Zoekresultaten 811-820 van de 1383 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:117 Accountantskamer Zwolle 13/2490 Wtra AK

      Klachten over persoonsgericht onderzoek naar (onder meer) “de kwaliteit van het uitgeoefende bestuur” van een woningcorporatie gegrond verklaard. Betrokkene heeft onduidelijkheid laten bestaan over de aan hem verstrekte opdrachten. Dat had wel gemoeten nu eerder bij het uitvoeren van (gesteld) ingetrokken opdrachten kennis was genomen van documenten, inlichtingen waren ingewonnen en gesprekken waren gehouden.   In het rapport staat dat er geen aanwijzingen zijn aangetroffen voor onregelmatigheden of fraude en verder dat zeker niet kan worden uitgesloten dat zich bij de aanschaf of ontwikkeling van onroerend goed onregelmatigheden hebben voorgedaan. Betrokkene had zich van dit laatste oordeel moeten onthouden, omdat niet duidelijk wordt gemaakt aan de hand van welk criterium of welke criteria een handelen of nalaten in het kader van de aanschaf of de ontwikkeling van onroerend goed, bij gebrek aan aanwijzingen voor onregelmatigheden of fraude, toch als mogelijk onregelmatig wordt aangemerkt. Bij de boordeling van de kwaliteit van het uitgeoefende bestuur worden in het rapport drie categorieën van bestuurshandelingen onderscheiden, waaronder bestuurshandelingen die als onder de maat kunnen worden aangemerkt en bestuurshandelingen die als verwijtbaar onder de maat kunnen worden aangemerkt. Uit het rapport blijkt niet duidelijk welk toetsingskader hierbij is gehanteerd. Betrokkene heeft daarvoor verwezen naar  “bevindingen” in de bijlagen bij het rapport. Die bevindingen zijn echter niet voldoende duidelijk te relateren zijn aan de besproken bestuurshandelingen en daaruit wordt ook niet duidelijk aan de hand van welke maatstaf of maatstaven de betreffende bestuurshandelingen als (al dan niet verwijtbaar) onder de maat zijn bestempeld. Maatregel: tijdelijke doorhaling voor de duur van drie maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:116 Accountantskamer Zwolle 14/154 Wtra AK

    Waarschuwing voor het te lichtvaardig aanvragen faillissement van cliënt en het uitbrengen van definitieve jaarstukken zonder controle of de AVA deze had goedgekeurd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:112 Accountantskamer Zwolle 14/1154 Wtra AK

      Betrokkene verricht samenstelwerkzaamheden aangaande de enkelvoudige jaarrekening van een moedermaatschappij en controlewerkzaamheden aangaande de geconsolideerde jaarrekening van haar dochtermaatschappij. Klacht over het afgeven van een samenstellingsverklaring bij de jaarrekening van de moedermaatschappij gegrond omdat niet valt in te zien dat is voldaan aan de voorwaarden voor vrijstelling van consolidatie van de dochter- en groepsmaatschappijen. Die handelwijze is in strijd met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag, thans aangeduid als vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en als professionaliteit. Klacht over een verklaring van oordeelonthouding bij de geconsolideerde jaarrekening is grotendeels ongegrond. Onterecht zijn de verwijten dat betrokkene zich niet heeft verlaten op alleen de informatie vanuit de AO/IC en ook gegevensgericht is gaan controleren en dat over de juistheid van de post ‘voorraad’, zowel wat betreft de aantallen als de waardering daarvan, geen toereikende controle-informatie werd verkregen. Het verwijt dat betrokkene aangaande de materiële vordering op een kleindochtermaatschappij meer onderzoek had moeten en kunnen doen, is wel gegrond nu klaagster al bij de voorgaande jaarrekening een gedetailleerd onderzoek in het vooruitzicht is gesteld en betrokkene bij de opdrachtaanvaarding geen voorbehoud ter zake heeft gemaakt. Het daarmee samenhangende verwijt dat betrokkene onvoldoende heeft gecommuniceerd over een ter zake geconstateerde afwijking van materieel belang eveneens gegrond. Ongegrond is het verwijt dat betrokkene ten onrechte tot de afgifte van de verklaring van oordeelonthouding is gekomen. M.n. het niet verrichten van werkzaamheden op een basaal vraagstuk als die van het al dan niet voldoen aan de voorwaarden voor een vrijstelling voor consolidatie moet betrokkene worden aangerekend. Anderzijds is er nota van genomen dat betrokkene de druk van klaagster heeft weerstaan om alsnog de door klaagster gewenste verklaring af te geven. Al met al is de maatregel van berisping passend en geboden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:113 Accountantskamer Zwolle 14/1964 Wtra AK

      Na beëindiging van de opdrachtrelatie laat de betrokken accountant welbewust na, ondanks herhaald aandringen, een klachtprocedure bij de Nba (met daarin een reprimande en een dringende aanbeveling ter zake) en wetenschap van de belangen van de voormalige cliënte, de door deze voormalige cliënte gevraagde stukken af te geven. Die handelwijze is niet integer, niet deskundig, niet zorgvuldig en niet professioneel en lijkt te zijn ingegeven door rancune. Een en ander, gevoegd bij de overigens aanmatigende en geringschattende opstelling van betrokkene jegens zijn voormalige cliënte, leidt tot de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van drie maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:114 Accountantskamer Zwolle 14/1335 en 14/1336 Wtra AK

      Herhaalde klacht tegen dezelfde accountants (zie uitspraken van 18 oktober 2013 (12/3 e.v. Wtra AK) en 6 mei 2014 (13/2774 e.v. Wtra AK)). Over de feiten die aan de ‘nieuwe’ klacht ten grondslag liggen, hadden klagers al voorafgaande aan de mondelinge behandeling van de voorgaande klacht kunnen klagen, zodat de eisen van een goede tuchtprocesorde meebrengen dat klagers thans niet-ontvankelijk zijn.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:115 Accountantskamer Zwolle 14/1264 Wtra AK

      Klacht tegen accountant die in een civiele procedure als een door de civiele rechter benoemde deskundige is opgetreden. De enkele omstandigheid dat de civiele rechter in de civiele procedure tot het oordeel is gekomen dat betrokkene zich niet heeft gehouden aan de fundamentele procesregel van hoor en wederhoor, levert niet al grond op voor een conclusie dat betrokkene de voor hem geldende wettelijke en gedrags- en beroepsregels heeft geschonden. De Accountantskamer dient zelfstandig haar oordeel te vormen, waartoe zij niet in staat is omdat klaagster ondanks waarschuwing vooraf door de Accountantskamer heeft nagelaten allerlei relevante stukken in te brengen, waaronder het deskundigenrapport en het daaraan voorafgegane concept. De klacht is daardoor als feitelijk onvoldoende onderbouwd ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:111 Accountantskamer Zwolle 14/301 Wtra AK

    Bij een repeterende fout in een wettelijke controle in opeenvolgende jaarrekeningen ter zake een te controleren post vangt de verjaringstermijn ter zake deze fout na elke controleverklaring opnieuw aan. De accountant heeft bij diens controle niet opgemerkt dat een in de balans opgenomen vordering niet bestond, terwijl hij dat wel had moeten opmerken. Hierdoor is het vennootschapsvermogen significant te hoog vastgesteld. Ook op een ander punt heeft de accountant zijn controle onvoldoende kritisch en met onvoldoende diepgang uitgevoerd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:108 Accountantskamer Zwolle 14/973 Wtra AK

    Indien en voor zover de beklaagde accountant in dit geval al tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor het handelen of nalaten van zijn kantoorgenoot moet worden geacht, de klacht is zodanig onvoldoende onderbouwd dat deze ongegrond is.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:109 Accountantskamer Zwolle 13/2939 Wtra AK

    Onvoldoende aan zorgplicht voldaan bij het verschaffen van informatie aan cliënte voordat zij besloot de nalatenschap van haar echtgenoot, die een maatschap met zijn ouders had geëxploiteerd, zuiver te aanvaarden. Onvoldoende waarborgen getroffen ter zake zijn objectiviteit, nu betrokkene zowel de weduwe als haar schoonouders bijstond, terwijl er een tegengesteld belang bestond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:110 Accountantskamer Zwolle 14/337 Wtra AK

      In beginsel geen verificatieplicht bij samenstellen; in casu had betrokkene, alvorens een samenstellingsverklaring af te geven, o.g.v. randnummer 14 NVCOS 4410 toch bij zijn cliënt moeten doorvragen. Het fundamentele beginsel van geheimhouding staat er in casu aan in de weg dat betrokkene de contractspartner van zijn cliënt inlicht dat de cliënt, die bij het aangaan van die overeenkomst ook die derde heeft vertegenwoordigd, mogelijkerwijs vanwege regels omtrent tegengestelde belangen die overeenkomst niet had mogen aangaan.