Zoekresultaten 871-880 van de 1383 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:56 Accountantskamer Zwolle 13/2508 Wtra AK

      Kantoortoetsing. Einduitspraak. In de tussenuitspraak van 24 maart 2014 (ECLI:NL:TACAKN:2014:23) is de verdere behandeling van de klacht van de Nba over een tekortschietend stelsel van kwaliteitsbeheersing binnen het kantoor van betrokkene aangehouden om die praktijk opnieuw een hertoetsing te doen ondergaan. In die hertoetsing is vastgesteld dat de getoetste dossiers thans aan de eisen voldoen en dat over de praktijk van betrokkene een positief eindoordeel kan worden afgegeven. Een en ander leidt thans tot gegrondverklaring van de klacht dat betrokkene in maart 2013 het stelsel van kwaliteitsbeheersing niet op orde had doch tevens tot het oordeel dat kan worden volstaan met de maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:57 Accountantskamer Zwolle 11/2238 en 11/2239 Wtra AK

    Verstrekken van concept schaderapportage in het kader van schikkingsonderhandelingen onder voorwaarden mogelijk. Praktijkhandleiding 1111 overige opdrachten. Eisen aan partijdeskundige rapportage bedoeld om in een procedure te worden overgelegd mutatis mutandis ook indien die rapportage (eerst) in schikkingsonderhandelingen wordt overgelegd. Dusdanige verwoordingen in de rapportage dat een aspect van assurance daaraan niet ontzegd kan worden; invloed van NVCOS 3000. Te beperkte/eenzijdige analyse van de onderzoeksvraag betrekking hebbend op de continuiteitsveronderstelling van de betrokken entiteit. Onjuiste berekening aandeelhoudersschade.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:55 Accountantskamer Zwolle 14/11 Wtra AK

      Betrokkene (controlerend accountant van bouwbedrijf dat op 3 april 2012 failliet is verklaard) geeft op 19 oktober 2011 verklaring van oordeelonthouding af bij de jaarrekening van het bouwbedrijf over 2010 (omdat met de controle niet de vereiste zekerheid kan worden verkregen over de in de jaarrekening opgenomen omzet en de daarmee samenhangende posten). In de toelichting op de jaarrekening is een continuïteitsparagraaf opgenomen, waarin is uiteengezet waarom de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op de continuïteitsveronderstelling van de vennootschap. Betrokkene heeft op deze paragraaf de aandacht gevestigd in zijn controleverklaring en daaraan toegevoegd dat de in die paragraaf genoemde condities duiden op het bestaan van een onzekerheid van materieel belang op grond waarvan gerede twijfel zou kunnen bestaan over de continuïteitsveronderstelling van de vennootschap. “Deze situatie doet geen afbreuk aan ons oordeel.” Klagers verwijten betrokkene dat hij geen oordeel heeft gegeven over de continuïteitsveronderstelling. Dat verwijt is niet terecht omdat klagers onvoldoende hebben aangedragen om tot het oordeel te komen dat een waardering op grond van de continuïteitsveronderstelling niet passend was.    

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:54 Accountantskamer Zwolle 13/2281 Wtra AK

      De Accountantskamer acht het niet ondenkbaar dat op een accountant die een samenstellingsopdracht uitvoert voor een entiteit waaraan werknemers zijn verbonden (en op een accountant die, zoals betrokkene, aanspreekpunt is voor die entiteit), indien zich een situatie voordoet zoals beschreven in paragraaf 14 juncto 13 van NVCOS 4410, de verplichting rust de opdrachtgever/werkgever te attenderen op de mogelijkheid dat de onderneming verplicht is zich aan te sluiten bij een pensioenfonds. Niet gebleken is evenwel dat zich in het onderhavige geval een zodanige situatie heeft voorgedaan. Daarbij is onder meer van belang dat in de opdrachtbevestiging aan het kantoor  van betrokkene uit 2002 het voeren van de loonadministratie niet wordt genoemd, dat in bij de opdrachtbevestiging aan dat kantoor uit 2008 gevoegde nadere toelichting het verzorgen van de loonadministratie is uitgesloten en elke verantwoordelijkheid voor fouten uit hoofde van verplichtingen jegens werknemers, voortvloeiend uit arbeidsovereenkomsten of sociale verplichtingen, en een juiste toepassing van wettelijke bepalingen of van toepassing zijnde CAO’s) uitdrukkelijk wordt afgewezen, dat de loonadministratie ook daadwerkelijk niet door het kantoor van betrokkene is gevoerd, maar door een administratiekantoor dat ter vrije keuze van klaagster stond, en dat onweersproken is dat op de arbeidsverhoudingen van de medewerkers van klaagster in 2007 geen CAO van toepassing was. Bovendien was uit de voor betrokkene kenbare rapportage van de belastingdienst over een loonheffingscontrole gebleken dat deze dienst geen aanleiding zag te twijfelen aan de door klaagster gekozen sectorindeling, waarvoor volgens klaagster destijds aansluiting bij Bpf Gil niet verplicht was. Gelet op het vorenstaande moet de klacht, voor zover deze nog ontvankelijk is, ongegrond worden verklaard.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:51 Accountantskamer Zwolle 14/275, 14/276, 14/277 Wtra AK

      Klacht over het optreden van drie bestuursleden van Deloitte over de wijze waarop zij met de VEB hebben onderhandeld / laten onderhandelen over de stuiting van de verjaring van een vordering van de Ahold-beleggers. In zijn algemeenheid staat het een accountant in zijn zakelijke betrekkingen vrij een standpunt in te nemen, behoudens bijzondere omstandigheden, waarbij die accountant overigens gehouden is een belangenafweging te maken. In dit concrete geval, waarbij men in ‘een omgang onder heren’ een ‘herenakkoord’ wilde sluiten over die verjaring teneinde te voorkomen dat Deloitte in de media werd geconfronteerd met ‘nodeloze onrust’ en teneinde de VEB haar vordering tijdig en op de juiste wijze voor een korte termijn te stuiten, zodat partijen elkaars belangen dienaangaande zouden dienen, was sprake van zo’n bijzondere omstandigheid. Gelet op de betrokkenheid van de voorzitter van het bestuur bij die onderhandelingen mocht worden verwacht dat in die onderhandelingen ten volle eerlijk en oprecht zou worden opgetreden en diende hij het fundamentele beginsel van integriteit na te (doen) leven. Vastgesteld moet worden dat er voor gekozen is op een voor een juiste stuiting verjaring essentiële vraag welbewust een ver- en misleidend antwoord te geven en vervolgens een ontwijkend antwoord is gegeven. De voorzitter van het bestuur heeft daardoor in zoverre het fundamenteel beginsel van integriteit veronachtzaamd. De omstandigheid dat de VEB uiteindelijk niet is benadeeld door die handelwijze, doet daar niet aan af. Volgt de maatregel van waarschuwing. Dezelfde klacht, gericht tegen de twee andere accountants/bestuursleden, is ongegrond, nu niet van hun betrokkenheid bij die onderhandelingen is gebleken en het enkel zijn van mede-bestuurslid ter zake onvoldoende relevant is.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:52 Accountantskamer Zwolle 14/456 Wtra AK

      Klacht van een uit het ambt gezette gerechtsdeurwaarder tegen een accountant van het Bureau Financieel Toezicht over het te weinig toezicht houden op de waarnemend gerechtsdeurwaarder. Vervolg op uitspraak van de Accountantskamer van 21 december 2012 (12/958 Wtra AK; ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0337) en gegrond hoger beroep van het CBb van 20 februari 2014 (AWB 13/77; ECLI:NL:CBB:2014:79). Klacht is ongegrond. Betrokkene heeft gehandeld binnen de aan het BFT toekomende bevoegdheden, terwijl betrokkene voldoende adequaat heeft gereageerd op een melding van klager over zijn waarnemer.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:53 Accountantskamer Zwolle 13/2940 Wtra AK

      Klacht over accountant nadat bij controlecliënt fraude van aanmerkelijke omvang is ontdekt, gepleegd door de administrateur. Betrokkene had, nadat zij had geconstateerd dat de administrateur (soms) kon beschikken over de aan de directeur toekomende bevoegdheden voor het gebruikte betalingsprogramma, het daardoor ontstane risico voor de beheersing van de administratieve organisatie en risico op het ontstaan van fraude, op heldere en indringende wijze aan de directie moeten communiceren en vastleggen, wat zij heeft nagelaten. Het vervolgens volstaan met het advies dat de directeur de betaaladvieslijst zou hebben te ondertekenen is ondoordacht en effectief. Betrokkene had voorts in haar controle een nader onderzoek met voldoende diepgang naar het betalingsverkeer van de entiteit moeten doen. Deze verzuimen betekenen dat de door betrokkene afgegeven goedkeurende verklaringen een deugdelijke grondslag ontberen. De handelwijze van betrokkene wordt aangemerkt als strijdig met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag. Volgt de maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:50 Accountantskamer Zwolle 13/2328 Wtra AK

    Kantoortoetsing. Op basis van wat tijdens de mondelinge behandeling van 20 december 2013 is de verdere behandeling van de klacht van de Nba over een tekortschietend stelsel van kwaliteitsbeheersing binnen het kantoor van betrokkene aangehouden om die praktijk opnieuw een hertoetsing te doen ondergaan. In die hertoetsing is vastgesteld dat de getoetste dossiers thans aan de eisen voldoen en dat over de praktijk van betrokkene een positief eindoordeel kan worden afgegeven. Een en ander leidt tot gegrondverklaring van de klacht dat betrokkene in augustus 2012 het stelsel van kwaliteitsbeheersing niet op orde had doch tevens tot het oordeel dat kan worden volstaan met de maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:49 Accountantskamer Zwolle 13/2202 en 13/2203 Wtra AK

      Klacht over het door de accountants accepteren van het ineens afschrijven door de gemeente van vervangingsinvesteringen in het riool deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de 6- en 3-jaarstermijn van de Wtra en voor het overige ongegrond. Anders dan klager meent, liet het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) ruimte voor de opvatting van de gemeente dat de via de rioolheffing geïncasseerde vervangingsbijdragen direct in mindering mogen worden gebracht op de vervangingsinvesteringen. Het andersluidende oordeel van de rekenkamer van die gemeente is niet al doorslaggevend; betrokkene diende een zelfstandige afweging en beoordeling te maken van het wettelijke kader en kon daarin tot de opvatting komen dat het door de gemeente gekozen verslaggevingsstelsel strookte met de bepalingen van het BBV.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:48 Accountantskamer Zwolle 14/420 Wtra AK

      Kantoortoetsing. Gegronde klacht over tekortschietend stelsel van kwaliteitsbeheersing na hertoetsing. Vanwege het uitblijven van verbetering en het ontbreken van perspectief volgt de maatregel van doorhaling.