Zoekresultaten 39901-39910 van de 42363 resultaten

  • ECLI:NL:TNOKZUT:2010:YC0558 Kamer van toezicht Zutphen 14/2009

    De klacht ziet op het geschil tussen de oud-notaris en zijn voormalige maat naar aanleiding van de melding dat zonder medeweten van de maat door de oud-notaris was getracht om van een derdengeldrekekening een bedrag van € 327.137,00 over te laten maken naar zijn privérekening, waardoor een negatief bewaringspositie zou ontstaan. Dat de oud-notaris een handeling heeft willen verrichten die derden had kunnen benadelen, wordt hem door de Kamer zeer zwaar aangerekend. Dat de overmaking feitelijk niet mogelijk was door het ontbreken van de handtekening van zijn compagnon, doet niet af aan zijn intentie. Hoewel de kamer het heel wel mogelijk acht dat de oud-notaris niet wist dat het om een derdengeldrekening ging, mag van een notaris worden verwacht dat hij zich voorafgaand aan dergelijke grote overboekingen, ervan vergewist welke rekening het betreft en in het geval van een derdengeldrekening, of de bewaringspositie de overmaking toelaat. Daarnaast is het op grond van de Wna niet toegestaan om een dergelijke overboeking rechtstreeks van een kwaliteitsrekening te verrichten. Niet aannemelijk is geworden dat hij opzettelijk geld van derden naar zijn privé-rekening heeft willen overboeken. In zoverre geen reden om te twijfelen aan de persoonlijke integriteit van de oud-notaris. Dit neemt niet weg dat de oud-notaris, hoewel in moeilijke omstandigheden verkerende, in plaats van de geëigende rechtsmaatregelen te nemen, is gaan handelen in strijd met de Wna en de te betrachten zorg jegens zijn cliënten. Hij heeft zich niet onthouden van de handelingen die het risico in zich dragen dat de hem toevertrouwde belangen van derden schaden en heeft daarmee zijn eigen belangen zwaarder laten wegen dat die van zijn cliënten en het imago van notariële onkreukbaarheid. Klacht gegrond onder oplegging van de tuchtmaatregel ontzetting uit het ambt.    

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0863 Raad van Discipline Amsterdam 10-006H

     Betrokkenheid van advocaat in privé bij het overleggen van een valse verklaring in rechte. Klacht gegrond. Voorwaardelijke schorsing 1 maand.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0864 Raad van Discipline Amsterdam 09-329U

     Klacht van derde wegens ongewenste wervingsacties. Klacht gegrond zonder oplegging van maatregel.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0865 Raad van Discipline Amsterdam 10-034U

    Klacht tegen advocaat van de wederpartij die een regeling in der minne zou hebben gefrustreerd en daardoor de wederpartij op hoge kosten zou hebben gejaagd. Verzet tegen beslissing voorzitter ongegrond.  

  • Een accountantsorganisatie (haar beleidsbepalers) en daaraan verbonden (externe) accountants die tezamen met een voormalige aan die organisatie verbonden (externe) accountant verantwoordelijk waren voor de controle van de jaarrekening van een onderneming, schenden hun geheimhoudingsverplichting als neergelegd in de Wta en de VGC niet, indien zij (in het kader van een tuchtprocedure) aan de vertrokken accountant inzage geven in het bij de accountantsorganisatie achtergebleven dossier van de betrokken onderneming over de boekjaren waarin deze accountant mede verantwoordelijkheid voor de controle droeg of indien zij met deze accountant over die jaren overleg voeren.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0442 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2008/305

     

  • ECLI:NL:TNOKZUT:2009:YC0559 Kamer van toezicht Zutphen 03/2009

    De klacht houdt in dat door (de medewerkers van ) notaris [1] en [2] onzorgvuldig en in strijd met de tuchtnormen is gehandeld. Klager heeft daarbij aangevoerd dat zijn belangen door het notariskantoor onvoldoende zijn behartigd, dat bij hem de schijn van enige partijdigheid jegens de koper is gewekt en dat de notarissen zijn destijds en thans geuite klachten hierover niet erg serieus lijken te nemen. Uit de stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is aangevoerd, volgt dat de door de klager geuite bezwaren voornamelijk betrekking hebben op notaris [1] en op de namens hem door de medewerkers van het notariskantoor verrichte werkzaamheden. De klacht blijkt niet te zijn gericht op daadwerkelijk door of namens notaris [2] uitgevoerde handelingen. Voor zover de klacht jegens hem is ingesteld, lijkt deze enkel te zijn gebaseerd op de vermelding van zijn naam als notaris waarvoor de akte van levering zou worden gepasseerd. Dit betekent dat de klacht jegens notaris [2] ongegrond voorkomt.   Klachtonderdeel 1 en 4: Door het notariskantoor is geen uitvoering gegeven aan de koopovereenkomst zoals deze door partijen was overeengekomen. Klager was daardoor genoodzaakt een advocaat in te schakelen. Door het notariskantoor is niet of te laat gereageerd op het schrijven van de advocaat van klager, zulks ter verkrijging van de waarborgsom. Dit onderdeel van de klacht heeft betrekking op de omstandigheid dat notaris [1] na het verstrijken van de uiterste datum, zoals deze door [advocaat klager] was gesteld, niet per omgaande tot uitbetaling van de waarborgsom is overgegaan, zoals in de koopovereenkomst was bepaald. Het moge zo zijn dat een notaris om redenen van zorgvuldigheid nagaat waarom een koper niet wenst af te nemen, alvorens de waarborgsom over te maken aan de verkoper, in dit geval was voor zodanig onderzoek voldoende tijd geweest gedurende de periode van acht dagen die [advocaat klager] de koper nog had gegeven om alsnog na te komen. De klacht is op dit onderdeel gegrond.   Klachtonderdeel 2: Met klager is geen communicatie onderhouden, zoals dit van een notaris mocht worden verwacht. Uit hetgeen bij de beoordeling van de vorige klachtonderdelen is overwogen volgt reeds dat de communicatie tussen het notariskantoor en klager meermalen te wensen heeft overgelaten. Een dergelijk gebrek aan communicatie komt voor rekening van [notaris 1]. De klacht zal op dit onderdeel eveneens gegrond worden verklaard. Klachtonderdeel 3: Het notariskantoor heeft de koopovereenkomst onvoldoende behandeld, in die zin dat de instemmingsverklaringen van de volmachtverleners en de bankgarantie niet (tijdig) zijn gevraagd. Weliswaar kan klager worden gevolgd in zijn standpunt dat het opstellen van de volmachten in een later stadium heeft plaatsgevonden dan mocht worden verwacht, maar nu niet is gebleken dat destijds op enig moment een eerdere passeerdatum dan eind februari 2009 aan de orde is geweest, voert het te ver om een en ander aan te merken als verwijtbare nalatigheid aan de zijde van [notaris 1]. Dit geldt ook voor de handelwijze van de notaris bij het verkrijgen van de bankgarantie. Dit onderdeel van de klacht zal daarom ongegrond worden verklaard.      

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0443 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/229F

     

  • ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0020 Accountantskamer Zwolle 10/254 Wtra AK

    Ook op een optreden als notulist tijdens een algemene vergadering van aandeelhouders is een accountant tuchtrechtelijk aan te spreken. Door in de notulen de chronologie van de gebeurtenissen onvoldoende nauwkeurig vast te leggen en onvoldoende zorgvuldig te formuleren heeft de accountant het fundamentele zorgvuldigheidsbeginsel geschonden. Geen aanleiding voor het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0440 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2009/08