Zoekresultaten 901-910 van de 42643 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:30 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-774/AL/GLD 23-776/AL/GLD 23-777/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing in 3 samenhangende zaken. Klager beklaagt zich over het tekortschieten van verweerder en zijn kantoorgenoten in hun zorgplicht richting klager nadat zijn advocaat tevens kantoorgenoot van verweerders plotseling was overleden. Verweerder in klachtzaak 23-774 was toen geen advocaat meer zodat die klacht kennelijk niet-ontvankelijk is. Verweerders in klachtzaken 23-776 en 23-777 hoefden en konden de dossiers van klager bij hun kantoorgenoot niet over te nemen. Zij hebben zich ruim voldoende ingespannen om een andere advocaat buiten hun kantoor te vinden voor klager. Klachten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:29 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-029/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft zijn ex-cliënt niet te woord willen staan omdat hij door hem onheus is bejegend. Hoewel een advocaat vanwege zijn bijzondere positie in het rechtsbestel bepaalde plichten heeft richting rechtszoekenden en diens (ex-)cliënten, hoeft een advocaat niet te dulden dat hij onheus bejegend wordt. Daarbij is in het bijzonder van belang dat klager zijn dossier al heeft ontvangen en diens advocaat contact op kan nemen met verweerder als er stukken ontbreken. Niet gebleken dat verweerder beschikt over ontbrekende e-mails en een brief. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:30 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-826/DB/LI/D

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft in strijd met de kernwaarde integriteit doordat hij een studiekostenbeding heeft gesloten met zijn stagiaire waarbij verweerder niet de Beleidsregel stage en patronaat 2018 heeft gevolgd. Verweerder heeft de deken daarover consequent onjuist geïnformeerd, terwijl hij had moeten weten dat het gesloten studiekostenbeding niet was toegestaan. Ook niet voldaan aan de verplichting uit artikel 3.13 lid 7 onder a Voda. Onvoorwaardelijke schorsing van 2 weken.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:31 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-754/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening. Het is de raad niet gebleken dat verweerder onvoldoende deskundig was en dat hij de juridisch verkeerde weg is ingeslagen. Dat de rechtbank van oordeel is dat de eerste stap (de onrechtmatigheid van het handelen van de gemeente) niet kan worden genomen en zij daarom niet toekomt aan het causale verband met de gestelde schade, betekent niet meteen dat verweerder ondeskundig is of een fout heeft gemaakt. Niet gebleken is dat hij een toegezegde of wettelijke termijn heeft overschreden. 5.7                Het is de raad verder niet gebleken dat verweerder niet tijdig de gevraagde kosteninschatting heeft verstuurd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:37 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-416/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:57 Hof van Discipline 's Gravenhage 230383

    Hoger beroep tegen een door de raad ongegrond verklaard verzet. Niet-ontvankelijk. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:58 Hof van Discipline 's Gravenhage 230321

    Verzet tegen een voorzittersbeslissing te laat ingediend en daarmee niet-ontvankelijk. 

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:1 Kamer voor het notariaat Amsterdam 734822 / NT 23-21 734823 / NT 23-22

    Klagers menen dat de toegevoegd notaris verwijtbaar heeft gehandeld. Volgens klagers heeft de toegevoegd notaris de rechten van klagers geschonden door de akte te verlijden zonder vooraf aan de betrokkenen hun in artikel 13 tweede volzin van de oprichtingsakte voorgeschreven instemming te vragen. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:59 Hof van Discipline 's Gravenhage 230088

    Klacht over eigen advocaat. Klaagster beklaagt zich onder meer over de manier waarop verweerder zich volgens haar heeft gedragen tijdens een bespreking en dat hij zijn werk niet goed heeft gedaan en ondeskundig is. De raad heeft de klachten ongegrond verklaard. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad (verkorte bekrachtiging).

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:2 Kamer voor het notariaat Amsterdam 737092 / NT 23-27

    Nu klagers zich tot de notaris hadden gewend om een samenlevingsovereenkomst op te stellen en noch uit de aantekeningen van de eerste bespreking noch anderszins is gebleken dat zij de notaris toen ook hebben verzocht te adviseren omtrent de berekening van de erfdelen van de stiefkinderen, overweegt de kamer dat er geen verplichting voor de notaris was om dat op eigen initiatief te doen.