Zoekresultaten 501-510 van de 884 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:138 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-450/DB/OB

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft gedragsregel 15 overtreden door herhaald op te treden tegen een voormalige cliënte. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:246 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-700/AL/MN

    Raadbeslissing. Verzoek ex artikel 60ab lid 1 Advocatenwet. De raad is van oordeel dan sprake is van een ernstig vermoeden van een handelen of nalaten door verweerder waardoor enig door artikel 46 Advocatenwet beschermd belang ernstig is geschaad of dreigt te worden geschaad en wel zodanig dat het doorlopen van een reguliere tuchtrechtprocedure niet kan worden afgewacht. De raad schorst verweerder met onmiddellijke ingang in de uitoefening van zijn praktijk als advocaat en gunt de deken een termijn van zes weken voor het indienen van een dekenbezwaar.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:165 Raad van Discipline Amsterdam 24-578/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Verweerster heeft onderbouwd aangevoerd dat zij heeft geprobeerd om klaagster duidelijk te maken dat het aanwezig zijn van een onzeker causaal verband tussen de medische fout en haar huidige toestand aan de volledige schadevergoeding in de weg staat. Het is begrijpelijk dat klaagster teleurgesteld kan zijn in het gedane schikkingsaanbod en dat zij het jammer vindt dat verweerster geen hoger schikkingsbedrag voor haar heeft kunnen regelen en de gang naar de rechter niet heeft ingezet, maar dat betekent niet dat de bijstand van verweerster aan klaagster daarmee ondermaats is geweest.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:166 Raad van Discipline Amsterdam 24-560/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerster niet onevenredig nadeel aan klaagster toegebracht of onnodig polariserend opgetreden. Verweerster heeft gehandeld binnen de vrijheid die zij als advocaat van de wederpartij heeft.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:162 Raad van Discipline Amsterdam 24-255/A/A

    Klacht over kwaliteit dienstverlening eigen advocaat. Hoewel de klacht buiten de vervaltermijn van drie jaar is ingediend, is deze gedeeltelijk ontvankelijk op grond van artikel 46g lid 2 Advocatenwet. Klager heeft toereikend toegelicht dat hij weliswaar vanaf het vonnis van 7 mei 2018 bekend was met de toegewezen boeterente, maar dat hij niet wist dat verweerder door geen verweer hiertegen te voeren klager onnodig heeft blootgesteld aan het risico dat de vorderingen van de verhuurder in reconventie onbetwist zouden worden toegewezen en derhalve met de (mogelijke) gevolgen van verweerders nalaten. Pas door voorlichting door zijn huidige advocaat is klager bekend geraakt met de gevolgen van het nalaten van verweerder. Daarna heeft klager alsnog binnen een jaar - en daarmee tijdig - een klacht over verweerder ingediend. Voor zover de klacht ontvankelijk is, is deze bovendien gegrond. Verweerder is ernstig tekortgeschoten in zijn zorgplicht jegens klager door hem de kans te hebben ontnomen om de schade te beperken door te verzuimen verweer te voeren tegen de door de verhuurder gevorderde boeterente en/of door na te laten te adviseren tegen het vonnis van 7 mei 2018 hoger beroep in te stellen. Wanneer klager verweerder via een aansprakelijkstelling op zijn gedrag aanspreekt, verzuimt verweerder vervolgens hierover helder, adequaat en coöperatief met klager te communiceren. Deze omstandigheden rechtvaardigen het opleggen van een ingrijpende maatregel. Daarbij weegt de raad naast de omstandigheden van deze klachtzaak ook het zeer uitgebreide tuchtrechtelijke verleden van verweerder mee. De maatregel van schorsing voor de duur van twaalf (12) weken, waarvan zes (6) weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee (2) jaar is passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:163 Raad van Discipline Amsterdam 24-391/A/A

    Klacht over de werkzaamheden van verweerder als waarnemer. De klacht is gedeeltelijk niet-ontvankelijk in verband met het ne bis in idem beginsel. klaagster heeft eerder al een klacht over verweerders waarneming ingediend, die bij beslissing van 26 september 2022, ECLI:NL:TADRAMS:2022:192 gegrond is verklaard en waarbij aan verweerder een berisping is opgelegd. Deze beslissing is onherroepelijk geworden. Klaagster kan niet een tweede maal klagen over hetzelfde feitencomplex. Voor het overige is de klacht ongegrond. Klaagster heeft niet aannemelijk gemaakt dat verweerder in de vorige klachtprocedure leugenachtige verklaringen heeft afgelegd tegenover de raad.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:164 Raad van Discipline Amsterdam 24-509/A/A

    Ongegronde klacht over kwaliteit van dienstverlening eigen advocaat. De werkzaamheden die verweerder voor klaagster heeft verricht in de drie zaken voldeden op alle vlakken aan de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:174 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-190/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een echtscheidingsprocedure. Advies aan cliënte om het geld van de gezamenlijke bankrekeningen over te maken leidt tot onnodige polarisatie. Verweerster heeft ook niet eerst op een andere, minder ingrijpende manier geprobeerd de liquiditeit voor haar cliënte veilig te stellen. Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:168 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-566/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over opstelling advocaat wederpartij in een geschil met de Belastingdienst. Verweerster heeft het standpunt van haar cliënt verwoord. Niet gebleken dat zij daarbij klachtwaardig heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:244 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-627/AL/OV

    Verweerder heeft klaagster namens haar rechtsbijstandsverzekeraar bijgestaan na ontdekte problemen na in de woning na levering daarvan. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder haar voldoende voortvarend bijgestaan en daarbij met medeweten van klaagster is bijgestaan door zijn kantoorgenoot. Nadat over de wijze van aanpak van de kwestie een onoverbrugbaar verschil van inzicht is ontstaan, heeft verweerder zich onttrokken. Kennelijk ongegrond.