Zoekresultaten 781-785 van de 785 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:174 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5013
- Datum publicatie: 07-11-2023
- Datum uitspraak: 03-11-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:174
Klacht tegen een gz-psycholoog. Een journalist heeft een podcast gemaakt over klaagster. Zij heeft de gz-psycholoog gevraagd om in de uitzending gedragingen die aan klaagster worden toegeschreven, te duiden. Dit heeft de gz-psycholoog gedaan, zonder dat hij klaagster ooit gezien of gesproken heeft. Klaagster verwijt de gz-psycholoog zijn medewerking aan en uitlatingen tijdens de podcast. Het tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt – mede vanwege het tuchtrechtelijk verleden van de gz-psycholoog – een voorwaardelijke schorsing van drie maanden op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:242 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5551
- Datum publicatie: 03-11-2023
- Datum uitspraak: 03-11-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:242
Gegronde klacht tegen een arts. Klager verwijt de arts dat hij geen vervangend cholesterolverlagend medicijn heeft voorgeschreven en dat hij hem te laat heeft doorverwezen naar de neuroloog. Daarnaast verwijt klager de arts dat hij de aansprakelijkheidstelling van klager niet heeft doorgestuurd naar zijn (beroepsaansprakelijkheid)verzekering. Het college is van oordeel dat de arts eerder en verder (neurologisch) onderzoek had moeten doen naar de aanhoudende klachten van klager. Nu hij dit niet heeft gedaan wordt de aanwezigheid van een indicatie om eerder door te verwijzen naar de neuroloog niet door de arts weerlegd. Dit klachtonderdeel is daarom gegrond. Ook het derde klachtonderdeel is gegrond. Het college overweegt dat van een arts mag worden verwacht dat hij correct en zorgvuldig omgaat met (schade)claims en klachten die naar aanleiding van zijn handelen worden ingediend door patiënten. Daaronder valt ook dat hij een aansprakelijkheidstelling tijdig meldt aan en doorgeleidt naar zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Het college is verder van oordeel dat de arts ten aanzien van het staken van de statine zorgvuldig heeft gehandeld en volgens de “Praktische handleiding bij de NHG-Standaard CVRM”. Het college vindt het gezien de klachten van klager begrijpelijk dat de arts geen andere statine heeft voorgeschreven en dat hij heeft gewacht met het voorschrijven van een andere statine tot na het onderzoek bij de neuroloog. Dit klachtonderdeel is ongegrond. De arts is niet op de zitting verschenen en heeft geen verweer gevoerd. Het college heeft dan ook niet kunnen vaststellen of de arts de ernst van de hem gemaakte verwijten en de gegrond verklaarde klachtonderdelen inziet. Het college acht zijn gebrek aan reflectie en toetsbaar opstellen tijdens de gehele (tuchtklacht)procedure zorgelijk. Gelet hierop is het college van oordeel dat niet met een lichtere maatregel dan een berisping kan worden volstaan.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:243 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5514
- Datum publicatie: 03-11-2023
- Datum uitspraak: 03-11-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:243
Gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft klager via zorgdomein verwezen. Deze verwijzing is nog dezelfde dag afgewezen. Klager verwijt de huisarts dat hij hem niet over de afwijzing op de hoogte heeft gesteld en hem niet verder heeft geholpen om een behandelaar te vinden voor zijn psychische klachten. Het college is van oordeel dat de huisarts klager had moeten informeren toen hij vernam dat zijn verwijzing niet werd geaccepteerd. De huisarts wist dat klager psychische hulp nodig had en dat klager voor die hulp dus niet bij deze behandelaar terecht kon. Daar komt bij dat de huisarts vond dat de behandelaar klager ten onrechte had afgewezen. De huisarts had direct contact met de behandelaar kunnen opnemen om te bespreken dat de afwijzing in zijn ogen onterecht was. De huisarts had dit ook nog kunnen doen toen klager contact opnam met zijn praktijk. Ook toen heeft de huisarts klager niet verder geholpen. De huisarts heeft later, nadat klager een klacht had ingediend, alsnog contact opgenomen met de behandelaar, waarna een intakegesprek met klager is ingepland. De behandeling van klager heeft door dit alles vertraging opgelopen, hetgeen mogelijk voorkomen had kunnen worden. De huisarts heeft ingezien dat hij anders had moeten handelen. De huisarts heeft tijdens het mondeling vooronderzoek zijn excuses aan klager aangeboden. Ook ter zitting heeft de huisarts zelfinzicht getoond. Gelet daarop acht het college een waarschuwing een passende maatregel.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:244 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5453
- Datum publicatie: 03-11-2023
- Datum uitspraak: 03-11-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:244
Gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster heeft toestemming gegeven aan de huisarts om bepaalde informatie te delen met een verzekeraar. Klaagster verwijt de huisarts dat hij ook niet relevante informatie, waarvoor zij geen toestemming heeft gegeven, heeft gedeeld. De huisarts erkent dat bepaalde informatie niet verstrekt had mogen worden. Hoewel hij zelf niet actief deze informatie heeft verstrekt (maar een ondersteunend medewerker van de praktijk) begrijpt hij wel dat hij hiervoor de verantwoordelijkheid draagt.Het college overweegt dat de klacht gegrond is, er is immers informatie verstrekt zonder toestemming van klaagster. Het college ziet desondanks geen aanleiding om de huisarts een maatregel op te leggen. De huisarts heeft op het moment dat hij ontdekte dat er in de praktijk niet conform de werkwijze en werkafspraken medische informatie was verstrekt, direct zijn verantwoordelijkheid genomen en alle benodigde stappen gezet om herhaling van deze situatie te voorkomen. Hij heeft daarbij niet alleen interne maatregelen genomen en een expert ingeschakeld, maar ook een melding bij de Autoriteit Persoonsgegevens gedaan. De huisarts heeft zich toetsbaar opgesteld en hij betreurt ten zeerste wat er is gebeurd en heeft aan klaagster zijn welgemeende excuses aangeboden. Gelet op dit alles is het college van oordeel dat het opleggen van een maatregel geen redelijk tuchtrechtelijk doel meer dient.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:245 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5381
- Datum publicatie: 03-11-2023
- Datum uitspraak: 03-11-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:245
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. In het kader van een medische expertise voor een aanspraak op een verzekering was de huisarts gevraagd om het huisartsenjournaal te overleggen. Dit heeft de huisarts gedaan, maar later bleek dat een deel van de consultverslagen ontbraken.Klager verwijt de huisarts dat zij niet alle aanwezige informatie aan de medisch adviseur heeft overgelegd. De huisarts erkent dat zij per abuis een aantal consulten niet heeft meegenomen in haar brief aan de medisch adviseur, maar zij heeft de fout hersteld en klager heeft een nieuwe expertise gekregen waarvan de kosten door de verzekeraar van de huisarts zijn betaald.Het college is van oordeel dat er sprake is geweest van een administratieve fout die van onvoldoende gewicht is om tot een tuchtrechtelijk verwijt te kunnen leiden. Dit geldt te meer daar de fout meteen is hersteld door de huisarts zodra zij hiervan op de hoogte was gesteld door klager. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 78
- Pagina: 79