Zoekresultaten 2281-2290 van de 2426 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:177 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-092/DH/RO

    Verzet ongegrond.  Geen aanknopingspunten dat de voorzitter bepaalde onderdelen niet bij zijn beoordeling heeft betrokken. De voorzitter heeft terecht de door klager ingediende klacht als uitgangspunt genomen voor zijn beoordeling.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:154 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5168

    Klacht tegen verzekeringsarts. In het kader van de aanvraag van een WIA-uitkering heeft verweerder klaagster onderzocht en een verzekeringsgeneeskundige beoordeling verricht. Aan de hand van de beoordeling door verweerder heeft vervolgens een arbeidskundige beoordeling plaatsgevonden. Met inachtneming van de door verweerder vastgestelde beperkingen zijn voor klaagster diverse functies geduid en is de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op minder dan 35%. De WIA-aanvraag is vervolgens afgewezen. De klacht heeft betrekking op de beoordeling door verweerder en de gevolgen daarvan voor haar geestelijke gezondheid. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:104 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-132/DB/ZWB

    Klacht van advocaten over de advocaat van de wederpartij van hun cliënte gegrond. Verweerster heeft gehandeld in strijd met gedragsregel 25 door de brief van 30 juni 2022 niet alleen toe te sturen aan klaagsters (beiden werkzaam als advocaat in dienstbetrekking bij NN G. N.V.), maar tevens rechtstreeks te adresseren aan de (CEO van de) NN G. N.V., terwijl die brief geen aanzegging met rechtsgevolg bevatte. Verweerster is reeds meerdere malen tuchtrechtelijk veroordeeld, onder andere wegens handelen in strijd met gedragsregel 25. Verweerster volhardt in haar onwelwillende houding ten opzichte van de advocaten van de wederpartij van haar cliënten. In de aard en ernst van het in de onderhavige klachtzaak gegrond bevonden tuchtrechtelijk verwijt en het tuchtrechtelijke verleden van verweerster ziet de raad aanleiding om een voorwaardelijke schorsing van een week aan verweerster op te leggen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:155 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5350

    Klacht tegen orthopedisch chirurg. Klaagster is door de chirurg geopereerd aan een hallux valgus. Na de operatie heeft ze veel pijn. Ze verwijt de chirurg dat de nazorg niet goed is geweest en dat hij de operatie niet goed zou hebben uitgevoerd. Het college is van oordeel dat beide verwijten onjuist zijn en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:105 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-171/DB/OB/D

    Dekenbezwaar. Handelen in strijd met diverse bepalingen uit de Voda en de gedragsregels. De raad rekent het verweerder zwaar aan dat hij ermee heeft ingestemd dat door medewerkers van A. op zijn naam en met gebruikmaking van zijn hoedanigheid van advocaat schuldbemiddelingsdossiers betreffende een consumentenkrediet werden behandeld en dat in zijn naam en met gebruikmaking van zijn briefpapier en e-mailadres brieven werden gestuurd terwijl hij met de inhoud van die dossiers en correspondentie niet bekend was. De wijze waarop verweerder heeft gemeend de uitvoering van werkzaamheden te kunnen delegeren is in strijd met de gedragsregels. Ook heeft verweerder in strijd met gedragsregel 14 lid 3 gehandeld doordat hij onzorgvuldig heeft gehandeld ten aanzien van het afhandelen en overdragen van lopende dossiers met het oog op de uitschrijving van het tableau per 31 december 2022. Hoewel verweerder zichzelf reeds van het tableau heeft laten uitschrijven, is de raad van oordeel dat gelet op de aard en de ernst van de gedragingen van verweerder en zijn tuchtrechtelijk verleden, een langdurige schorsing in de uitoefening van de praktijk de enige passende maatregel is. Onder deze omstandigheden acht de raad de maatregel van schorsing voor de duur van twaalf weken passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:211 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-349/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht van advocaat over advocaat. Klacht is voor een deel niet ontvankelijk, omdat de klacht te laat, na afloop van de vervaltermijn van drie jaar, bij de deken is ingediend. De klacht is voor het andere deel kennelijk ongegrond, omdat de juistheid van het verwijt op grond van het klachtdossier niet kan worden vastgesteld.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:210 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5395

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager maakt de huisarts verschillende verwijten, waaronder het niet toevoegen van alle verklaringen van klager en zijn partner aan het medisch dossier. Het college overweegt dat de KNMG in haar richtlijnen heeft bepaald dat de arts slechts die gegevens omtrent de gezondheid en de behandeling van de patiënt moet opnemen, die voor een ‘goede hulpverlening’ in de toekomst noodzakelijk zijn. De arts beoordeelt per situatie welke gegevens hij daartoe in het dossier opneemt. Er bestaat voor de huisarts geen verplichting alle correspondentie betreffende klager in diens dossier op te nemen, ook niet indien dat wordt verzocht. Verder heeft de huisarts terecht geweigerd om de partner van klager het medisch dossier van klager toe te zenden, aangezien klager zijn partner daartoe geen uitdrukkelijke toestemming had gegeven. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:206 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-903/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht tegen de klachtenfunctionaris van het kantoor van de eigen advocaat. Klager is ontevreden over de wijze waarop zijn eigen advocaat heeft opgetreden in het huurgeschil tussen hem en de verhuurder. Hij maakt gebruik van de eigen klachtregeling van het kantoor en dient een klacht in bij de klachtenfunctionaris. Die draagt de behandeling daarvan over aan verweerder. De klacht bij de raad ziet op de afhandeling van de klacht door verweerder in het kader van de klachtregeling. De raad is van oordeel dat de wijze waarop de klacht in het kader van de klachtenregeling is opgepakt en is afgehandeld niet klachtwaardig is. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:207 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-904/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat. Klager is van mening dat verweerster onvoldoende in staat is gebleken zijn belangen in een huurgeschil tussen hem en de verhuurder adequaat te behandelen. Daarbij zou verweerster ook haar geheimhoudingsplicht hebben geschonden. Het is de raad niet gebleken dat verweerster onvoldoende in staat is gebleken de belangen van klager adequaat te behandelen. Gedurende de procedure is de vertrouwensband tussen klager en verweerster steeds meer beschadigd, onder meer door de constante door klager jegens verweerster geuite twijfels over haar integriteit, kunde en aanpak van de zaak. Uiteindelijk was er geen basis meer voor verweerster om nog voor klager op te treden. Verweerster heeft ook niet haar geheimhoudingsplicht geschonden door de rechtsbijstandverzekeraar van klager te berichten dat zij niet langer voor klager zou optreden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:176 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-561/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop.