ECLI:NL:TNORAMS:2023:12 Kamer voor het notariaat Amsterdam 732388/NT 23-16

ECLI: ECLI:NL:TNORAMS:2023:12
Datum uitspraak: 02-11-2023
Datum publicatie: 09-01-2024
Zaaknummer(s): 732388/NT 23-16
Onderwerp: Registergoed, subonderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Notaris treedt op als partijadviseur. Klacht over een (concept)akte vestiging opstalrecht voor een zonnepark op een perceel. Klacht ongegrond. De notaris heeft tijdig kenbaar gemaakt dat hij in de hoedanigheid van partijadviseur optrad. Het door de notaris opgestelde concept was erop gericht om tot een rechtsgeldige en ook in fiscaal opzicht correcte akte te komen. Niet is komen vast te staan dat de notaris zijn cliënt de eerste conceptakte aan klager heeft laten toezenden. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT AMSTERDAM

Beslissing in de klacht met nummer 732388 / NT 23-16 van:

[naam klager],

wonende te [plaats],

hierna: klager,

tegen:

[naam notaris],

notaris, gevestigd te [plaats],

gemachtigde: mr. L. Rammeloo, advocaat te Amsterdam,

hierna: de notaris.

1.          Het verloop van de procedure

1.1.      Bij brief van 15 april 2023 heeft klager een klaagschrift, gedateerd 29 maart 2023, met bijlagen ingediend.

1.2.      Bij e-mail/brief van 6 juni 2023 heeft de notaris een verweerschrift met bijlagen ingediend.

1.3.      De klacht is behandeld tijdens de openbare zitting van de kamer van 21 september 2023. Klager en de notaris, bijgestaan door zijn gemachtigde, waren aanwezig. Partijen hebben het woord gevoerd aan de hand van pleitnotities. Uitspraak is bepaald op heden.

2.          De feiten

2.1.      Op 20 augustus 2019 heeft klager, samen met een zus en een nicht van hem, voor de realisatie van een zonnepark op een aan hen toebehorend perceel van circa acht hectare in de omgeving van Winterswijk (hierna: het perceel), een zogenoemde ontwikkelovereenkomst gesloten met de besloten vennootschap Solarcentury Benelux B.V. (hierna: Solarcentury).

2.2.      Solarcentury zou in een in de ontwikkelovereenkomst bepaalde periode onderzoek instellen naar de haalbaarheid van het zonnepark op het perceel. Bij een positieve uitkomst zou een opstalrecht worden gevestigd ten behoeve van Solarcentury, “conform de in de Bijlage 2 opgenomen opstalvoorwaarden en het bepaalde in deze overeenkomst.”
In de opstalvoorwaarden is in artikel 2.3 vermeld: “De Retributie bedraagt vijfenvijftighonderd euro (EUR 5.500,--) exclusief omzetbelasting per hectare per jaar. Grondeigenaar is bij de vestiging van het opstalrecht niet BTW plichtig. Indien zich een situatie zou voordoen dat over de retributie omzetbelasting verschuldigd wordt, is die omzetbelasting niet in de retributie inbegrepen en zal de door Opstalhouder te betalen retributie worden vermeerderd met de verschuldigde BTW.”

2.3.      In de periode dat Solarcentury onderzoek deed, zijn de zus en de nicht van klager overleden. Zij hadden ieder drie erfgenamen.

2.4.      Bij e-mail van 30 januari 2023 heeft de heer [X] namens Statkraft Renewables Benelux B.V. - voorheen Solarcentury - (hierna: de woordvoerder van Statkraft), aan klager een eerste conceptakte vestiging opstalrecht (gedateerd 28 januari 2023) met het opschrift “uitsluitend bestemd voor discussiedoeleinden” toegezonden en daarin meegedeeld: “(..) In het document redline zijn de wijzigingen getrackt, het zijn minimale wijzigingen tav het eerder getekende contract. De planning nu is om op 15 maart 2023 de akte te laten passeren bij onze notaris te Amsterdam. Graag vernemen wij nog of jullie hier fysiek bij willen zijn of dat we het via een machtiging moeten laten verlopen. (..).”
In deze eerste conceptakte luidt artikel 2.3 van de opstalvoorwaarden als volgt: “De Retributie bedraagt vijfduizend vijfhonderd euro (EUR 5.500,--) exclusief omzetbelasting per hectare per jaar.” De twee laatste zinnen van artikel 2.3 van de hiervoor onder 2.2. vermelde opstalvoorwaarden waren in dit concept in het rood vermeld en met een rode lijn doorgehaald.

2.5.      Bij e-mail van 1 februari 2023 heeft klager de woordvoerder van Statkraft geantwoord dat hij meende dat geen van de grondeigenaren handelde als ondernemer; dat de notaris ten onrechte de passage had geschrapt dat zij ter zake van het opstalrecht niet btw-plichtig zijn en dus het opstalrecht ten onrechte had omgezet naar een met btw-belaste prestatie. Daarop heeft de woordvoerder van Statkraft bij e-mail van 2 februari 2023 - onder meer – geantwoord: “Grondeigenaar handelt van rechtswege als ondernemer aangezien hij voor een vergoeding zijn grond ter beschikking stelt. (..) Het klopt inderdaad dat de Grondeigenaar een btw-factuur naar ons zal moeten sturen en de door ons betaalde btw moet afdragen aan de belastingdienst. (..)”

2.6.      Bij e-mail van 16 februari 2023 heeft de woordvoerder van Statkraft bij klager geïnformeerd of zijn vragen voldoende waren beantwoord en of de akten definitief konden worden gemaakt. Daarop heeft klager hem bij e-mail van 19 februari 2023 geantwoord: “Na inwinning van fiscaal advies en samenspraak met mijn twee neven en nicht (…) bericht ik u dat wij uitvoering wensen te geven aan de overeenkomst zoals die destijds is gesloten. Dat betekent dat wij niet gebruik maken van de keuze! om te opteren voor een btw belaste levering maar de transactie buiten de btw houden. Het lijkt mij op uw weg te liggen om nu de notaris te laten acteren en van nu af alle partijen bij de transactie in de afwikkeling te betrekken. Wij wachten bericht van de notaris af.”

2.7.      Bij e-mail van 20 februari 2023 (17:52 uur) heeft klager aan het notariskantoor geschreven: “Enige tijd geleden ontving ik van de heer [X] van Statkraft een ontwerpakte van uw kantoor terzake een te vestigen opstalrecht voor een zonnepark te Winterswijk. (..).Deze ontwerp akte is door uw kantoor opgesteld op verzoek van de wederpartij.Merkwaardig is allereerst dat deze ontwerpakte niet vanuit uw kantoor is toegezonden aan alle voor dit perceel betrokken mede-eigenaren.
Ook vanuit Statkraft hebben tot nu toe niet alle mede-eigenaren deze ontwerpakte ontvangen.
Dan gaat de heer [X]l vervolgens via mij als tussenpersoon ontbrekende persoonsgegevens van de mede-eigenaren opvragen, waaronder zelfs een notariële volmacht terzake de nalatenschap van mijn na het sluiten van de overeenkomst in 2019 overleden zuster. Daarbij dan ook nog even het verzoek om die volmacht maar alvast te laten inschrijven bij het kadaster.
Dat alles kennelijk op verzoek van het notariskantoor, dat zelf op geen enkele wijze communiceert en volstrekt onzichtbaar blijft.
Helemaal te gek voor woorden wordt het als mij dan blijkt dat de notaris zich als partij adviseur van Statkraft opstelt, door in de ontwerpakte maar even af te wijken van de eerder gesloten overeenkomst, zulks ten nadele van de grondeigenaren. Dat alles opnieuw zonder enige vorm van communicatie met de wederpartijen bij de notariële akte.
Met deze aanpak laat de (onafhankelijke?) notaris (partij adviseur?) aan de heer [X] de ruimte om de grondeigenaren apert onjuiste informatie te verstrekken. Van die gelegenheid is dan ook gebruik gemaakt. (..)”

2.8.      Bij e-mail van 20 februari 2023 (18:10 uur) heeft de notaris klager geschreven: “Dank voor uw e-mail. Naar aanleiding hiervan zal ik contact met Statkraft opnemen. Het is inderdaad zo dat wij als partij-adviseur van Statkraft optreden. Het is uiteraard niet de bedoeling om af te wijken van de in 2019 gemaakte afspraken.”

2.9.      Bij e-mail van 21 februari 2023 heeft klager aan de notaris en aan Statkraft geschreven: “(..) Allereerst zij vermeld dat ik slechts één van zeven mede-eigenaren van het perceel grond ben waarop het opstalrecht dient te worden gevestigd. (..)
Merkwaardig is dat de mede-eigenaren niet allemaal eenzelfde bericht hebben ontvangen, sterker nog, tot heden is er met enkelen van hen in het geheel geen contact geweest, noch vanuit het notariskantoor, noch vanuit de wederpartij. De notaris laat ten aanzien van deze ontwerp-akte in het geheel niets van zich horen. De indruk wordt derhalve gevestigd – en door hem bij gebreke van enige communicatie- ook niet ontkracht, dat wij hier met een onafhankelijke notaris te maken hebben.(…)
In het door de notaris opgestelde ontwerp wordt ten nadele van de grondeigenaren afgeweken van de overeenkomst op het punt van de fiscale behandeling van de retributie, hetgeen uitsluitend in het belang is van Statkraft en zeer nadelig uitwerkt voor de zeven mede-eigenaren van de grond.
Het kan wel haast niet anders dan dat de gekozen opzet in de ontwerp-akte door een onafhankelijke notaris op verzoek van één partij in het ontwerp is opgenomen. Nog erger zou zijn, dat de notaris zulks geheel en al op eigen initiatief zou hebben gedaan, zonder daarbij op enigerlei wijze daarover te communiceren met alle andere zes partijen bij de overeenkomst. Die partijen zijn terzake niet deskundig en zouden zonder mijn interventie met de gekozen opzet mee zijn gegaan en daardoor ernstig zijn benadeeld. (..)
Ik stel vast dat de notaris de mede-eigenaren tot heden volstrekt heeft genegeerd; er is vanuit dit kantoor geen enkele communicatie op gang gebracht. (..)

2.10.    Bij e-mail van 22 februari 2023 heeft de notaris aan klager (met een cc aan Statkraft) geschreven: “Zoals maandag aangegeven handel ik inderdaad als partij-adviseur van Statkraft. Ik betreur het dat daarover onduidelijkheid heeft bestaan. Ik zal dat ook bij de andere grondeigenaren duidelijk aangeven. Zoals aangegeven ben ik graag bereid om het volgende ontwerp van de akte en de volmacht aan u persoonlijk toe te sturen. Daarbij zal ik voldoende ‘belehrung’ opnemen t.a.v. de juridische gevolgen van de akte.
Zoals gisteren aangegeven betrof het een eerste ontwerpakte en is het (gelet op het aantal jaren dat na het tekenen van de ontwikkelovereenkomst is verstreken) gebruikelijk dat Statkraft eerst met de grondeigenaren om de tafel gaat zitten om een en ander af te stemmen. Vanzelfsprekend dien ik zelf contact met de grondeigenaren te hebben gehad voordat de akte wordt gepasseerd. Bij het opstellen van de akte ben ik ervan uitgegaan dat u en de andere grondeigenaren een volmacht aan [het notariskantoor] zullen verlenen om de akte te passeren. Uiteraard bent u en de andere grondeigenaren van harte welkom om bij het passeren aanwezig te zijn. Een volmacht is dan niet nodig.(..)

Fiscaliteit
Het is nuttig dat u fiscaal advies heeft ingewonnen. Is het mogelijk dat u het advies van BDO [fiscaal adviseur van klager, kvhn] met mij deelt? Uiteraard dient de fiscaliteit correct in de akte te worden verwerkt. Ik had zelf begrepen dat de grondeigenaren door de vestiging van het opstalrecht als ondernemer kwalificeren omdat zij duurzaam een vermogensbestanddeel gaan exploiteren om daar opbrengsten uit te verkrijgen (artikel 7 lid 2 onder b Wet op de omzetbelasting 1968). Als de grondeigenaren als ondernemer kwalificeren, dan geldt dat de vestiging van het opstalrecht van rechtswege is belast met btw omdat sprake is van een bouwterrein (..). Uiteraard ben ik graag bereid om de conceptakte naar de andere grondeigenaren toe te sturen en daar een toelichting op te geven. (..)

2.11.    Bij e-mail van 6 maart 2023 heeft kandidaat-notaris mr. [naam], medewerker van het notariskantoor van de notaris, (hierna: de kandidaat-notaris) onder anderen aan klager een tweede conceptakte als bijlage toegestuurd en geschreven: “(..) Ons kantoor adviseert Statkraft bij de vestiging van het opstalrecht op uw grond in Winterswijk en onze notaris,[naam notaris], zal de akte vestiging opstalrecht passeren. (..)
In de huidige akte zijn een aantal wijzigingen in track changes zichtbaar. Dit komt omdat de eerste versie van de akte reeds met Statkraft (en door Statkraft met de heer [naam klager]) was gedeeld. Dit betreffen (i) wijzigingen m.b.t. de verkrijging van de grond door de erfgenamen van mevrouw[naam] omdat de verklaring van erfrecht nog niet is ingeschreven in het kadaster en (ii) wijzigingen m.b.t. overdrachtsbelasting (..) Statkraft is overdrachtsbelasting verschuldigd over de retributie die aan u als gezamenlijke grondeigenaren is verschuldigd. Wij dragen deze overdrachtsbelasting af aan de Belastingdienst. (..)”

2.12.    Bij e-mail van 7 maart 2023 heeft klager aan de kandidaat-notaris geschreven: “Terzake van de ontwerpakte kom ik met de volgende bemerkingen: - in artikel 2.3. ontbreekt een voor de grondeigenaren essentiële passage. Ik verzoek u aan ieder van de mede-eigenaren duidelijk te maken waarom deze uwerzijds zonder nadere toelichting achterwege is gelaten. (..)”

2.13.    Onder toezending van een derde conceptakte heeft de kandidaat-notaris bij e-mail van 8 maart 2023 gereageerd op de vragen van klager in zijn e-mail van 7 maart 2023 en onder meer geschreven: “(..) Zoals eerder door de notaris,[naam notaris] is aangegeven, kwalificeren de grondeigenaren door de vestiging van het opstalrecht in principe als BTW-ondernemer omdat zij duurzaam een vermogensbestanddeel gaan exploiteren om daar opbrengsten uit te verkrijgen (artikel 7 lid 2 onder b Wet op de omzetbelasting 1968).
Wij hadden daarom sterk onze twijfels of de desbetreffende passage wel correct is en hebben de passage daarom niet overgenomen. Wij dienen immers te voorkomen dat onjuiste bepalingen in de akte worden opgenomen die een van partijen (onbedoeld) kunnen schaden. Uiteraard is dit ook in het belang van de grondeigenaren.
Omdat in het onderhavige geval geen omzetbelasting (BTW), maar overdrachtsbelasting is verschuldigd en de grondeigenaren daarom geen BTW-aangifte hoeven te doen, hebben wij – om aan uw verzoek tegemoet te komen – de desbetreffende bepaling teruggeplaatst in bijgaand concept. Zou u kunnen bevestigen dat u deze passage met BDO  heeft afgestemd? Dan zullen wij het gewijzigde concept met de andere grondeigenaren delen.”

2.14.    Bij e-mail van 9 maart 2023 heeft klager aan de kandidaat-notaris geschreven:“De door mij geraadpleegde fiscalist heeft een suggestie gedaan voor de tekst van art. 2.3. van de ontwerpakte. Deze zin geeft naar mijn mening de positie van de grondeigenaren wat beter weer. (..):“Grondeigenaar kwalificeert voor de vestiging van het Opstalrecht als btw-ondernemer. De retributie is echter vrijgesteld van omzetbelasting omdat partijen niet opteren voor een met omzetbelasting belaste verhuur.” Daarna volgt dan de bestaande tekst Indien zich een situatie zou voordoen dat over de retributie omzetbelasting verschuldigd wordt… etc t/m het eind van art. 2.3.”

2.15.    Bij e-mail van 9 maart 2023 heeft de kandidaat-notaris aan de grondeigenaren, onder wie klager, bericht dat artikel 2.3 van de opstalvoorwaarden op verzoek van klager als volgt was aangepast: “Grondeigenaar kwalificeert voor de vestiging van het Opstalrecht als btw-ondernemer. De retributie is echter vrijgesteld van omzetbelasting omdat partijen niet opteren voor een met omzetbelasting belaste verhuur. Indien zich een situatie zou voordoen dat over de retributie omzetbelasting verschuldigd wordt, is die omzetbelasting niet in de retributie begrepen en zal de door de Opstalhouder te betalen retributie worden vermeerderd met de verschuldigde btw.”
Daarbij merkte de kandidaat-notaris op: “Feitelijk verandert er voor u als grondeigenaar niets. U hoeft nog steeds geen btw-aangifte te doen, omdat de retributie is vrijgesteld van btw. Wel is door de nieuwe bepaling de situatie nu correct weergegeven in de akte.”

2.16.    Bij e-mail van 13 maart 2023 heeft de kandidaat-notaris aan alle grondeigenaren verzocht door middel van een reply hun akkoord op de laatste versie van de conceptakte te geven. Bij e-mail van 14 maart 2023 heeft klager ingestemd met die laatste versie.

2.17.    Op 15 maart 2023 is ten overstaan van de notaris de akte van vestiging opstalrecht gepasseerd. In de akte is in artikel 2.3 bepaald: “De Retributie bedraagt vijfduizend vijfhonderd euro (5.500,-) exclusief omzetbelasting per hectare per jaar. Grondeigenaar kwalificeert voor de vestiging van het Opstalrecht als btw-ondernemer. De retributie is echter vrijgesteld van omzetbelasting omdat partijen niet opteren voor een met omzetbelasting belaste verhuur. Indien zich een situatie zou voordoen dat over de retributie omzetbelasting verschuldigd wordt, is die omzetbelasting niet in de retributie begrepen en zal de door de Opstalhouder te betalen retributie worden vermeerderd met de verschuldigde btw.”

3.          De klacht

De klacht bestaat uit de volgende, door klager ter zitting aan de kamer bevestigde, klachtonderdelen:

Eerste klachtonderdeel

3.1.      Klager verwijt de notaris dat hij Statkraft op 31 januari 2023 een conceptakte laat toezenden aan slechts één van de zeven grondeigenaren (klager), zonder enige vorm van communicatie of toelichting.

Tweede klachtonderdeel

3.2.      Eerst nadat klager hem daarover op 20 februari 2023 een e-mail had gezonden bevestigde de notaris dat hij als partijadviseur van Statkraft optrad.

Derde klachtonderdeel

3.3.      De notaris heeft opzettelijk meegewerkt aan een fiscale bepaling in de conceptakte waardoor Statkraft zou worden bevoordeeld en de grondeigenaren zouden worden benadeeld, in afwijking van de destijds met Solarcentury gesloten overeenkomst. Het betreffende fiscale voordeel zou in dat geval ongeveer € 80.000 belopen, terwijl de grondeigenaren gedurende de looptijd van het opstalrecht (25 jaar) zouden worden opgezadeld met de verplichting om periodiek gezamenlijk één btw-aangifte te doen.

4.          Het verweer

De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd. De standpunten van de notaris zullen – voor zover van belang – in de beoordeling worden besproken.

5.          De beoordeling

Reikwijdte van het tuchtrecht

5.1.      Notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen zijn aan tuchtrechtspraak onderworpen voor handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens de Wet op het Notarisambt (Wna) gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen voor wie zij optreden en voor handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt (artikel 93 lid 1 Wna).

5.2.      Een notaris dient zijn ambt in onafhankelijkheid uit te oefenen en de belangen van alle bij de rechtshandeling betrokken partijen op onpartijdige wijze en met de grootst mogelijke zorgvuldigheid te behartigen (artikel 17 lid 1 Wna). De Verordening beroeps- en gedragsregels 2011 (Vbg) maakt het mogelijk dat een notaris als partijadviseur optreedt. De notaris die naar buiten optreedt als partijadviseur moet jegens belanghebbenden tijdig kenbaar maken dat hij in die hoedanigheid optreedt (artikel 18 lid 1 Vbg).
Het notarieel tuchtrecht, in het bijzonder de norm van artikel 93 lid 1 Wna is op het handelen en nalaten van de partijadviseur (ook wel: partijnotaris) geheel van toepassing.[1] 

Eerste klachtonderdeel

5.3.      De notaris heeft aangevoerd dat Statkraft op 31 januari 2023 op eigen initiatief de eerste conceptakte aan klager heeft toegestuurd. De notaris had die conceptakte aan Statkraft gezonden om als ‘onderlegger’ te fungeren voor de bespreking die Statkraft met de grondeigenaren zou voeren. Het was de notaris niet bekend dat Statkraft de akte zou doorzenden.

5.4.      Niet is komen vast te staan dat de notaris Statkraft de eerste conceptakte aan klager heeft laten toezenden. Als partijadviseur van Statkraft was de notaris ook niet verplicht om toen al aan klager en de overige grondeigenaren de conceptakte te zenden. De kamer zal daarom dit klachtonderdeel ongegrond verklaren.
Voor zover klager ook heeft bedoeld te klagen over het feit dat Statkraft de eerste conceptakte alleen aan hem en niet aan de andere grondeigenaren heeft gezonden is klager niet-ontvankelijk, alleen al omdat hij niet is gemachtigd namens de andere grondeigenaren te klagen.

Tweede klachtonderdeel

5.5.      De notaris heeft in zijn verweer aangevoerd dat hij tot 20 februari 2023 niet op de hoogte was van de e-mailwisseling tussen klager en Statkraft. Toen klager op 20 februari 2023 contact opnam met de notaris, heeft de notaris per kerende e-mail  bevestigd dat hij optrad als partijadviseur van Statkraft.
Om in de toekomst te voorkomen dat een eigenaar kan twijfelen over zijn hoedanigheid van ofwel onafhankelijk- ofwel partijnotaris heeft de notaris met de kandidaat-notaris intern besproken dat voortaan in het beginstadium al met de opdrachtgever wordt besproken wanneer en door wie de eigenaren worden benaderd.

5.6.      De kamer zal ook dit klachtonderdeel ongegrond verklaren. Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris tijdig kenbaar gemaakt dat hij in hoedanigheid van partijadviseur optrad, door dit direct bij het eerste contact met klager te melden.

Derde klachtonderdeel

5.7.      De notaris betwist dat hij heeft meegewerkt aan enige ‘fiscale opzet’ laat staan enige ‘opzet’ ter bevoordeling van Statkraft. De notaris heeft slechts bij het opstellen van de conceptakte zijn twijfels geuit over de juistheid van de fiscale bepaling in de ontwikkelovereenkomst (en daarom Statkraft geadviseerd de bepaling over de btw-plichtigheid door haar fiscalist te laten beoordelen).
Volgens de notaris is het doorgaans gebruikelijk om te opteren voor retributie met omzetbelasting. Bovendien is boven het eerste concept van de akte opgenomen: ‘uitsluitend bestemd voor discussiedoeleinden’.

5.8.      De tweede conceptakte, van 6 maart 2023, heeft de notaris rechtstreeks aan klager en aan de zes mede-eigenaren toegestuurd. In die conceptakte is onder de slotbepalingen onder het kopje “overdrachtsbelasting, geen omzetbelasting [Check en input fiscalist]” de door Statkraft verschuldigde overdrachtsbelasting over de waarde van het opstalrecht opgenomen, alsmede dat ter zake van de vestiging van het opstalrecht geen omzetbelasting is verschuldigd.
In de e-mails van 6 en 9 maart 2023 heeft de kandidaat-notaris de fiscale aspecten uitgelegd aan alle grondeigenaren en de inhoud van de akte aangepast aan de wens van klager.

5.9.      Ook dit klachtonderdeel zal de kamer ongegrond verklaren. Er is niet gebleken van enige opzet van de notaris om Statkraft te bevoordelen met benadeling van de grondeigenaren. Het door de notaris opgestelde concept was erop gericht om tot een rechtsgeldige en ook in fiscaal opzicht correcte akte te komen. Naar aanleiding van opmerkingen van klager op het eerste concept, dat zoals hiervoor al is overwogen niet eens door de notaris was verstuurd, is de btw-passage door de notaris aangepast. Dit had tot gevolg dat (i) Statkraft, op advies van de notaris, niet langer opteerde voor met btw belaste transactie en daardoor overdrachtsbelasting (€ 80.296) verschuldigd werd terzake de vestiging van het opstalrecht, en (ii) de grondeigenaren (vooralsnog) geen aangifte en afdracht btw hoeven te doen. Niet valt in te zien waarom de notaris vanwege deze gang van zaken enig tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

6.          De beslissing

De kamer voor het notariaat:

  • verklaart de klacht deels niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. W.S.J. Thijs, voorzitter, N.C.H. Blankevoort en A.C. Stroeve, leden, en uitgesproken in het openbaar op 2 november 2023, in aanwezigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (postbus 1312, 1000 BH Amsterdam).

[1] Gerechtshof Amsterdam, 26 januari 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:6