Zoekresultaten 16491-16500 van de 20358 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3860 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3926/12.60

      Klager beklaagt zich over de wijze van aanpak van de zaak, meer in het bijzonder dat verweerster geen overleg gevoerd heeft met klager op bepaalde punten en klager niet deugdelijk geïnformeerd heeft. De klacht valt uiteen in zeven klachtonderdelen. Zes van de zeven klachtonderdelen worden gegrond verklaard De raad constateert ten aanzien van een aantal klachtonderdelen dat verweerster onvoldoende uitvoering gegeven heeft aan de op de advocaat rustende verplichting om waar nodig ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil belangrijke informatie en afspraken te bevestigen aan de cliënt. Niet is komen vast te staan dat verweerster voorafgaande aan intrekking van een verzoekschrift dit met klager besproken heeft en klager hiermee akkoord is gegaan. Vaststaat dat verweerster geen schriftelijke bevestiging aan klager heeft gestuurd met betrekking tot de volgens haar met klager gevoerde gesprekken over de reden dat verweerster niet over zou gaan tot het opstellen van de dagvaarding maar tot het opstellen van een verzoekschrift. Dat klager met de koerswijziging akkoord is gegaan en dat verweerster klager uitleg gegeven heeft over de reden hiervan en de risico, is niet gebleken. Vaststaat dat verweerster klager een van belang zijnd rapport gedateerd 2011 heeft toegestuurd zonder verdere inhoudelijke mededelingen. De stelling van verweerster dat zij hierover telefonisch met klager gesproken heeft, is niet komen vast te staan omdat een schriftelijke vastlegging van dit telefoongesprek ontbreekt. Voorts heeft verweerster erkend dat zij het dossier van klager te laat heeft overgedragen. Verweerster heeft verzuimd om in een tweede opdrachtbevestiging betreffende het starten van een verzoekschriftprocedure enige mededeling op te nemen ter zake de kosten van de door haar in te schakelen medisch adviseur, die voor rekening van klager zouden komen. Verweerster is tekort geschoten in het bewaken van de voortgang in de zaak van klager. Er volgt gegrondverklaring van zes van de zeven klachtonderdelen onder oplegging van de maatregel van een enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3905 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3556/10.186

    Het klachtonderdeel dat betrekking heeft op het geven van valse hoop aan klager door verweerder, over de haalbaarheid van zijn zaak, heeft de raad niet kunnen vaststellen. Uit het door verweerder aan de rechtsbijstandsverzekeraar gegeven advies kan niet worden afgeleid dat verweerder de door klager gewenste procedure zou starten en de belangen van klager zou blijven behartigen. Het stond verweerder bovendien vrij om klager mee te delen geen procedure te willen entameren. De raad acht het klachtonderdeel dat ziet op het tijdsverloop dat verstreken is vanaf de aan verweerder verstrekte vervolgopdracht in maart 2006 tot het starten van een procedure tot het treffen van een voorlopig getuigenverhoor begin 2008, gegrond. Verweerder heeft dit tijdsverloop niet althans onvoldoende kunnen verklaren, mede gelet op het feit dat verweerder reeds in februari 2006 een advies had uitgebracht. Verweerder heeft de zaak van klager in genoemde periode onvoldoende voortvarend aangepakt. Het klachtonderdeel is in zoverre gegrond. Aan verweerder wordt de maatregel van enkele waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3867 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3982/12.116a

    In casu is sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door de curator. De curator heeft handelingen verricht die in wezen niet te onderscheiden zijn van het optreden van advocaat. Het stond de curator in een door hem aanhangig gemaakte procedure niet vrij informatie te gebruiken die de Belastingdienst in de gegeven omstandigheden niet aan hem had mogen verstrekken. Klacht gedeeltelijk gegrond onder de oplegging van de maatregel van een enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3848 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4112/13.19

    De advocaat heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door bij het UWV navraag te doen naar een door klager in een echtscheidingsprocedure overgelegde brief. Nu verweerster -    aan de betreffende medewerker van het UWV haar naam en hoedanigheid heeft gemeld; -    een neutrale vraag heeft gesteld, althans niet kan worden vastgesteld dat verweerster heeft gepoogd om persoonlijke informatie over klager te verkrijgen; -    geen informatie van het UWV heeft verkregen en de belangen van klager kennelijk niet zijn geschaad.   Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3930 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4102/13.9

    Klaagster heeft gesteld dat haar zoon verweerster meerdere malen zou hebben verzocht om hoger beroep in te stellen, maar dat verweerster dat  zou hebben geweigerd. Dat kan echter op basis van de stukken niet worden vastgesteld. Als de stelling juist zou zijn, ligt het overigens op de weg van de zoon van klaagster om daarover een klacht tegen verweerster in te dienen. Klaagster heeft immers geen direct belang bij deze klacht, maar haar zoon.   Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3918 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4024/12.158

    In het onderhavige geval is uit de stukken noch anderszins gebleken dat verweerster de haar als advocaat van de wederpartij toekomende mate van vrijheid om de belangen van zjn cliente te behartigen te buiten is gegaan dan wel zich in enig ander opzicht niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Dat klager een andere visie over de feiten heeft dan de cliënte van verweerster, betekent niet dat het verweerster niet vrij zou staan om de door zijn cliënte aangehangen visie over de feiten te verdedigen en in de procedure naar voren te brengen. Niet kan worden vastgesteld dat verweerster bewust heeft meegewerkt aan het poneren van feiten waarvan zij wist of behoorde te weten dat die onjuist waren. Voorts kan niet worden vastgesteld dat verweerster zou hebben meegewerkt aan de stelling van klager dat haar cliënte tegenstrijdige verklaringen zou hebben afgelegd..   De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3943 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4117/13.24

    Klacht kennelijk niet-ontvankelijk nu klager niet althans onvoldoende heeft gemotiveerd waarom hij zijn klacht niet eerder heeft ingediend. Niet is gebleken van bijzondere omstandigheden die het tijdsverloop van ongeveer 22 jaar rechtvaardigen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3924 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4105/13.12a

    Het staat de advocaat in casu vrij het vonnis te executeren. Als zich in het kader van die executie onregelmatigheden zouden hebben voorgedaan en klagers menen dat om die reden ten onrechte aanspraak op betaling van verbeurde dwangsommen wordt gemaakt, dienen klagers zich tot de civiele executierechter te wenden. De tuchtrechter heeft geen taak bij de beantwoording van de vraag of dwangsommen al dan niet zijn verbeurd, tenzij evident zou zijn dat verweerster misbruik van recht zou maken. Dit laatste is niet gebleken.   Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3880 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4020/12.154

    Verweerder heeft de ex vriendin van klager bijgestaan in geschillen betreffende alimentatie en omgangsregeling. Cliënte van verweerder heeft tegen klager meerdere aangiften gedaan wegens belaging en bedreiging. Na sepot heeft de cliënte van verweerder een artikel 12 Strafvorderingsprocedure overwogen. In procedures heeft verweerder melding gemaakt van de aangifte van zijn cliënte en van een door de politie opgemaakt proces-verbaal van verhoor van klager. Klacht dat verweerder zich onnodig grievend over klager heeft uitgelaten en heeft gepoogd klager in een kwaad daglicht te stellen; voorts dat verweerder zijn cliënte heeft aangemoedigd aangifte tegen klager te doen. In de omstandigheden van het geval acht de raad niet laakbaar dat verweerder in de civiele procedures melding heeft gemaakt van de strafrechtelijke aangiften of een daarin door klager afgelegde verklaring. Niet is komen vast te staan dat verweerder zijn cliënte heeft aangemoedigd strafrechtelijke aangiften dan wel om een 12 Strafvorderingsprocedure aanhangig te maken. Klacht in alle onderdelen ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3937 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3993/12.127a

    Bijstand in een cassatieprocedure. Klacht dat verweerder geen cassatiemiddel heeft ingediend inzake het niet ambtshalve toepassen door rechtbank en hof van een dwingendrechtelijke bepaling. Tegen het vonnis van de rechtbank was op dit punt in hoger beroep geen grief aangevoerd. Verweer dat geen cassatiemiddel op dit punt kon worden aangevoerd daar het vonnis van de rechtbank in zoverre in hoger beroep niet is bestreden. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Verzet ongegrond.