Zoekresultaten 1521-1527 van de 1527 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:229 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-392/DH/RO
- Datum publicatie: 08-11-2023
- Datum uitspraak: 06-11-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:229
Verweerder heeft geen recht gedaan aan de positie van klaagster als gezagdragende ouder en hij is onvoldoende terughoudend geweest in het contact met de minderjarige zoon van partijen. Verweerder heeft daarmee onvoldoende rekening gehouden met de zwaarwegende belangen van de gezinsleden en vooral met de belangen van het kind. Het baart de raad zorgen dat verweerder de onjuistheid van zijn handelen niet inziet, ook niet nadat hij is gewezen op de relevante jurisprudentie. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:223 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-090/DH/RO
- Datum publicatie: 08-11-2023
- Datum uitspraak: 06-11-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:223
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:189 Hof van Discipline 's Gravenhage 220298
- Datum publicatie: 07-11-2023
- Datum uitspraak: 06-11-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:189
Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van dienstverlening en de omvang van de opgedragen werkzaamheden ongegrond. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:190 Hof van Discipline 's Gravenhage 230041 230042
- Datum publicatie: 07-11-2023
- Datum uitspraak: 06-11-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:190
Het hof bekrachtigt het oordeel van de raad dat klagers niet belanghebbend zijn bij hun klacht. Klagers zijn minderheidsaandeelhouders in een moedermaatschappij en de klacht is gericht tegen de advocaten van een dochtermaatschappij.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:124 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-184/DB/ZWB/D
- Datum publicatie: 06-11-2023
- Datum uitspraak: 06-11-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:124
Dekenbezwaar. Onttrekken aan toezicht deken. Financiële administratie. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet en in strijd met gedragsregel 29 gehandeld, doordat hij de kengetallen over het boekjaar 2021 en de vergelijkbare cijfers over het jaar 2020 ondanks herhaalde verzoeken niet heeft aangeleverd. Ook heeft verweerder de jaarstukken waarom is verzocht in verband met het kantoorbezoek, ondanks herhaalde verzoeken, niet aangeleverd. Verweerder heeft de overige afspraken als verwoord in het verslag van het kantoorbezoek d.d. 6 oktober 2022 evenmin heeft nageleefd en heeft bovendien niet binnen de daartoe gestelde termijn CCV-opgave gedaan. Tot slot heeft verweerder in algemene zin niet op door of namens de deken gedane redelijke verzoeken om informatie gereageerd, waarmee hij zich aan het toezicht van de deken heeft onttrokken. Verweerder is reeds eerder tuchtrechtelijk veroordeeld wegens het niet aanleveren van gevraagde bescheiden en het belemmeren van de deken in diens toezichthoudende taak. Ter zitting heeft verweerder er geen blijk van gegeven inzicht te hebben in het kwalijke van zijn handelen. Uit de houding van verweerder, ook in deze procedure, is op te maken dat hij de ernst van de situatie blijkbaar niet inziet. De behandeling van het onderhavige dekenbezwaar is ter zitting van 22 mei 2023 aangehouden teneinde verweerder in de gelegenheid te stellen om de gevraagde stukken alsnog voor of uiterlijk op 1 juli 2023 aan de deken aan te leveren. Verweerder had dit moeten opvatten als een allerlaatste kans. Verweerder heeft de met de deken afgesproken en in het proces-verbaal van de zitting vastgelegde termijn echter ongebruikt laten verstrijken. Op grond van het voorgaande oordeelt de raad een schorsing van 36 weken, waarvan 24 weken voorwaardelijk, passend en geboden. Daarbij zal de raad als bijzondere voorwaarde stellen dat verweerder uiterlijk op 1 januari 2024 de definitieve jaarstukken 2018 tot en met 2022 bij de deken zal aanleveren en op de voorgeschreven wijze zal deponeren.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:185 Hof van Discipline 's Gravenhage 220321
- Datum publicatie: 01-11-2023
- Datum uitspraak: 27-11-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:185
Bekrachtiging beslissing raad. De advocaat van de wederpartij werd onder meer verweten dat hij kansloze en nodeloze procedures voor zijn cliënt heeft gevoerd en dat hij daarbij bij herhaling stellingen poneerde waarvan hij de onjuistheid kende. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:184 Hof van Discipline 's Gravenhage 220320
- Datum publicatie: 01-11-2023
- Datum uitspraak: 27-11-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:184
Vernietiging beslissing raad. Gegrondverklaring beide klachtonderdelen. Verweerder heeft op zijn minst genomen het risico aanvaard dat de rechter ter zitting zou (kunnen) worden misleid. Door de overeenkomst bovendien te paraferen en deze te voorzien van zijn kantoorstempel onder de handtekening en door de opmerking waarbij verweerder heeft doen voorkomen dat klager bij hem op kantoor is geweest ter zitting na betwisting niet terstond in te trekken, heeft verweerder zich niet gedragen zoals een advocaat betaamt. Hof legt zwaardere maatregel op dan de raad. Verder houdt het hof ten nadele van verweerder in enige mate rekening met zijn tuchtrechtelijke verleden. Voorwaardelijke schorsing 2 weken met proeftijd van 2 jaren en proceskostenveroordeling.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 152
- Pagina: 153