Direct naar content

U bent hier:

  1. Home
  2. Zoeken
  3. Zoekresultaten
Sorteer op:
Aantal:

Zoekresultaten 23911-23920 van de 44966 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2015/171

    • Datum publicatie: 06-07-2016
    • Datum uitspraak: 06-07-2016
    • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:33

    Klaagster verwijt orthopeed partijdigheid en onzorgvuldigheid ten aanzien van zijn deskundigenrapportage. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:141 Raad van Discipline Amsterdam 16-189/A/A

    • Datum publicatie: 05-07-2016
    • Datum uitspraak: 28-06-2016
    • ECLI:NL:TADRAMS:2016:141

    Verzetbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:142 Raad van Discipline Amsterdam 16-051/A/A

    • Datum publicatie: 05-07-2016
    • Datum uitspraak: 28-06-2016
    • ECLI:NL:TADRAMS:2016:142

    Verzetbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2016/10

    • Datum publicatie: 05-07-2016
    • Datum uitspraak: 05-07-2016
    • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:37

    Klacht tegen huisarts wegens een onzorgvuldige omgang met het medisch dossier en de weigering het medisch dossier over te dragen aan een opvolgend huisarts. Deze stellingen zijn onjuist. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-032

    • Datum publicatie: 05-07-2016
    • Datum uitspraak: 05-07-2016
    • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:74

    Klacht tegen een huisarts. (1)Ooglidcorrectie onvoldoende voorbereid. Gegrond: Ooglidcorrectie mag bij klaagster vanwege haar pacemaker uitsluitend in het ziekenhuis plaatsvinden. Preoperatieve screening niet goed verlopen. Later ook geen gesprek geweest om klaagsters medische situatie goed in kaart te brengen terwijl dit wel had moeten gebeuren. Mede daardoor op de dag van de geplande ingreep niet onderkend dat klaagster bloedverdunners gebruikte en een pacemaker had. Operatie is niet doorgegaan. Gebruik van medicatie voorafgaande aan de ingreep was dus onnodig. (2)Voorts onjuist advies gegeven over hervatting antistollingsmedicatie na ingreep en slecht gecommuniceerd. Gegrond: Arts was verantwoordelijk voor afstemming met cardioloog en trombosedienst. Overleg heeft niet plaatsgevonden. Arts had zijn advies niet kunnen geven. (3) Geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn eigen fouten door zich te verschuilen achter andere instanties. Gegrond: tegenstrijdige verklaringen afgelegd die bovendien getuigen van onjuiste opvatting omtrent professionele verantwoordelijkheid. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2015/85

    • Datum publicatie: 05-07-2016
    • Datum uitspraak: 05-07-2016
    • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:31

    Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt verweerster dat zij haar te laat heeft verwezen voor een longfoto vanwege haar hoestklachten. Hierdoor zou bij klaagster te laat longkanker zijn gediagnosticeerd. Verweerster heeft voldoende uiteengezet dat zij klaagster heeft verwezen voor een longfoto toen daar aanleiding toe bestond en dus niet te laat. Het college volgt verweerster hierin en verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:238 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.039

    • Datum publicatie: 05-07-2016
    • Datum uitspraak: 05-07-2016
    • ECLI:NL:TGZCTG:2016:238

    Klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat zijn in strijd heeft gehandeld met de zorg die van haar verwacht had mogen worden doordat zij klaagster in een hulpeloze toestand zou hebben gelaten door willens en wetens te weinig medicatie voor te schrijven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-269

    • Datum publicatie: 05-07-2016
    • Datum uitspraak: 05-07-2016
    • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:75

    Klacht tegen een huisarts. (1)Aan klager als gezaghebbende vader geen inzage in het dossier van zijn 9-jarige dochter verstrekt en ten onrechte bewijs van gezag gevraagd. Onduidelijk ook waarom de arts de toestemming van de moeder nodig had om het dossier aan klager te verstrekken. Deels gegrond: Bij twijfel heeft arts enig bewijs van gezag mogen vragen. In geval van gezamenlijk gezag hebben beide ouders evenveel recht op informatie over de behandeling en gezondheidstoestand van hun kind. Deze informatie (het dossier) is klager te lang onthouden. Vertraging door miscommunicatie overtuigt niet. Toestemming moeder voor verstrekking dossier aan klager was niet nodig. (2) Inhoud van het medisch dossier klopt niet, onder meer vermeldingen over klager. Ongegrond: Geen sprake van een tuchtrechtelijk verwijtbare ontoereikende dossiervoering. Wel was meer nuance in vastlegging persoonlijke standpunten beter geweest. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2015/161

    • Datum publicatie: 05-07-2016
    • Datum uitspraak: 05-07-2016
    • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:32

    Klacht tegen huisarts. Klaagster heeft door de apothekersassistente van de praktijk steelwratjes (fibroma pendulans) laten verwijderen. Zij bleek hier geen ervaring mee te hebben en heeft hiervoor een verkeerd middel gebruikt. Klaagster heeft hier veel pijn aan ondervonden, alsmede blijvende schade in de vorm van littekens. Verweerder heeft als gevolg van zijn onzorgvuldige praktijkvoering ten onrechte een behandeling laten uitvoeren door een medewerker die hiertoe noch bekwaam noch bevoegd was. Klacht gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2016:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 15/137

    • Datum publicatie: 05-07-2016
    • Datum uitspraak: 24-05-2016
    • ECLI:NL:TGZRAMS:2016:36

    Klacht tegen huisarts van dochter van (inmiddels overleden) vader. Volgens de dochter heeft de huisarts onzorgvuldig gehandeld in zijn laatste levensfase door onder meer zijn klachten niet serieus te nemen, geen juiste diagnose te stellen, haar vader niet tijdig door te verwijzen en bijna verkeerde medicijnen te verstrekken. Klaagster vindt verder dat de huisarts haar vader en haar familie onheus heeft bejegend. Ongegrond