Zoekresultaten 171-180 van de 2805 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:7 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2022/43

    Onenigheid tussen klager en de notaris, die beiden lid zijn van de VvE van een appartementencomplex. De notaris houdt geen kantoor in dat complex. Indiening tuchtklacht vormt geen misbruik van bevoegdheid of klachtrecht. Hoedanigheid. Klachtonderdelen over geluidsoverlast door verbouwingen van de notaris en de wijze waarop hij zijn bijdrage in de gemeenschappelijke kosten heeft berekend, worden aangemerkt als privéaangelegenheid van de notaris waarvoor hij zich in beginsel niet tuchtrechtelijk hoeft te verantwoorden. Een notaris kan desalniettemin tuchtrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden voor zijn handelen in privé als dit dermate kwalijk is dat daardoor de eer en het aanzien van het notarisambt zijn geschaad, maar de kamer oordeelt dat daarvan geen sprake is. Dat de notaris – in zijn hoedanigheid van notaris – de levering van appartementsrechten aan klager heeft opgeschort in afwachting van het herstel van een lekkage in het appartement dat klager voorafgaand aan die levering aan de notaris zou leveren, acht de kamer niet klachtwaardig. In zijn hoedanigheid van notaris heeft hij ook een bestuursbesluit ingeschreven bij de KvK, terwijl hij wist dat klager (enig bestuurder van de VvE) het daar niet mee eens was. Volgens de notaris kon hij uit eigen wetenschap verklaren dat bij de voorafgaande ledenvergadering van de VvE unaniem was ingestemd met het besluit tot benoeming van de door hem opgerichte stichting als bestuurder, maar de kamer is van oordeel dat de notaris er daarbij ten onrechte aan voorbij is gegaan dat hij de ledenvergadering van de VvE niet in zijn hoedanigheid van notaris heeft bijgewoond, maar in zijn hoedanigheid van lid van de VvE. Daarom acht de kamer het tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de notaris er, met de kennelijke bedoeling de door klager geuite bezwaren te omzeilen, welbewust voor heeft gekozen om de (beweerdelijke) bestuurswijziging vervolgens in zijn hoedanigheid van notaris te laten inschrijven. Daardoor heeft de notaris op oneigenlijke wijze gebruik gemaakt van de aan hem wegens zijn ambt toegekende bevoegdheid. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:6 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2022/35

    Klaagster verwijt de notaris dat het door hem opgestelde testament van vader niet overeenkomstig de wens van vader is, waardoor het door vader beoogde rechtsgevolg niet is ingetreden. Ook verwijt klaagster de notaris dat hij niet onafhankelijk en/of onpartijdig gehandeld heeft bij het afwikkelen van de nalatenschap van vader. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard. Er zijn onvoldoende aanknopingspunten voor tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:18 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/411781 / KL RK 22-149

    In deze zaak is sprake van bijzondere feiten en omstandigheden die maakten dat van de kandidaat-notaris extra onderzoek en alertheid mocht worden verlangd. Concreet: het feit dat klager vanuit het buitenland opereerde, dat hij deels vanaf buitenlandse rekeningen en deels in buitenlandse valuta betaalde en dat er bovendien haast was bij de beoogde transactie, terwijl het ging om substantiële bedragen. In zo’n situatie legt de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) een (kandidaat-)notaris de verplichting op om verscherpt cliëntenonderzoek te doen. Dat de kandidaat-notaris dit onderzoek heeft verricht, is dan ook terecht. Het onderzoek had echter voortvarender uitgevoerd kunnen worden. Bovendien is er geen regel die bepaalt dat een te betalen bedrag niet (rechtstreeks) van een buitenlandse rekening afkomstig zo mogen zijn. Hoewel de klacht op deze punten gegrond verklaard wordt, is er naar het oordeel van de kamer vanwege de overige relevante feiten en omstandigheden in deze zaak al met al geen sprake van een zodanig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen dat daarvoor een maatregel opgelegd zou moeten worden.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:19 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/405523 KL RK 22-82

    Uit de processtukken en hetgeen partijen over en weer ter zitting hebben verklaard blijkt dat de notaris vanuit meerdere rollen bij de afwikkeling van de nalatenschap van X was betrokken. Dit had de notaris naar het oordeel van de kamer tot extra voorzichtigheid en alertheid moeten nopen.Door de beleggingsportefeuille zo snel, zonder overleg en zonder noodzaak te liquideren is door de notaris voorbij gegaan aan evident andere belangen, waaronder de belangen van klaagster. Gelet op de tegengestelde standpunten van klaagster en de erfgenamen-vereffenaars ten aanzien van de beleggingsportefeuille, had de notaris een pas op de plaats moeten maken en geen gebruik moeten maken van de door de erfgenamen-vereffenaars aan hem afgegeven volmacht om het geld vervolgens op voor klaagster onbekende rekeningen te storten. Van hem had mogen worden verlangd dat hij - in de gegeven omstandigheden - eerst de discussie over de vraag of klaagster ook aanspraak kon maken op het vermogen, zou hebben afgewacht. De notaris kan in elk geval ook niet worden gevolgd in zijn stelling dat hij bij zijn handelen voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van klaagster door haar te vragen haar aanspraken te onderbouwen en door de erfgenamen op het pad van de verzwaarde vereffening te zetten. Uit de door de notaris zelf overgelegde stukken blijkt namelijk dat hij dat pas heeft gedaan nadat hij - op basis van de hem door de erfgenamen verstrekte volmacht - de beleggingsportefeuille heeft laten liquideren. De kamer komt dan ook tot de conclusie dat de notaris bij dit alles onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld. Daarom heeft de kamer de klacht gegrond verklaard en de notaris de maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:6 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-47

    Klaagster verwijt de notaris dat hij heeft gehandeld in strijd met bij of krachtens de wet gegeven bepalingen, alsmede met de zorg die hij als notaris jegens klaagster diende te betrachten.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:1 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-29

    Klager verwijt de notaris schending van het bepaalde in artikel 17 lid 3 Wet op het notarisambt (Wna). De notaris heeft vier winkelpanden in (mede) eigendom die hij verhuurt aan derden. Hiermee heeft hij belegd in registergoederen en dit is de notaris op grond van genoemde bepaling verboden.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:2 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-36

    Klaagster verwijt de notaris dat zij het testament heeft gepasseerd, terwijl erflater dement was. De notaris heeft onvoldoende onderzoek verricht naar de geestestoestand en de wilsbekwaamheid van erflater. Zij had het “Stappenplan beoordeling wilsbekwaamheid ten behoeve van de notariële dienstverlening” (hierna te noemen: Stappenplan) moeten raadplegen.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:3 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-32

    Klager heeft de afgelopen jaren meerdere slechte ervaringen gehad met andere notariskantoren. Dit is de eerste keer dat klager een klacht indient. Klager is zeer ontevreden over de dienstverlening van dit notariskantoor. Hij verwijt het notariskantoor klantonvriendelijkheid, arrogantie en het niet nakomen van toezeggingen.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:4 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-45

    Aan de samenwerking tussen klager en de notaris ligt een overeenkomst van opdracht ten grondslag. De klacht ziet voor het grootste deel op een geschil dat uit die overeenkomst voortkomt.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:5 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-21 en 22-37

    De notaris heeft nagelaten een gespecialiseerd VIA-arts te raadplegen over de geestestoestand van erflaatster. De notaris heeft zijn zorgplicht en onderzoeksplicht geschonden en niet integer gehandeld. Verder verwijt klaagster de notaris dat hij zich op drie momenten actief in de juridische procedure tussen haar en haar zuster heeft gemengd. Voorts verwijt klaagster de notaris dat hij niet tijdig op haar klachten heeft gereageerd.