Zoekresultaten 701-710 van de 1383 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:101 Accountantskamer Zwolle 14/2794 Wtra AK

      RA aanvaardt opdracht van klager en de voormalige werkgever van klager, een ministerie, tot kennisneming van de inhoud van het dossier van klager, zoals dat door beide partijen afzonderlijk is samengesteld, en vormt zich daarover een oordeel. Hij brengt daarna een schriftelijk gemotiveerd advies uit. Dit advies bevat tevens een berekening van een passend en toereikend geachte financiële vergoeding ter zake van de compensatie van de door klager ten gevolge van onrechtmatig en/ of verwijtbaar handelen en nalaten door het ministerie geleden en toekomstige schade. Klager en het ministerie hebben ingestemd met een Reglement dat betrokkene aan hen heeft voorgelegd. Daarin wordt de tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van betrokkene uitgesloten. Die uitsluiting stond betrokkene nu hij op het tijdstip waarop hij het Reglement aan klager en het ministerie heeft voorgelegd en ten tijde van het uitbrengen van het rapport ingeschreven stond als registeraccountant, niet vrij. Een overeenkomst die een verbod tot klagen inhoudt of een uitsluiting van tuchtrechtelijke aansprakelijkheid, kan aan de bevoegdheid tot klagen, toegekend in artikel 22 van de Wtra, niet afdoen, ook niet als de bepaling zoals in dit geval is gebeurd, is opgenomen in een Reglement waarmee de partijen, aan wie advies wordt uitgebracht, hebben ingestemd. Het uitsluiten van civielrechtelijke aansprakelijkheid door een accountant levert in het kader van de in acht te nemen fundamentele beginselen slechts onder bijzondere omstandigheden een gegrond tuchtrechtelijk verwijt op. Zodanige omstandigheden zijn gesteld noch gebleken. Dat laat onverlet dat de civiele rechter in een voor hem aanhangige zaak kan oordelen dat betrokkene zich niet kan beroepen op uitsluiting van zijn civielrechtelijke aansprakelijkheid. Of dat oordeel op haar plaats is, kan hier onbesproken blijven. Reglement bevat bepaling dat betrokkene eerst na instemming klager en het ministerie deskundigen mag raadplegen. Betrokkene heeft een jurist geraadpleegd en met deze overleg gehad over zijn beoordeling van de strekking en inhoud van een gevoerde bestuursrechtelijke procedure en zijn inschatting van de kans van slagen van een door klager aan te spannen civielrechtelijke procedure. Betrokkene heeft ook overleg gehad met een loopbaanadviseur. Van dit raadplegen en van de uitkomsten van het gevoerde overleg heeft betrokkene klager en het ministerie geheel onkundig gelaten. Strijd met deskundigheid en zorgvuldigheid/vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:98 Accountantskamer Zwolle 14/3184 Wtra AK

      Deskundige rapportage aan faillissementscurator. Gedegen beantwoording van door derden gesteld vragen n.a.v. het rapport. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:99 Accountantskamer Zwolle 15/707 Wtra AK

      Kantoortoetsing. Onvoldoende stelsel van kwaliteitsbeheersing, ook bij de hertoetsing. Doorhaling voor de duur van 18 maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:96 Accountantskamer Zwolle 15/66 Wtra AK

      Het is vaste jurisprudentie van de Accountantskamer dat, behoudens bijzondere omstandigheden, het door een accountant in zijn zakelijke betrekkingen al dan niet in rechte innemen van een civielrechtelijk standpunt in het kader van de door hem in acht te nemen fundamentele beginselen van integriteit en professioneel gedrag (artikel A-100.4 sub a. juncto A-110.1, c.q. A-150.1 VGC) niet tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt kan leiden. Van dergelijke bijzondere omstandigheden is onder meer sprake indien geoordeeld zou moeten worden dat een door een accountant ingenomen standpunt bewust onjuist of misleidend, en dus te kwader trouw, blijkt te zijn of naar zijn aard bezien door een redelijke en goed geïnformeerde derde, die over alle relevante informatie beschikt, zal worden opgevat als schadelijk voor de goede naam van het accountantsberoep . De Accountantskamer voegt daaraan toe dat onder bijzondere omstandigheden ook de beginselen van objectiviteit en of deskundigheid (in de terminologie van de VGBA: vakbekwaamheid) en zorgvuldigheid kunnen zijn geschonden en dat zulks ook het geval kan zijn, indien betrokkene weliswaar niet bewust onjuist of misleidend een standpunt heeft ingenomen, maar hem wel in sterke mate verweten kan worden een onjuist of misleidend standpunt te hebben ingenomen. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:97 Accountantskamer Zwolle 15/295 Wtra AK

      Accountantskamer onbevoegd om te oordelen over schadevergoeding. In casu sprake van diverse accountantswerkzaamheden voor diverse gelieerde vennootschappen. Ten onrechte betrokkenheid bij administratie en samenstellen jaarrekening en daarna de controle van die jaarrekening in één van die vennootschappen. (Niet materiele) fout bij uitsplitsing en weergave van het vermogen in de samengestelde jaarrekening in een andere vennootschap. Ernstige fout in weergave en toelichting van resultaat en vermogen bij samenstelling van de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening van de beheervennootschap.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:92 Accountantskamer Zwolle 15/476 Wtra AK

      Rapportage met als conclusie dat voor werkzaamheden aan een financiële administratie te hoge bedragen in rekening zijn gebracht, bedoeld om in een civielrechtelijk geschil het standpunt van een partij te ondersteunen. Betrokkene heeft ten onrechte geen hoor- en wederhoor toegepast; conclusie heeft onvoldoende deugdelijke grondslag.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:93 Accountantskamer Zwolle 15/304 en 15/305 Wtra AK

      Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de zesjaarstermijn dan wel de driejaarstermijn. Het feit dat het nieuwe bestuur van de klagende vennootschappen een ander inzicht heeft dan het vorige bestuur, doet niets af aan de klaagsters toe te dichten wetenschap.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:94 Accountantskamer Zwolle 15/637 Wtra AK

      Gegronde klacht over de betrokkenheid van de accountant bij een evident dubieuze factuur, opgesteld door een 50% aandeelhouder om de winst van de onderneming op een voor deze aandeelhouder fiscaal gunstige wijze af te romen. Betrokkene had voldoende twijfel moeten hebben over de juistheid van die factuur en het vermoeden moeten hebben dat met die factuur de waarheid geweld werd aangedaan. Betrokkene had dan ook het in de VGC bedoelde conceptueel raamwerk moeten toepassen, wat hij heeft nagelaten en van betrokkene had verwacht mogen worden dat hij niet in verband werd gebracht met kan worden aangemerkt als niet eerlijk en niet oprecht zaken doen. Een en ander leidt tot schending van de fundamentele beginselen van integriteit, deskundigheid en zorgvuldigheid (onderscheidenlijk vakbekwaamheid en zorgvuldigheid) en professioneel gedrag (onderscheidenlijk professionaliteit), als bedoeld in de VGC (onderscheidenlijk de VGBA). Volgt de oplegging van de maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:95 Accountantskamer Zwolle 15/306 Wtra AK

      Na het zakelijk uiteengaan dient de voormalige zakenpartner een klacht in over het ‘eigenhandig’ vaststellen van de jaarrekeningen door betrokkene. Die klacht is ten aanzien van de meeste jaarrekeningen niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Anders dan betrokkene aanvoert, deelt de binnen de driejaarstermijn ‘vastgestelde’ jaarrekening niet dat lot, omdat hij ieder jaar een nieuwe afweging ter zake diende te maken. De destijds informele samenwerking tussen de zakenpartners deed niets af aan de verplichtingen, voortvloeiend uit het Burgerlijk Wetboek, aangaande het opstellen en vaststellen van de jaarrekeningen. De verslechterende samenwerking had voor betrokkene een bedreiging van niet te verwaarlozen betekenis moeten zijn voor zijn naleving van de fundamentele beginselen en had te meer reden moeten zijn tot naleving van de in het BW neergelegde voorschriften met betrekking tot het vaststellen van de jaarrekeningen. Gelet op de bijzonderheden van dit geval wordt volstaan met een gegrondverklaring zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:91 Accountantskamer Zwolle 15/1292 Wtra AK

      Niet betalen eerder door de Accountantskamer opgelegde boete van € 900,=. Daarom thans op grond van art. 5 Wtra de nadere maatregel 1 maand tijdelijke doorhaling.