim heeft geschonden, onder andere door te spreken met de manager van klager; 3. Een brief verkeerd heeft gedateerd; 4. Klager geen inzage heeft gegeven in zijn volledig medisch dossier en voorts dat verweerder informatie uit het dossier heeft verwijderd. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:27 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.163

    De klacht is gericht tegen een bedrijfsarts. Het betreft arbeidsongeschiktheid/arbeidsconflict. Klaagster is in dienst geweest bij de regiopolitie. De regiopolitie heeft een contract met de Arbo Unie. Verweerder is als bedrijfsarts werkzaam bij Arbo en in die hoedanigheid heeft hij een behandelrelatie met klaagster gehad. De klacht houdt in dat verweerder, bedrijfsarts: 1) Zich niet onafhankelijk heeft opgesteld en meer oog heeft gehad voor de belangen van de werkgever dan voor haar belangen; 2) Door zijn handelen dan wel nalaten gedurende de verzuimbegeleiding in zijn zorgplicht ten aanzien van klaagster is tekort geschoten; 3) Op onzorgvuldige en summiere wijze verslaglegging heeft gedaan in het medisch dossier van klaagster; 4) Zijn beroepsgeheim heeft geschonden en zich daarnaast niet heeft beperkt tot het verstrekken van relevante medische informatie; 5) Niet dan wel onjuist de geldende richtlijnen van de NVAB heeft toegepast en in ieder geval niet heeft gemotiveerd waarom deze richtlijnen niet zijn gevolgd. Het RTG Amsterdam heeft de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Het CTG verwerpt het beroep.