Zoekresultaten 471-480 van de 1490 resultaten
-
ECLI:NL:TACAKN:2018:82 Accountantskamer Zwolle 17/2481 Wtra AK
- Datum publicatie: 21-11-2018
- Datum uitspraak: 21-11-2018
- ECLI:NL:TACAKN:2018:82
Mede in het licht van de opdrachtbevestiging, waarin staat dat het bestuur verantwoordelijk is voor de afstemming van de werkzaamheden van betrokkene met de interim-directie en de controller en bovendien expliciet is opgenomen dat dit reeds is gebeurd, had betrokkene niet mogen voldoen aan het verzoek van de interim-directeur om hem een préconceptrapportage toe te zenden voordat hij dit (pré)concept met klager en zijn medebestuurder, als (toenmalige) bestuurders van de opdrachtgever van het rapport, had gedeeld en besproken. Dit geldt te meer nu het rapport juist was bedoeld om klager en zijn toenmalige medebestuurder te “assisteren in het beantwoorden van diverse vragen die door de interim-directie zijn gesteld”. Daarbij komt dat het toevoegen door betrokkene van een persoonlijke noot in het aan de interim-directeur overgelegde concept, waarbij hij expliciet vermeldt dat deze niet bestemd is voor de conceptrapportage, en zijn aanbod de interim-directeur te laten weten wat hij vond, niet bij een opdracht op grond van Standaard 4400 passen. Niet is gebleken dat betrokkene in dit alles een bedreiging voor de naleving van het fundamentele beginsel van objectiviteit heeft geïdentificeerd en afdoende maatregelen heeft getroffen. Er is dan ook sprake van een schending van de artikelen 21 en 22 VGBA, hetgeen tevens een schending van artikel 13, eerste lid VGBA met zich brengt. Maatregel: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TACAKN:2018:80 Accountantskamer Zwolle 17/2552, 17/2553 en 17/2554 Wtra AK
- Datum publicatie: 19-11-2018
- Datum uitspraak: 19-11-2018
- ECLI:NL:TACAKN:2018:80
Toepassing driejaarstermijn. Klacht niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TACAKN:2018:79 Accountantskamer Zwolle 17/2424 en 17/2573 Wtra AK
- Datum publicatie: 16-11-2018
- Datum uitspraak: 16-11-2018
- ECLI:NL:TACAKN:2018:79
Klachten over rapport uitgebracht met het oog op het leggen van conservatoir beslag. Ook in die situatie moet de betrokken accountant (en had betrokkene moeten) beseffen dat zijn rapport gebruikt wordt ter onderbouwing van het standpunt van zijn opdrachtgever (over de vordering in verband waarmee wordt verzocht om toestemming tot het leggen van beslag). Aan een zodanig rapport moeten daarom dezelfde eisen worden gesteld als aan rapporten waarvan duidelijk is of wordt dat zij dienen ter ondersteuning van het standpunt van de opdrachtgever in een (aan te spannen) gerechtelijke procedure. Dat betekent dat de accountant ervoor zorg dient te dragen dat het rapport de objectieve waarheidsvinding door de rechter niet belemmert. De kans daarop is aanwezig als (kort gezegd) bevindingen en conclusies in het rapport geen deugdelijke grondslag hebben. Om de kans dat dit gebeurt tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen, moeten de (feitelijke) grondslag voor een bevinding of een conclusie (de gegevens waarop een bevinding of conclusie stoelt, de daarbij gevolgde redenering en/of de gehanteerde maatstaf) en een gemaakt voorbehoud bij een bevinding of conclusie in het rapport zelf duidelijk worden uiteengezet. Op de werkzaamheden die ten grondslag liggen aan een dergelijk rapport is geen specifieke standaard van de NVCOS van toepassing. Als de wederpartij van de opdrachtgever niet is gehoord en niet in de gelegenheid is gesteld te reageren op bevindingen en conclusies voordat rapport is uitgebracht moet dat duidelijk in het rapport worden vermeld. Inhoudelijk ontbeert het rapport van betrokkene op een aantal punten een deugdelijke grondslag. Berisping.
-
ECLI:NL:TACAKN:2018:77 Accountantskamer Zwolle 18/161 en 18/200 Wtra AK
- Datum publicatie: 12-11-2018
- Datum uitspraak: 12-11-2018
- ECLI:NL:TACAKN:2018:77
Klacht dat zonder goede reden het faillissement van klaagster is aangevraagd gegrond. Betrokkenen hebben niet het faillissement aangevraagd maar zijn daarop tuchtrechtelijk aanspreekbaar omdat zij hebben deelgenomen aan het overleg over het aanvragen en het doorzetten van de aanvraag. Een accountant dient bij het nemen van civielrechtelijke rechtsmaatregelen tegen een client die zijn declaraties niet betaalt een zorgvuldige en kenbare afweging te maken van de betrokken belangen en niet lichtvaardig over te gaan tot het aanvragen van het faillissement van de client. In dit geval is niet aannemelijk geworden dat betrokkenen die afweging hebben gemaakt. Daarom is het aanvragen van het faillissement te lichtvaardig gebeurd.
-
ECLI:NL:TACAKN:2018:78 Accountantskamer Zwolle 18/792, 18/793, 18/794, 18/795, 18/796 en 18/797 Wtra AK
- Datum publicatie: 12-11-2018
- Datum uitspraak: 12-11-2018
- ECLI:NL:TACAKN:2018:78
Bij samenstellingswerkzaamheden staat het de accountant niet vrij hem kenbare foute post in de samengestelde jaarrekening te verwerken en daarbij een samenstellingsverklaring af te geven, ook al betreft het geen materiele post. Nu betrokkene voorafgaand aan de definitieve versie van de door hem samengestelde jaarrekening op de (eigen) fout is gewezen, deze fout heeft besproken en heeft toegezegd deze fout te corrigeren, en dit – zonder reden – heeft nagelaten, heeft hij daarmee het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid overtreden.
-
ECLI:NL:TACAKN:2018:76 Accountantskamer Zwolle 17/2497 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-11-2018
- Datum uitspraak: 09-11-2018
- ECLI:NL:TACAKN:2018:76
Betrokkene heeft het besluit van klaagster, een andere (rechts)persoon dan zijn opdrachtgever, tot een aandelenemissie onderzocht. Dit onderzoek is aan te merken als een persoonsgericht onderzoek in de zin van de NBA-Praktijkhandreiking 1112. De in deze handreiking opgenomen aanwijzingen geven richting aan beantwoording van de vraag welke eisen de fundamentele beginselen stellen aan de accountant die een persoonsgericht onderzoek verricht en zijn in zoverre van belang bij de beantwoording van de vraag of in een concreet geval sprake is geweest van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Nu klaagster (mede) onderwerp van het onderzoek was, had betrokkene, voor het verkrijgen van een deugdelijke grondslag voor het rapport, haar de mogelijkheid moeten bieden om informatie te verschaffen voordat hij zijn rapport aan zijn opdrachtgever aanbood. Niet voldoende is dat betrokkene zijn opdrachtgever vragen heeft laten stellen op de vergadering van aandeelhouders. Evenmin is van belang dat hoor en wederhoor hebben plaatsgevonden bij het gerechtshof en dat het hof heeft laten zien te begrijpen dat het hier gaat om een partijrapport dat niet gebaseerd is op informatie verstrekt door klaagster. Dit nalaten levert schending op van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maatregel: waarschuwing
-
ECLI:NL:TACAKN:2018:75 Accountantskamer Zwolle 18/1902 Wtra AK
- Datum publicatie: 05-11-2018
- Datum uitspraak: 05-11-2018
- ECLI:NL:TACAKN:2018:75
Verzoek Nba, om bij wijze van voorlopige voorziening de inschrijving van betrokkene tegen wie een tuchtklacht is ingediend (wegens valsheid in geschrifte bij het aanvragen van een geldlening) door te halen, afgewezen. Gelet op het gemotiveerde verweer van betrokkene is er geen sprake van een voldoende ernstig vermoeden zoals bedoeld in artikel 41 eerste lid, Wtra dat betrokkene zich schuldig heeft gemaakt aan het handelen dat ten grondslag is gelegd aan de klacht. Wil dat handelen (ook zonder dat betrokkene daarvoor strafrechtelijk is veroordeeld) aannemelijk worden, dan is daarvoor meer onderzoek vereist en daarvoor leent zich de onderhavige procedure niet. Dat onderzoek dient in beginsel plaats te vinden in het kader van de behandeling van de klacht, waarna de behandelende kamer eventueel kan beslissen of toepassing van artikel 48, eerste lid, Wtra geboden is.
-
ECLI:NL:TACAKN:2018:74 Accountantskamer Zwolle 18/1114 Wtra AK
- Datum publicatie: 22-10-2018
- Datum uitspraak: 22-10-2018
- ECLI:NL:TACAKN:2018:74
Niet aannemelijk geworden dat de aangeklaagde accountant daadwerkelijk betrokken is geweest bij de werkzaamheden c.q. gedragingen waarover geklaagd is, noch dat de accountant daarvoor tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid draagt. Klacht daarom ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2018:73 Accountantskamer Zwolle 17/2555 Wtra AK
- Datum publicatie: 15-10-2018
- Datum uitspraak: 15-10-2018
- ECLI:NL:TACAKN:2018:73
Als een accountant een professionele dienst voor iemand verricht (betaald of onbetaald) en in de hoedanigheid van accountant contact zoekt met een ander en deze vraagt om informatie, dient hij of zij zich vanaf het eerste contact als accountant kenbaar te maken, zodat degene met wie contact wordt gezocht adequaat daarop kan reageren. Door dit niet te doen heeft betrokkene niet eerlijk en oprecht opgetreden en daarmee het in artikel 6 van de VGBA neergelegde fundamentele beginsel van integriteit geschonden. Betrokkene heeft verder in strijd met genoemd fundamenteel beginsel gehandeld door op persoonlijke titel lid van klaagster te worden, op persoonlijke titel inzage in de jaarrekening en de daarvoor vereiste toegang tot het hoofdkantoor te vragen en haar rol niet te verduidelijken, terwijl zij wist dat daarover bij klaagster onduidelijkheid bestond. Tot slot heeft betrokkene niet eerlijk en oprecht gehandeld door een journalist als partnerlid in te schrijven met het oogmerk deze toegang te geven tot bepaalde gegevens van klaagster, terwijl die journalist niet haar partner was en evenmin op hetzelfde adres als betrokkene stond ingeschreven. Maatregel: berisping.
-
ECLI:NL:TACAKN:2018:72 Accountantskamer Zwolle 18/512 Wtra AK
- Datum publicatie: 05-10-2018
- Datum uitspraak: 05-10-2018
- ECLI:NL:TACAKN:2018:72
Aan de accountant wordt verweten dat hij onrechtmatig en in strijd met de wet en de fundamentele beginselen van professionaliteit, integriteit, objectiviteit en vakbekwaamheid heeft gehandeld door niet met de belangrijkste schuldeisers van zijn besloten vennootschap te overleggen over een activa-passiva transactie, door zijn besloten vennootschap te ontbinden terwijl er nog een schuld openstond en door wel een schuld van € 47,07 aan zijn energieleverancier te voldoen maar niet de schuld aan klaagster. Deze klacht is ongegrond nu deze deels een feitelijke grondslag mist en overigens is gebaseerd op een onjuiste rechtsopvatting.