Zoekresultaten 911-920 van de 2796 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2018:7 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2017/88

      Bepaalde nevenbetrekkingen van de notaris staan niet in het Register notariaat vermeld. Klager verzoekt de KNB om de notaris hier over aan te spreken. Notaris heeft (schijn van) samenwerking laten ontstaan (in strijd met artikel 4, zevende lid, van de Verordening interdisciplinaire samenwerking 2015) alsmede een nevenbetrekking niet doorgegeven waartoe hij gelet op artikel 11 Wna wel gehouden was. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:22 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/331999 KL RK 18-8

      Gelet op hetgeen door partijen over en weer is aangevoerd, komt de kamer tot het oordeel dat er voor de notaris voldoende aanleiding was om het Stappenplan te volgen.   In de eerste plaats was het de partner die contact opnam met de notaris voor het opmaken van onder meer een testament voor erflater. In de tweede plaats diende de fysieke gesteldheid van erflater aanleiding te zijn voor de notaris om verder onderzoek te doen. Erflater had enkele weken voorafgaand aan het opstellen van het samenlevingscontract en het testament een ernstig herseninfarct gehad. Erflater verbleef ten tijde van de bespreking op 11 januari 2016 in het ziekenhuis en is de dag vóór het passeren van de akten overgeplaatst naar een revalidatiekliniek. Erflater was ernstig beperkt in zijn communicatie en kon enkel met ‘ja’ of ‘nee’ antwoorden. Voorts zaten er tussen de eerste bespreking en het passeren van de akten negen dagen. Er was echter geen (medische) noodzaak om de akten snel te passeren. Er was dus voldoende tijd en gelegenheid voor de notaris om de wilsbekwaamheid van erflater nader te onderzoeken.   Gelet op het voorgaande komt de kamer tot het oordeel dat er voor de notaris aanleiding was om het Stappenplan te volgen. Dat zij dat ondanks voornoemde indicatoren niet heeft gedaan, maakt naar het oordeel van de kamer dat zij niet heeft gehandeld zoals dat van een redelijk handelende en redelijk bekwame notaris verwacht had mogen worden. De kamer acht de klacht daarom gegrond en legt de notaris de maatregel van waarschuwing op.   De kamer ziet aanleiding om de notaris, gelet op artikel 103b lid 1 sub a en b Wna en de tijdelijke richtlijn kostenveroordeling kamers voor het notariaat, een kostenveroordeling op te leggen.  

  • ECLI:NL:TNORAMS:2018:11 Kamer voor het notariaat Amsterdam 639105/NT 17-80

      Klacht deels gegrond, geen maatregel. Het behoort tot het gedrag van een behoorlijk handelend notaris om (tijdig) op brieven te reageren, ook indien hij niet inhoudelijk wenst in te gaan op de inhoud ervan.

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:21 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/329268 KL RK 17-184

      Klager verwijt de notaris dat hij de nalatenschap van moeder onvoldoende voortvarend afhandelt. Klager ontvangt geen reactie van de notaris en wordt doorlopend geconfronteerd met vertragingen en tegenwerkingen. Verder houdt de notaris, volgens klager ten onrechte, een bedrag in depot op zijn derdengeldenrekening totdat de nalatenschap van moeder is afgewikkeld. Voorts verwijt klager de notaris dat hij de reguliere mogelijkheden tot het indienen van klachten frustreert. Dit druist in tegen het rechtsgevoel van klager. Klager voelt zich verre van integer en met minachting door de notaris behandeld.   De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd en de kamer heeft de klacht op alle onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:19 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/326650/KL RK 17-142

      De kamer is verder van oordeel dat de notaris klaagster niet onnodig op kosten heeft gejaagd door zijn advies om de nalatenschap te verwerpen. Gelet op de tekst van het testament in samenhang met de feitelijke situatie is twijfel mogelijk over de vraag of klaagster erfgenaam van erflater is. Nu klaagster heeft aangegeven geen erfgenaam te willen zijn en het saldo van de nalatenschap negatief is, acht de kamer het een juist advies van de notaris om de nalatenschap zekerheidshalve te verwerpen. De keuze van klaagster om hierover aan een andere notaris advies te vragen, dient voor haar rekening te komen.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:20 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/328895/KL RK 17-175

      De kamer stelt vast dat enkele in de kavellijst vermelde opbrengsten van geveilde schilderijen, soms aanzienlijk, afwijken van de in de brief van [Y] Gerechtsdeurwaarders van 21 september 2016 vermelde opbrengsten. De kamer kan echter niet vaststellen waarin de oorzaak van deze verschillen in vermelde opbrengst is gelegen. De kamer dient in een tuchtprocedure te beoordelen of een notaris zijn handelen dan wel nalaten tuchtrechtelijk verweten kan worden. Hoewel de geconstateerde verschillen zeker vragen oproepen, kan aan het feit dat er verschillen zijn niet de conclusie worden verbonden dat de notaris onzorgvuldig heeft gehandeld.

  •   Met betrekking tot de echtscheidingsclausule onder K van het testament stelt de kamer vast dat dit een standaardbepaling in een testament betreft. De oud-notaris heeft ter zitting verklaard dat hij hierover niet expliciet met erflater heeft gesproken, omdat het destijds een gelukkig huwelijk betrof. Gezien de situatie ten tijde van het opmaken en passeren van het testament, heeft de oud-notaris naar het oordeel van de kamer niet onzorgvuldig gehandeld door deze standaardbepaling op te nemen in het testament en daaraan bij de bespreking geen bijzondere aandacht te besteden.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:18 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/325148/KL RK 17-111

      De notaris heeft ter zitting verklaard dat [B] de bijzondere voorwaarde in de onderhandse akte wenste. [B] wilde de akte pas naderhand ondertekenen, omdat ingevolge de bijzondere voorwaarde mevrouw [A] eerst een deel van de geldlening moest aflossen. Dit was de reden dat [B] niet bij de ondertekening aanwezig was en pas later de akte heeft ondertekend. De notaris heeft hieraan toegevoegd dat hij heeft geborgd dat het bedrag daadwerkelijk door mevrouw [A] werd betaald door die betaling via zijn kwaliteitsrekening te laten plaatsvinden en dat hij daarna de akte heeft doorgezonden naar [B]. De kamer acht de door de notaris geschetste gang van zaken niet ongebruikelijk en zeker niet illegaal. De notaris heeft terecht de regie gehouden over de betaling door mevrouw [A], waarna hij de akte ter ondertekening naar [B] heeft doorgestuurd.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:57 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/322240 KL RK 17-75 C/05/322241 KL RK 17-76

      De notaris had rekening moeten houden met de mogelijkheid dat klaagster oneigenlijk beïnvloed werd voor wat betreft de door haar gewenste wijziging in haar testament. Niet alleen omdat de gewenste wijziging in het testament een begunstiging inhield van de zoon van de hulp waarvan erflaatster in verregaande mate afhankelijk was, maar ook omdat deze begunstiging een aanmerkelijke verslechtering betekende voor de positie van de enige zoon en oorspronkelijk enige erfgenaam van erflaatster. De notaris heeft nagelaten haar afwegingen in dit verband op enigerlei wijze inzichtelijk te maken. Deze nalatigheid leidt tot gegrondverklaring van de klacht, met oplegging maatregel. Ook maatregel vanwege het feit dat de notaris - als testamentair bewindvoerder over het vermogen van de zoon en mede-erfgenaam van erflaatster - onvoldoende overleg heeft gevoerd over verkoop van de woning uit de nalatenschap aan de zoon van de hulp, de andere c.q. mede-erfgenaam. Vanwege betrokkenheid kandidaat-notaris bij verkoop woning wordt aan laatstgenoemde ook een maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2018:10 Kamer voor het notariaat Den Haag 17-76 en 17-77

      De klacht bestaat uit de volgende drie klachtonderdelen: 1. schending van de onderzoeksplicht (artikel 17 Wna) naar de prijs van het verkochte en naar de wilsbekwaamheid van [U] en het mogelijk bestaan van feitelijk overwicht. De volgende signalen hadden voor de notaris en de kandidaat-notaris redenen moeten zijn om onderzoek te verrichten naar de wilsbekwaamheid van verkoper [U] en het mogelijk bestaan van feitelijk overwicht: - de korte tijd tussen het sluiten van de koopovereenkomst en de levering bij het woonhuis; - de verkoper heeft geen eigen e-mail en daardoor is geen rechtstreekse schriftelijke communicatie met hem mogelijk, alles verloopt via het e-mailadres van een derde persoon; - de betrokkenheid van de onbekende derde persoon, te weten dat hij bij de bespreking op 31 oktober 2012 aanwezig is waarin alles wordt besproken met de kandidaat-notaris en de volmachten worden ondertekend, de stukken voor de verkoper naar de onbekende derde worden gestuurd en de onbekende derde, dezelfde persoon is die genoemd wordt in artikel 25 van de koopovereenkomst als begunstigde van de betaling van € 10.000,- door de verkoper; - het in een persoonlijke bespreking met de verkoper hem op zijn gemak moeten stellen en rustig alles in jip-en-janneketaal met hem moeten doornemen; - de lage koopsom voor het woonhuis en de zeer lage koopsom voor de percelen weiland; - de bevoordeling van de kopers; en verder dat: - de verkoper zelf asbest zal verwijderen uit de woning en dat alle kosten die daarmee gemoeid zijn voor zijn rekening komen; - de verkoper onder onbekende voorwaarden in de woning mag blijven wonen; - de verkoper de percelen weiland verkoopt en vervolgens terughuurt met onbekende redenen.