Zoekresultaten 4351-4356 van de 4356 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:111 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-244/DB/OB
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 02-10-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:111
Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:215 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5519
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 03-10-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:215
Gegronde klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog heeft op verzoek van een cliënte die bij haar in behandeling was een verklaring opgesteld en afgegeven ten behoeve van de advocaat van cliënte. Die verklaring bevatte onder meer informatie over klager als zijnde de ex-partner van cliënte met wie zij in een echtscheidingsprocedure verwikkeld was. De gz-psycholoog wist dat deze verklaring zou worden ingebracht in die procedure. Klager had geen toestemming gegeven voor deze verklaring. Het college is van oordeel dat de gz-psycholoog met het afgeven van de verklaring niet heeft gehandeld overeenkomstig de voor haar geldende beroepsnorm. Het college acht de maatregel van berisping passend, gegeven de aard van de tuchtrechtelijke fout en de gegeven omstandigheden, daarbij meegewogen de toelichting van de gz-psycholoog ter zitting. Klacht gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:112 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-313/DB/OB
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 02-10-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:112
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft met de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in het register van de burgerlijke stand in het geheel geen bemoeienis gehad, terwijl van enige onregelmatigheid van die inschrijving overigens ook niet is gebleken. Omdat de klachtonderdelen 1 en 2 feitelijke grondslag missen, zijn deze klachtonderdelen ongegrond. Voor de juistheid van het verwijt dat sprake is van een onregelmatige echtscheiding in Nederland, die niet in Burkina Faso zal worden erkend, heeft de raad geen aanknopingspunten gevonden. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:239 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-622/AL/OV/D
- Datum publicatie: 02-10-2023
- Datum uitspraak: 02-10-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:239
Toewijzing verzoek van de deken ex artikel 60b Advocatenwet. Op grond van de door de deken aangevoerde feiten, die door verweerder in deze procedure niet zijn betwist, concludeert de raad dat sprake is van een ernstig disfunctioneren van verweerder. In de loop der jaren zijn er door (oud)cliënten van verweerder, rechtbanken, het Openbaar Ministerie en de Raad voor Rechtsbijstand vele klachten over verweerder ingediend. Verschillende van die klachten hebben geleid tot de oplegging van een maatregel door de raad, waaronder meerdere onvoorwaardelijke schorsingen. Uit die klachten en signalen blijkt dat verweerder voor cliënten en anderen onbereikbaar is, hij veelvuldig (ook zonder melding vooraf) niet op zittingen verschijnt en dat hij zijn afspraken niet nakomt. Verweerder heeft hierdoor in het bijzonder de belangen van zijn cliënten ernstig geschaad. Ook is hij afspraken met de deken, om tot verbetering van zijn praktijkvoering te komen en (later) over de afbouw van zijn praktijk, niet nagekomen. Op grond van het voorgaande is de raad van oordeel dat verweerder, in de termen van artikel 60b van de Advocatenwet, geen blijk geeft van een behoorlijke praktijkuitoefening. Daarbij komt dat verweerder veelvuldig en gedurende een lange periode door de deken op zijn disfunctioneren is gewezen en verweerder op verschillende momenten van de deken kansen en hulp heeft gekregen om zijn praktijkuitoefening te verbeteren. Gelet op de vele recente klachten en signalen heeft dat echter niet tot enige verbetering geleid. Ook de beslissingen van de raad hebben er niet toe geleid dat verweerder de situatie ten goede heeft gekeerd. Verweerder lijkt zich onvoldoende bewust van de ernst van zijn disfunctioneren en de negatieve gevolgen die zijn handelen en nalaten voor anderen kan hebben. De raad heeft er daarom geen vertrouwen in dat zijn praktijkvoering zal verbeteren. De raad is op grond van de bovengenoemde omstandigheden van oordeel dat het niet langer verantwoord is dat verweerder zijn praktijk uitoefent en cliënten bijstaat. Het verzoek van de deken zal daarom worden toegewezen en verweerder zal voor onbepaalde tijd in de uitoefening van de praktijk worden geschorst.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:204 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-112/DH/RO
- Datum publicatie: 02-10-2023
- Datum uitspraak: 02-10-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:204
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:2 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/675525 / DW RK 19/613
- Datum publicatie: 27-11-2020
- Datum uitspraak: 02-01-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:2
De gerechtsdeurwaarder heeft zijn reactie op een op 11 februari 2019 door klager ingediende klacht naar een verkeerd adres gestuurd. Het verzet is gegrond. Gelet op de door de gerechtsdeurwaarder aangeboden excuses, acht de kamer de gemaakte fout onvoldoende om tuchrechtelijk verwijtbaar handelen vast te kunnen stellen. De aanvankelijke klacht wordt daarom ongegrond verklaard.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 435
- Pagina: 436