Zoekresultaten 2251-2260 van de 2764 resultaten

  • ECLI:NL:TNOKZUT:2007:YC0532 Kamer van toezicht Zutphen 4/2006

    a.)    Het niet opnemen van drie nalatenschappen waarover de notaris krachtens volmacht kon beschikken in de jaarrekening. Al in 2004 met betrekking tot de jaarrekening 2004 door BFT aangegeven dat de drie boedels in de jaarrekening en financiele administratie diende te worden opgenomen. Eerst na het indienen van een klacht door het BFt zijn de gegevens in de jaarrekening 2005 opgenomen. Gegrond b.)    De notaris beroept zich op overmacht gelet op de vanaf november 2005 ontstane onderbezetting op kantoor  waardoor andere prioriteiten gesteld zijn gesteld dan het voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Administratieverordening. Een tijdelijke onderbezetting kan niet gelden als een rechtvaardiging voor het nalaten van de notaris. Een beroep op overmacht komt de notaris niet toe. Met het opbergen van de dagafschriften in ordners kan niet worden volstaan. Gegrond.  

  • ECLI:NL:TNOKZUT:2010:YC0533 Kamer van toezicht Zutphen 07/2009

      Klachtonderdeel 1 De kandidaat-notaris heeft in strijd gehandeld met de op hem rustende verplichting om cliëntengelden alleen beschikbaar te hebben en te gebruiken voor het verrichten van die handelingen waartoe die gelden aan hem zijn toevertrouwd. Op grond van het rapport van het BFT en getuigenverklaringen is het voldoende aannemelijk dat de kandidaat-notaris opdracht heeft gegeven tot het doen van drie betalingen vanuit de nalatenschappen van derden. De kandidaat-notaris was bevoegd tot het geven van een opdracht tot betaling in deze dossiers en de betalingen hebben alle drie plaatsgevonden aan Haarhoeve Vermaat, alwaar hij al jaren klant was waarbij de financiële overzichten zijn aangepast om het te doen lijken alsof deze betalingen niet zijn uitgevoerd. De klacht wordt gegrond verklaard onder oplegging van de maatregel van ontzegging van de bevoegdheid om waar te nemen voor onbepaalde duur.   Klachtonderdeel 2 Nader onderzoek van het verwijt ten aanzien van fraude met declaraties en tijdsbesteding, is vanwege de buitengewone ernst van de geconstateerde poging tot onttrekking van gelden uit nalatenschappen en de daarvoor op te leggen maatregel, niet relevant voor de beslissing in deze klachtprocedure. Of bij het daadwerkelijke declareren bewust frauduleus is gehandeld, dan wel dat sprake is van vergissingen, kan dan ook verder in het midden blijven, zij het dat ook in geval slechts sprake was van enige beslissingen, deze hoe dan ook afbreuk doen en schade doen aan de eer en het aanzien van het notariaat.   Klachtonderdeel 3 Voor de conclusie dat de kandidaat-notaris verantwoordelijk zou zijn voor een kastekort van € 1.800,00, ontbreekt een genoegzame feitelijke onderbouwing. De klacht wordt ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TNOKZUT:2010:YC0537 Kamer van toezicht Zutphen 10/2009

    De Kamer stelt vast dat de notarissen, zoals zij ook hebben erkend, in strijd met de beleidsregels hebben gehandeld door te betalen voor plaatsing van een beroepsinhoudelijke bijdrage in een uitgave van een makelaar. De kamer is van oordeel dat de norm is geschonden. Doordat de notarissen betaalden voor de publicatie in een uitgave van een verwijzer, was hun rechtspositie – in ieder geval in schijn – niet meer geheel onafhankelijk. De notarissen hadden om die reden ervan af moeten zien. Het feit dat de beleidsregel onlangs intern ter discussie is gesteld, doet aan de schending van de hierboven beschreven hogere norm niets af. Bovendien is inmiddels besloten dat de beleidsregel gehandhaafd blijft. Overigens was de discussie over het al dan niet handhaven van de beleidsregels van latere datum dan de publicatie in de uitgave van de makelaar. Klacht is terecht voorgeteld. De Kamer neemt in aanmerking dat het een eenmalig handelen betrof, waarna de notarissen zelf tot het inzicht zijn gekomen dat zij onjuist hadden gehandeld. Desgevraagd hebben zij aan de KNB ruiterlijk toegegeven dat de publicatie in strijd was met de beleidsregel. Bovendien zijn tegen de notarissen niet eerder soortgelijke klachten ingediend. De Kamer is daarom van oordeel dat de geconstateerde tekortkoming het opleggen van een tuchtrechtelijke maatregel niet rechtvaardigt.  

  • ECLI:NL:TNOKASS:2009:YC0493 Kamer van toezicht Assen 09/2008

    Onderzoeksplicht notarissen naar rechtsgeldigheid statutenwijziging.

  • ECLI:NL:TNOKDOR:2007:YC0489 Kamer van toezicht Dordrecht 08/06

      Verkopers van een onroerende zaak hebben beoogd kopers een brief gestuurd met daarin opgenomen een aantal voorwaarden en uitgangspunten. Van deze brief bestaan twee versies. Beide versies zijn door kopers voor akkoord getekend.   Beoogde kopers verzoeken de notaris over te gaan tot inschrijving van de koopovereenkomsten overeenkomstig artikel 7:3 lid 6 BW in de openbare registers. De notaris heeft, zonder verkopers in te lichten, een akte opgesteld, waarin hij heeft verklaard dat een koopovereenkomst tot stand is gekomen en heeft in de akte aangegeven dat hij namens partijen verzoekt beide versies van de brief in schrijven. Nu de inschrijving niet op verzoek van beide partijen geschiedde en de versies van de brief niet genoegzaam aantoonden dat een perfecte koopovereenkomst was gesloten, heeft de notaris onjuist verklaard en daarmee onzorgvuldig gehandeld. De maatregel van waarschuwing wordt opgelegd

  • ECLI:NL:TNOKDOR:2007:YC0490 Kamer van toezicht Dordrecht 01/07

      Vier aandeelhouders van een B.V. hebben een meningsverschil en vragen de notaris om tussen hen te bemiddelen. De notaris heeft deze opdracht aanvaard. Klager, één van de aandeelhouders, uit later twijfels over de onpartijdigheid van de notaris vanwege diens vriendschap met één van de andere aandeelhouders. De notaris bespreekt deze twijfels met klager, waarop klager zijn vertrouwen in de notaris bevestigt. Vervolgens zet klager wederom vraagtekens bij de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de notaris, waarop de notaris zijn werkzaamheden beëindigt.   Klager wordt ontslagen als bestuurder van de B.V. en er volgt een rechtszaak tussen de aandeelhouders. De notaris geeft de advocaat van de drie vennoten een toelichting op hetgeen in de aandeelhouders-/stemovereenkomst was opgenomen omtrent de plicht de aandelen aan de medeaandeelhouders aan te bieden bij beëindiging van de samenwerking.   Geoordeeld wordt dat de notaris open is geweest over zijn relatie met één van de vennoten en tijdig zijn opdracht heeft neergelegd. De notaris heeft niet gehandeld in strijd met zijn geheimhoudingsplicht.

  • ECLI:NL:TNOKDOR:2008:YC0492 Kamer van toezicht Dordrecht 05/08

      Klaagster is weduwe en ontving een Anw-uitkering. Zij en haar partner wonen ongehuwd samen. Zij vragen de notaris om advies omdat zij in geval van overlijden hun eigen kinderen en hun stiefkinderen gelijk willen stellen. De notaris wijst hen op de mogelijkheid van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap vanwege de fiscale voordelen hiervan in geval van overlijden en stelt het testament op. Klaagster stelt van de SVB te horen te hebben gekregen dat een huwelijk of geregistreerd partnerschap geen gevolgen zal hebben voor haar uitkering. Klaagster en haar partner gaan een geregistreerd partnerschap aan. De SVB beëindigt hierop de uitkering. Geoordeeld wordt dat de notaris zijn zorgplicht heeft geschonden door klaagster niet te wijzen op de mogelijke financiële gevolgen van een huwelijk of geregistreerd partnerschap, nadat hij deze mogelijkheid zelf heeft aangedragen. Het feit dat klaagster, afgaande op de kennelijke onjuiste informatie van de SVB, een geregistreerd partnerschap is aangegaan, waardoor zij haar recht op de Anw-uitkering is verloren, is echter niet aan de notaris te verwijten. Volgt gegrondverklaring zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TNOKDOR:2009:YC0491 Kamer van toezicht Dordrecht 10/08

      Klager heeft woonboot verkocht aan neef notaris. Tussen klager en koper rijzen een aantal problemen m.b.t. de koopovereenkomst. Klager meent dat de notaris zich partijdig heeft opgesteld. Tevens klaagt hij erover dat de notaris een afspraak heeft verplaatst, zonder klager hiervan terstond op de hoogte te brengen. Beoordeling: deels niet-ontvankelijk wegens verjaring. Deels ongegrond aangezien de beslissing van de notaris om klager niet direct te informeren over het verplaatsen van de afspraak onder de gegeven omstandigheden verdedigbaar is

  • ECLI:NL:TNOKDOR:2009:YC0494 Kamer van toezicht Dordrecht 03/09

      ABC-transacties en hypotheekfraude. Het BFT doet onderzoek bij de notaris naar mogelijke ongeoorloofde ABC-transacties en hypotheekfraude en constateert dat de notaris in dertien van de zestien onderzochte transacties de akten heeft gepasseerd en in één transactie de akten mede heeft gepasseerd. Geoordeeld wordt dat: -de notaris in vijf gevallen dienst had moeten weigeren; -de notaris in alle dossiers zijn onderzoeksplicht heeft geschonden; -de notaris niet heeft zorg gedragen voor naleving van het storten van een overeengekomen waarborgsom of bankgarantie in een aantal dossiers; -de notaris in acht gevallen de hypotheekverstrekker had moeten informeren over de prijsstijging en/of voorwaarden voor de financiering. -de notaris de Wet identificatie bij dienstverlening heeft geschonden. De klacht dat de notaris gebruik heeft gemaakt van niet gelegaliseerde volmachten terwijl partijen niet eerder in persoon zijn geïdentificeerd, is gegrond. Het online opvragen van uittreksels was voor het ingaan van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme niet toegestaan maar rechtvaardigt op zichzelf geen maatregel; -de notaris heeft erkend dat hij MOT-meldingen had dienen te doen. De klachten zijn gegrond verklaard. De aard en het aantal klachten, alsmede de periode waarop zij betrekking hebben, rechtvaardigen de opgelegde maatregel. Het feit dat de notaris eindverantwoordelijke is op zijn kantoor en zijn kandidaat notaris de ruimte gaf om op vergelijkbare wijze te handelen, wordt de notaris zwaar aangerekend. De notaris wordt de maatregel van schorsing opgelegd voor de duur van één maand.

  • ECLI:NL:TNOKZUT:2010:YC0558 Kamer van toezicht Zutphen 14/2009

    De klacht ziet op het geschil tussen de oud-notaris en zijn voormalige maat naar aanleiding van de melding dat zonder medeweten van de maat door de oud-notaris was getracht om van een derdengeldrekekening een bedrag van € 327.137,00 over te laten maken naar zijn privérekening, waardoor een negatief bewaringspositie zou ontstaan. Dat de oud-notaris een handeling heeft willen verrichten die derden had kunnen benadelen, wordt hem door de Kamer zeer zwaar aangerekend. Dat de overmaking feitelijk niet mogelijk was door het ontbreken van de handtekening van zijn compagnon, doet niet af aan zijn intentie. Hoewel de kamer het heel wel mogelijk acht dat de oud-notaris niet wist dat het om een derdengeldrekening ging, mag van een notaris worden verwacht dat hij zich voorafgaand aan dergelijke grote overboekingen, ervan vergewist welke rekening het betreft en in het geval van een derdengeldrekening, of de bewaringspositie de overmaking toelaat. Daarnaast is het op grond van de Wna niet toegestaan om een dergelijke overboeking rechtstreeks van een kwaliteitsrekening te verrichten. Niet aannemelijk is geworden dat hij opzettelijk geld van derden naar zijn privé-rekening heeft willen overboeken. In zoverre geen reden om te twijfelen aan de persoonlijke integriteit van de oud-notaris. Dit neemt niet weg dat de oud-notaris, hoewel in moeilijke omstandigheden verkerende, in plaats van de geëigende rechtsmaatregelen te nemen, is gaan handelen in strijd met de Wna en de te betrachten zorg jegens zijn cliënten. Hij heeft zich niet onthouden van de handelingen die het risico in zich dragen dat de hem toevertrouwde belangen van derden schaden en heeft daarmee zijn eigen belangen zwaarder laten wegen dat die van zijn cliënten en het imago van notariële onkreukbaarheid. Klacht gegrond onder oplegging van de tuchtmaatregel ontzetting uit het ambt.