Zoekresultaten 18781-18790 van de 21555 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2772 Raad van Discipline Amsterdam 11-290A

    Klacht over eigen advocaat. Advocaat heeft klaagster in verschillende juridische procedures bijgestaan. Advocaat heeft declaraties verrekend met voor klaagster gehouden gelden, zonder dat zij daarvoor schriftelijke toestemming had, en zekerheid gevraagd in de vorm van een pandrecht zonder voorafgaand overleg met de deken. Voorts heeft de advocaat klaagster niet bericht over de ontvangst van aan klaagster toekomende althans voor klaagster relevante gelden op haar derdenrekening. Ook overigens heeft de advocaat niet de vereiste nauwgezetheid en zorgvuldigheid betracht in haar financiële aangelegenheden. Klacht deels gegrond, deels ongegrond. Schorsing twee maanden, waarvan één voorwaardelijk, met publicatie.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2773 Raad van Discipline Amsterdam 12-130A

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Niet is gebleken dat de advocaat ondeskundig is opgetreden. Klager bovendien geen belang bij - overigens onterechte - klacht dat verweerster rechtstreeks de wederpartij heeft benaderd. Gedeeltelijk kennelijk ongegrond, gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2774 Raad van Discipline Amsterdam 12-139H

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Niet is gebleken dat verweerster brieven van klager onbeantwoord heeft gelaten. Klager bovendien geen belang bij klacht tegen gestelde ondeskundigheid van advocaat. Gedeeltelijk kennelijk ongegrond, gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2765 Raad van Discipline Amsterdam 11-271A

    11-271A: klacht tegen advocaat wederpartij Het staat een advocaat niet in alle gevallen vrij om feitelijke informatie die hij van zijn cliënt heeft verkregen te gebruiken. Er bestaan feiten die alvorens deze worden verstrekt tot nader onderzoek nopen. Zo ook in dit geval. Verweerder had nader onderzoek dienen te doen nu hij in het kader van eigen acquisitie uitlatingen heeft gedaan die de morele integriteit van klager aantasten. De klacht is gegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2766 Raad van Discipline Amsterdam 11-272A

    11-272A: klacht tegen eigen advocaat De door verweerder verrichte handelingen zijn onmiskenbaar advocatuurlijke handelingen. Het feit dat verweerder zijn opdracht heeft aanvaard als juridisch adviseur, maakt niet dat hij bij klager het gerechtvaardigde vertrouwen heeft gewekt als advocaat op te treden. Het heeft verweerder -nu hij als advocaat is opgetreden- niet vrijgestaan om gebruikmakend van vertrouwelijke informatie afkomstig van klager als zijn voormalige cliënt tegen klager op treden. De klacht is gegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2767 Raad van Discipline Amsterdam 11-269A

    11-269A: klacht tegen advocaat wederpartij Uitlating van een advocaat dat zijn cliënt op enig moment een bedrag op zijn derdengeldenrekening zou storten ten behoeve van een eventuele schikking en dat vervolgens nalaat, kan de advocaat niet worden verweten. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2768 Raad van Discipline Amsterdam 11-295A

    verzet gegrond; klacht ongegrond 11-295A: klacht tegen advocaat wederpartij (verzet) Klager is belanghebbende bij de klacht, ook al zijn de verweten uitlatingen jegens zijn moeder gedaan nu deze uitlatingen onmiskenbaar het familieleven van klager hebben geraakt. Klager heeft in dit geval een eigen rechtstreeks belang te klagen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2762 Raad van Discipline Amsterdam 12-106A

    Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2764 Raad van Discipline Amsterdam 12-122A

    Voorzittersbeslissing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2758 Raad van Discipline Amsterdam 12-102A

    Verzoek ex artikel 60ab Advocatenwet. Naar het oordeel van de raad is een ernstig vermoeden gerezen dat verweerder zijn medewerking heeft verleend aan het opstellen van een beëindigingsovereenkomst, die niet overeenstemt met de werkelijkheid en dat hij medeverantwoordelijk is voor het als waar in het geding bregen van deze overeenkomst. Verweerder heeft de rechtbank op wezenlijke punten onjuist geïnformeerd over de arbeidsverhouding met mevrouw Y. Ook is een ernstig vermoeden gerezen dat verweerder deze feiten heeft trachten te maskeren met hele of halve onwaarheden en dat hij bovendien heeft getracht het onderzoek van de deken te frustreren. De raad schorst verweerder met onmiddellijke ingang. De raad wijst het verzoek tot het gelijktijdig met de schorsing treffen van een voorlopige voorziening met betrekking tot de praktijkuitoefening af. Artikel 60ab Advocatenwet biedt daarvoor geen mogelijkheid.