Zoekresultaten 211-220 van de 613 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:210 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-368/DH/RO
- Datum publicatie: 11-12-2024
- Datum uitspraak: 25-11-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:210
Raadsbeslissing. Klacht over het handelen van de advocaat van de wederpartij in een huurgeschil. De klacht is deels niet-ontvankelijk door tijdsverloop en vanwege het ontbreken van rechtstreeks belang. De klacht is voor het overige ongegrond, omdat niet is gebleken dat onjuiste informatie is verstrekt en evenmin is gebleken dat verweerder klagers belangen onnodig of onevenredig heeft geschaad.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:217 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-726/DH/RO
- Datum publicatie: 11-12-2024
- Datum uitspraak: 04-12-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:217
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een echtscheidingskwestie in alle onderdelen kennelijk ongegrond. De klacht is deels onvoldoende onderbouwd en voor het overige is niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerster.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:211 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-379/DH/DH
- Datum publicatie: 11-12-2024
- Datum uitspraak: 25-11-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:211
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Verweerster heeft na de zitting nog een uitgebreide brief aan de rechtbank gestuurd. Uit de beschikking blijkt dat verweerster de gelegenheid heeft gekregen om te reageren op een door klager ingebrachte e-mail. Uit het proces-verbaal van de zitting blijkt echter niet duidelijk dat de rechtbank dat op die manier had beslist en dat het einde van de zitting rommelig verliep. Er lijkt een zekere mate van miscommunicatie tussen verweerster en de rechtbank. De raad acht het verweersters brief daarom niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:218 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-736/DH/DH
- Datum publicatie: 11-12-2024
- Datum uitspraak: 11-12-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:218
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een erfrechtelijke kwestie deels kennelijk niet-ontvankelijk en voor het overige kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweerder feiten heeft gesteld waarvan hij op dat moment de onwaarheid kende. Evenmin gebleken dat klager onnodig op kosten is gejaagd of dat communicatie stroef verliep door toedoen van verweerder.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:170 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-218/DB/OB
- Datum publicatie: 10-12-2024
- Datum uitspraak: 09-12-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:170
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:295 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-623/AL/MN
- Datum publicatie: 10-12-2024
- Datum uitspraak: 09-12-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:295
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:296 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-224/AL/MN
- Datum publicatie: 10-12-2024
- Datum uitspraak: 09-12-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:296
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:297 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-672/AL/OV
- Datum publicatie: 10-12-2024
- Datum uitspraak: 09-12-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:297
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over een eigen advocaat kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:168 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-442/DB/LI
- Datum publicatie: 10-12-2024
- Datum uitspraak: 09-12-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:168
Raadsbeslissing. Klacht over een advocaat door haar voormalig accountant. Verweerster heeft conceptjaarstukken bewerkt en zodanig gepresenteerd alsof zij door een accountant definitief zijn bevonden. Verweerster heeft daarmee de kernwaarde (financiële) integriteit met voeten getreden. Hoewel verweerster zich reeds heeft uitgeschreven als advocaat, legt de raad een onvoorwaardelijke schorsing van 26 weken op.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:299 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-386/AL/OV 24-387/AL/OV 24-388/AL/OV 24-389/AL/OV
- Datum publicatie: 10-12-2024
- Datum uitspraak: 09-12-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:299
De raad heeft vastgesteld dat verweerder in de onderliggende procedure meermaals belastende stellingen over klager, de wederpartij van zijn cliënte, heeft geponeerd waarvan niet is gebleken dat deze juist waren. Ook heeft hij in deze klachtprocedure vergaande belastende uitspraken over klager gedaan. Dit heeft hij gedaan in zijn schriftelijke verweer aan de deken en op de zitting van de raad. Vooral dit laatste handelen van verweerder neemt de raad hem ernstig kwalijk. Het optreden van verweerder tijdens de zitting van de raad, waarbij verweerder zijn eerdere ongefundeerde beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag jegens klager met nieuwe, eveneens ongefundeerde aantijgingen heeft uitgebreid, toont aan dat verweerder het verwijtbare en het onaanvaardbare van zijn handelen niet inziet. Ook zijn opmerkingen op de zitting in de richting van de voorzitter getuigen van een houding die niet past bij een advocaat. Gelet op de aard en de ernst van dit handelen van verweerder is de raad van oordeel dat alleen een deels onvoorwaardelijke schorsing passend is. De raad legt een schorsing op van 12 weken waarvan 6 weken voorwaardelijk.