Zoekresultaten 19721-19730 van de 21729 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1968 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3519/10.149

    De Raad oordeelt dat verweerder niet althans onvoldoende het vereiste van schriftelijke vastlegging heeft gehanteerd en verweerder ook op andere punten tekort geschoten is bij de behandeling van de zaken van klager. Ook financiële afspraken zijn niet althans onvoldoende schriftelijk vastgelegd en niet is gebleken dat er overleg is geweest over de vraag of klager in aanmerking kwam voor gefinancierde rechtsbijstand. Klacht over opschorten werkzaamheden en gebruik maken van retentierecht gegrond. In aanmerking nemende vier andere klachten die eveneens gegrond verklaard zijn door de Raad, acht de Raad schrapping van het tableau gehouden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2002 Raad van Discipline Amsterdam 11-005A

    Klacht tegen eigen advocaat. Advocaat is ernstig tekortgeschoten in de informatievoorziening jegens zijn client. Hij heeft het beroepschrift niet in concept voorgelegd en evenmin een kopie ervan achteraf verstrekt; hij heeft zijn cliënt niet tevoren geïnformeerd over een hoorzitting en deze evenmin achteraf een verslag van de hoorzitting verstrekt terwijl hij namens zijn cliënt op deze hoorzitting het woord heeft gevoerd. Klacht gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2009 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3498/10.128

    De advocaat heeft zich wel overtuigd van de instemming van de client ter zake de aan de advocaat verstrekte opdracht. De advocaat heeft ook rechststreeks met de client gecommuniceerd. In casu bestond voor de advocaat geen aanleiding te overleggen of er termen aanwezig waren om te trachten door de overheid gefinancierde rechtshulp te verkrijgen. De advocaat heeft zich vervolgens op zorgvuldige wijze teruggetrokken uit de zaak.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1981 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3532/10.162

    De advocaat heeft klager bijgestaan in meerdere geschillen, waaronder een zakelijk geschil met een BV. De advocaat heeft dagvaardingen geconcipieerd in een bodemprocedure en een kort geding. Deze procedures zijn niet aangespannen, de advocaat heeft weliswaar niet schriftelijk aan klager en zijn gemachtigde bevestigd dat zij niet tot dagvaarding overging, maar in meerdere gesprekken met klager en zijn gemachtigde op kantoor is dit besproken. Klager was daardoor voldoende geïnformeerd. Het door klager betaalde voorschot is terugbetaald nadat duidelijk werd dat aan de zaak geen vervolg werd gegeven. Van tekortschieten in de belangenbehartiging of informatieverstrekking is niet gebleken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1994 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3751/11.153

    Noch uit de stukken, noch anderszins is gebleken dat de advocaat kennelijk onjuist is opgetreden en heeft geadviseerd, als gevolg waarvan de belangen van klager zijn geschaad of hadden kunnen worden geschaad. Evenmin is gebleken dat de advocaat klager niet naar behoren heeft bijgestaan dan wel niet heeft gedaan wat redelijkerwijs van hem als zorgvuldig handelend advocaat mocht worden verwacht. De advocaat heeft in de bevestiging van de opdracht duidelijk aan klager aangegeven dat bij een negatief cassatieadvies geen cassatie zal worden ingesteld door de advocaat. De advocaat heeft klager vervolgens op de mogelijkheid gewezen ter zake een second opinion te vragen. Op basis van de stellingen over en weer is niet gebleken dat de advocaat tekort is geschoten. Daarbij komt dat een cassatieprocedure niet op feitelijke gronden, maar uitsluitend in specifieke gevallen ter beoordeling van een cassatieadvocaat kan worden ingesteld. Het stond de advocaat vrij bij de behandeling van deze zaak van de expertise van zijn kantoorgenoot gebruik te maken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1975 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3593/10.223

    Het verzet is gegrond voor zover het betreft de door de voorzitter in diens beslissing ten grondslag gelegde feiten. Voor het overige is het verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2003 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3779/11.181

    Vaststaat dat de advocaat klaagster heeft gewezen op de mogelijkheid van een toevoeging en dat klaagster ermee heeft ingestemd dat de advocaat haar op betalende basis terzake zou bijstaan De tuchtrechter heeft niet de bevoegdheid declaratiegeschillen te beslechten, doch waakt slechts tegen excessief declareren. Dit laatste kan op basis van de stukken niet worden vastgesteld. De advocaat heeft aangegeven na de klachtprocedure een begrotingsprocedure aanhangig te zullen maken. De tuchtrechter is niet bevoegd te oordelen over een vordering tot vergoeding van schade. Een dergelijke vordering kan alleen aanhangig worden gemaakt bij de civiele rechter.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1988 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3689/11.91

    De beoordeling van een civiele vordering is voorbehouden aan de civiele rechter. Ook los van civiele aspecten rust op verweerder een verplichting tot terugbetaling van de door hem naar het oordeel van het Hof van Discipline ten onrechte aan klager in rekening gebrachte kosten voor rechtsbijstand. Klacht gegrond. Tuchtrechtelijk verleden. Schorsing twee weken.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1967 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 253 - 2010

    Het advocatentuchtrecht geldt voor een advocaat in diens hoedanigheid van penningmeester van een Raad van Toezicht alleen indien hij zich in die hoedanigheid zodanig misdraagt dat het vertrouwen in de advocatuur daardoor is geschaad. Het staat een penningmeester van de Raad van Toezicht vrij om betaling van de ordebijdrage en boetes te vorderen en namens de deken mede te delen dat bij uitblijven van betaling een dekenbezwaar zou worden ingediend. Beroep op verrekening betreft een civielrechtelijke kwestie. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1982 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3583/10.213

    Klaagster verwijt de advocaat dat deze tegen haar is opgetreden als advocaat van haar werkgever, een stichting, alsmede als advocaat van de directeur van de stichting. Volgens klaagster diende de advocaat daarmee een tegenstrijdig belang. De klacht behelst voorts dat de advocaat niet is ingegaan op vragen van klaagster in een brief waarin zij om opheldering verzocht over de positie van de advocaat. De bepalingen van gedragsregel 7 strekken slechts ter bescherming van de cliënten van de betrokken advocaat. Een wederpartij van die cliënten kan zich daarop niet beroepen. De (tweede) brief van klaagster met vragen over het optreden van de advocaat is beantwoord met een verwijzing naar het bestuur van de stichting, daar de opdracht aan de advocaat was ingetrokken. De advocaat heeft niet onzorgvuldig jegens de klaagster gehandeld. Beide klachtonderdelen zijn ongegrond.