Zoekresultaten 171-180 van de 1441 resultaten
-
ECLI:NL:TACAKN:2022:5 Accountantskamer Zwolle 21/647 Wtra AK
- Datum publicatie: 28-01-2022
- Datum uitspraak: 28-01-2022
- ECLI:NL:TACAKN:2022:5
Klacht tegen accountant in business. Klacht gedeeltelijk gegrond. Strijd met fundamentele beginselen van integriteit en vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Oplegging maatregel van berisping. Betrokkene heeft de grens tussen haar professionele werkzaamheden en haar privé transacties en relatie niet goed afgebakend. Ook is zij zich niet voldoende bewust geweest van de risico’s van onzorgvuldige en soms ongeordende handelingen als bestuurder. Los van deze bijzondere context zou een zwaardere maatregel op zijn plaats zijn geweest.
-
ECLI:NL:TACAKN:2022:6 Accountantskamer Zwolle 21/1056 Wtra AK
- Datum publicatie: 28-01-2022
- Datum uitspraak: 28-01-2022
- ECLI:NL:TACAKN:2022:6
Klaagster werkte samen met een tandarts in een kostenmaatschap. Betrokkene had de opdracht de jaarlijkse kostenverdeling voor de kostenmaatschap op te stellen. Gaandeweg wilde de tandarts nieuwe afspraken, omdat de kosten voor het baliepersoneel – die de tandarts voor haar rekening nam – flink waren gestegen. Klaagster verwijt betrokkene dat hij in de daarop gevolgde onderhandelingen en bemiddelingstraject een partijdige rol heeft ingenomen.De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond. Vrij kort nadat een overleg niet had geleid tot nieuwe afspraken tussen klaagster en de tandarts, heeft klaagster een andere accountant gevraagd haar belangen te behartigen. Vanaf dat moment was de objectiviteit van betrokkene, zo die al in het geding is geweest, niet langer bedreigd. Er bestond dan ook geen aanleiding om maatregelen te nemen, laat staan de opdracht terug te geven.
-
ECLI:NL:TACAKN:2022:4 Accountantskamer Zwolle 21/556 Wtra AK
- Datum publicatie: 24-01-2022
- Datum uitspraak: 24-01-2022
- ECLI:NL:TACAKN:2022:4
Klacht over een accountant die werkzaam is bij de FIOD en in die hoedanigheid heeft meegewerkt aan een onderzoek waarbij is onderzocht of klager mogelijk schuldig was aan strafbare feiten.Klager verwijt betrokkene dat het mede door hem opgestelde proces-verbaal onjuistheden bevat en dat hij dat wist of had behoren te weten. Klager doelt specifiek op een viertal passages uit het proces-verbaal. De Accountantskamer is van oordeel dat de klacht ongegrond is. De vier passages zijn letterlijke citaten uit het civiele procesdossier waarover betrokkene beschikte en geven niet de mening van betrokkene weer. Uit de dossierstukken en wat betrokkene daarover heeft opgemerkt blijkt dat de vier passages stroken met andere onderdelen van het dossier zoals betrokkene dat destijds tot zijn beschikking had, en dat de schaarse onderdelen van dat dossier die een andere richting uitwezen van onvoldoende gewicht konden worden bevonden.
-
ECLI:NL:TACAKN:2022:1 Accountantskamer Zwolle 20/2614 Wtra AK 20/2615 Wtra AK
- Datum publicatie: 21-01-2022
- Datum uitspraak: 21-01-2022
- ECLI:NL:TACAKN:2022:1
Klacht tegen externe accountant van groep die verzekeringen aanbiedt en pensioenen beheert. Klacht op verscheidene onderdelen gegrond; strijd met fundamenteel beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Oplegging maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving in de registers voor de duur van zes maanden.Klacht tegen OKB-er is ook op verscheidene onderdelen gegrond; strijd met fundamenteel beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Oplegging maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving in de registers voor de duur van vier maanden. De rol van betrokkene was groter dan normaal gesproken behoort tot de rol van OKB-er. Hij ondersteunde de externe accountant bij de uitvoering van de controleopdracht.
-
ECLI:NL:TACAKN:2022:2 Accountantskamer Zwolle 20/1767 Wtra AK
- Datum publicatie: 21-01-2022
- Datum uitspraak: 21-01-2022
- ECLI:NL:TACAKN:2022:2
Klacht van twee gemeenteraadsleden dat betrokkene geen goedkeurende controleverklaring had mogen afgeven bij de jaarrekening 2019 van de gemeente. Daarin is een afschrijving tot nihil van investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut van vóór 2017 (van € 4,1 mln) verwerkt, welke afschrijving ten laste van een reserve is gebracht. Volgens klagers ligt aan die afschrijving geen raadsbesluit ten grondslag en had die afschrijving eventueel in de jaarrekening 2020 moeten worden verwerkt. Betrokkene heeft niet gecontroleerd of aan het totaal van alle onttrekkingen in 2019 (van € 4,5 mln) wel raadsbesluiten ten grondslag liggen. Betrokkene heeft de termijn van twee weken bedoeld in artikel 197 lid 3 Gemeentewet niet nageleefd.De klacht is in alle onderdelen ongegrond. De Accountantskamer beantwoordt niet de vraag of de afschrijving tot nihil op grond van artikel 64 lid 4 (oud) BBV wel was geoorloofd of dat sprake was van een stelselwijziging die op grond van artikel 64 lid 2 (oud) BBV alleen om gegronde redenen mocht geschieden. De verwerking van de afschrijving in de jaarrekening 2019 is onder meer in overeenstemming met het BBV, met name de Kadernota rechtmatigheid. Gebleken is dat aan de afschrijving en de onttrekkingen raadsbesluiten ten grondslag liggen. De raad en het college van B&W moeten zelf de termijn van twee weken bewaken.
-
ECLI:NL:TACAKN:2022:3 Accountantskamer Zwolle 21/265 Wtra AK
- Datum publicatie: 21-01-2022
- Datum uitspraak: 21-01-2022
- ECLI:NL:TACAKN:2022:3
Klacht over accountant die bestuurder is van een franchiseorganisatie waarbij klagers aangesloten zijn.Klagers hebben een geschil met de voormalige maten van hun administratiekantoor over de waardering van de klantenportefeuille. Een bindend adviseur is niet tot een eindrapport gekomen omdat hij niet beschikte over alle benodigde informatie. Betrokkene heeft op verzoek van de advocaat van de wederpartij van klagers een brief opgesteld waarin zij een conclusie trekt over de waarde van een klantenportefeuille binnen de franchiseformule.Betrokkene wist - of had kunnen weten - dat haar brief in een gerechtelijke procedure zou worden ingebracht. Toch is de conclusie in haar brief niet onderbouwd, er is niet ingegaan op de voorlopige conclusie van de bindend adviseur en er zijn geen voorbehouden gemaakt. De brief heeft geen deugdelijke grondslag, zodat de klacht op dit punt gegrond is.Dat betrokkene een financieel belang had bij de waardebepaling van de klantenportefeuille, zodat haar objectiviteit en integriteit in het geding zijn, is niet aannemelijk gemaakt. De klacht is in zoverre ongegrond. Maatregel: berisping.
-
ECLI:NL:TACAKN:2021:80 Accountantskamer Zwolle 21/876 Wtra AK
- Datum publicatie: 27-12-2021
- Datum uitspraak: 27-12-2021
- ECLI:NL:TACAKN:2021:80
Klager is professioneel wielrenner geweest. Klager heeft betrokkene gevraagd de Belastingdienst ervan te overtuigen dat hij met zijn werkzaamheden als wielrenner als ondernemer voor de inkomstenbelasting diende te worden aangemerkt. Betrokkene heeft de aangiften inkomstenbelasting op die basis ingediend, maar de Belastingdienst heeft geoordeeld dat klager geen ondernemer is. De klacht gaat over onjuiste advisering over diverse belastingonderwerpen, zoals de aanvraag van een VAR-verklaring, het niet-toepassen van de 183-dagenregeling en de beperkte aftrek van kosten. De Accountantskamer heeft de klacht ongegrond verklaard. Betrokkene heeft de keuze voor de aangifte als winst uit onderneming of resultaat overige werkzaamheden expliciet aan klager voorgelegd en geïnformeerd over de gevolgen daarvan voor de belastingdruk. Het is niet aan betrokkene te wijten dat de Belastingdienst in de werkzaamheden van klager geen ondernemerschap heeft gezien.
-
ECLI:NL:TACAKN:2021:81 Accountantskamer Zwolle 21/657 Wtra AK
- Datum publicatie: 27-12-2021
- Datum uitspraak: 27-12-2021
- ECLI:NL:TACAKN:2021:81
Klacht tegen een accountant die goedkeurende controleverklaringen heeft afgegeven bij de jaarrekeningen van een fonds voor gemene rekening en die een assurancerapport heeft opgesteld bij een prospectus. Klagers vinden dat ten onrechte in de prospectus is opgenomen dat “dividend” wordt uitgekeerd en vinden dat beleggers op het verkeerde been worden gezet. Klacht gedeeltelijk gegrond. Schending van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Oplegging maatregel van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TACAKN:2021:79 Accountantskamer Zwolle 21/447 Wtra AK
- Datum publicatie: 17-12-2021
- Datum uitspraak: 17-12-2021
- ECLI:NL:TACAKN:2021:79
Man en vrouw (klaagster) zijn al jaren bezig met de afwikkeling van de samenwoning en hebben beiden advocaten ingeschakeld. De klacht ziet op de accountant van de man, die op verzoek van de man stukken heeft opgemaakt over diens vermogenspositie. De man heeft hem gevraagd de stukken te voorzien van de naam van het accountantskantoor. Betrokkene had zich moeten afvragen waarom hem die vraag werd gesteld, aangezien hij had kunnen vermoeden dat de man deze niet alleen voor eigen gebruik nodig had. Nadat de klacht is ingediend heeft betrokkene in een brief aan de man zijn eerdere stukken nader toegelicht en de man gevraagd deze in de inmiddels lopende procedure in te sturen. Betrokkene heeft daarin echter niet uiteengezet op basis van welke opdracht en welke beroepsregels is gewerkt. Klacht gegrond omdat betrokkene geen mogelijke bedreiging voor zijn objectiviteit heeft onderkend, geen maatregelen heeft getroffen en niets heeft vastgelegd. Verwijt dat betrokkene heeft meegewerkt aan het opheffen van de onderneming ongegrond, nu dit niet aannemelijk is gemaakt. Maatregel: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TACAKN:2021:77 Accountantskamer Zwolle 21/533 en 21/535 Wtra AK
- Datum publicatie: 17-12-2021
- Datum uitspraak: 17-12-2021
- ECLI:NL:TACAKN:2021:77
Klaagster is een filmproducent aan wie een subsidie is verleend ten behoeve van de productie van een film. Aan de subsidie waren voorwaarden verbonden. Zo moet de eindafrekening worden gecontroleerd door een accountant. Omdat de subsidieverstrekker nog vragen had bij de eindafrekening van de film hebben zij betrokkenen gevraagd hiernaar onderzoek te doen.Volgens klaagster bevat de opdracht geen rationeel doel en ontbreekt het normenkader. Ook lijkt het erop dat het de opdrachtgever erom te doen was klaagster in een negatief daglicht te stellen en staan betrokkenen niet neutraal tegenover haar. Verder stelt klaagster dat er 3 definitieve rapporten zijn opgesteld met onverklaarbare verschillen en dat zij niet is gehoord.De klachten zijn ongegrond. In het rapport is toegelicht wat de vragen zijn en met welk doel het onderzoek is verricht. Dat de opdrachtgever de reputatie van klaagster wilde schaden is niet aannemelijk geworden, zodat betrokkenen niet reeds hierom hun medewerking aan het onderzoek hadden moeten weigeren.Tot slot is geen sprake van drie definitieve rapporten, maar van verschillende conceptrapporten. Klaagster heeft alle concepten ontvangen en kon daarop reageren. Betrokkenen hebben betoogd dat zij alle reacties en stukken van klaagster hebben bekeken. Dat betrokkenen niet alle 103 reacties hebben overgenomen en alle 36 bijlagen bij het rapport hebben gevoegd maakt niet dat zij hieraan zijn voorbij gegaan.