Zoekresultaten 2761-2770 van de 42312 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5070

    Klacht tegen huisarts deels kennelijk niet-ontvankelijk en voor het overige kennelijk ongegrond.De voorzitter is met beklaagde van oordeel dat de klacht niet-ontvankelijk is voor zover deze is gebaseerd op de stelling dat zij financiële schade heeft geleden door wanprestatie van beklaagde. Vermogensschade raakt niet aan de individuele gezondheidszorg.Het enkele feit dat beklaagde alleen voor spoedgevallen zou hebben waargenomen, is op zichzelf onvoldoende grondslag om haar een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Klaagster lijkt uit te gaan van de veronderstelling dat beklaagde alle patiënten van klaagster diende te zien. Zo ver gaat de waarneemovereenkomst, zoals die er destijds lag (zie artikel 4), niet. Dat beklaagde noodzakelijke zorg aan patiënten van klaagster heeft geweigerd, heeft zij niet onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:71 Raad van Discipline Amsterdam 22-874/A/A

    Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de dienstverlening van de eigen (voormalig) advocaat in een familierechtzaak. Verweerder diende als familierechtadvocaat niet alleen de belangen van klager te behartigen maar tevens de belangen van de dochter in acht te nemen. Zodoende was hij tot de slotsom gekomen dat het proberen afdwingen van een omgangsregeling hem op dat moment niet geraden voorkwam. Hij is dominus litis en heeft hierin zijn eigen beoordeling te maken. De raad is in de gegeven omstandigheden tot de slotsom gekomen dat verweerder heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat mag worden verwacht.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5071

    Klacht tegen huisarts deels kennelijk niet-ontvankelijk en voor het overige kennelijk ongegrond.De voorzitter is met beklaagde van oordeel dat de klacht niet-ontvankelijk is voor zover deze is gebaseerd op de stelling dat zij financiële schade heeft geleden door wanprestatie van beklaagde. Vermogensschade raakt niet aan de individuele gezondheidszorg.Het enkele feit dat beklaagde alleen voor spoedgevallen zou hebben waargenomen, is op zichzelf onvoldoende grondslag om haar een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Klaagster lijkt uit te gaan van de veronderstelling dat beklaagde alle patiënten van klaagster diende te zien. Zo ver gaat de waarneemovereenkomst, zoals die er destijds lag (zie artikel 4), niet. Dat beklaagde noodzakelijke zorg aan patiënten van klaagster heeft geweigerd, heeft zij niet onderbouwd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:62 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2021/1119

    Klacht tegen arts. De dochter van klager is in 2020 vanwege haar lage gewicht en bradycardie opgenomen in het ziekenhuis. Daar is zij gediagnosticeerd met anorexia nervosa. Enkele weken later is de dochter uit het ziekenhuis ontslagen. Nadien is zij, aanvankelijk voor een second opinion/advies over een psychiatrische behandeling, verwezen naar de afdelingen kinder- en jeugdpsychiatrie en kindergeneeskunde van een ander ziekenhuis. De arts was daar op dat moment werkzaam als arts in opleiding tot kinder- en jeugdpsychiater. De arts heeft aan klager een brief over het behandelplan voor de dochter gestuurd. In het tweede ziekenhuis is de behandeling voor eetstoornissen gestart. Klager verwijt de arts dat zij 1. onvoldoende onderzoek heeft verricht en geen goed integraal behandelplan heeft opgesteld, 2. niet naar het onderliggende probleem heeft gekeken, 3. klager niet heeft betrokken bij genomen beslissingen en behandeling en 4. de brieven en vragen van klager onbeantwoord heeft gelaten. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:72 Raad van Discipline Amsterdam 22-703/A/A 22-704/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5072

    Klacht tegen huisarts deels kennelijk niet-ontvankelijk en voor het overige kennelijk ongegrond.De voorzitter is met beklaagde van oordeel dat de klacht niet-ontvankelijk is voor zover deze is gebaseerd op de stelling dat zij financiële schade heeft geleden door wanprestatie van beklaagde. Vermogensschade raakt niet aan de individuele gezondheidszorg.Het enkele feit dat beklaagde alleen voor spoedgevallen zou hebben waargenomen, is op zichzelf onvoldoende grondslag om haar een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Klaagster lijkt uit te gaan van de veronderstelling dat beklaagde alle patiënten van klaagster diende te zien. Zo ver gaat de waarneemovereenkomst, zoals die er destijds lag (zie artikel 4), niet. Dat beklaagde noodzakelijke zorg aan patiënten van klaagster heeft geweigerd, heeft zij niet onderbouwd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:63 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2021/1120

    Klacht tegen psychiater. De dochter van klager is in 2020 vanwege haar lage gewicht en bradycardie opgenomen in het ziekenhuis. Daar is zij gediagnosticeerd met anorexia nervosa. Enkele weken later is de dochter uit het ziekenhuis ontslagen. Nadien is zij, aanvankelijk voor een second opinion/advies over een psychiatrische behandeling, verwezen naar de afdelingen kinder- en jeugdpsychiatrie en kindergeneeskunde van een ander ziekenhuis. De psychiater was daar werkzaam als kinder- en jeugdpsychiater. De psychiater heeft, onder meer, klager per brief uitleg gegeven over de in het ziekenhuis geplande afspraken. Naar aanleiding van klagers reactie op die brief is, mede namens de psychiater, een nieuwe brief over de geplande onderzoeken geschreven. In het tweede ziekenhuis is de behandeling voor eetstoornissen gestart. Klager verwijt de arts dat zij 1. onvoldoende onderzoek heeft verricht en geen goed integraal behandelplan heeft opgesteld, 2. niet naar het onderliggende probleem heeft gekeken, 3. klager niet heeft betrokken bij genomen beslissingen en behandeling en 4. de brieven en vragen van klager onbeantwoord heeft gelaten. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2023:7 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2022/10

    Artikel 35, tweede lid, onder b, van de Wet dieren bepaalt dat een klager beroep kan instellen tegen een door het Veterinair Tuchtcollege genomen beslissing indien de klager niet-ontvankelijk is verklaard, de klacht is afgewezen, of de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard. Die situatie doet zich niet voor nu het Veterinair Tuchtcollege appellante ontvankelijk heeft verklaard en de klacht gegrond is verklaard. Tegen de beslissing staat voor appellante, gelet op artikel 35, tweede lid, onder b, van de Wet dieren geen beroep open. Niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:73 Raad van Discipline Amsterdam 22-872/A/NH

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5073

    Klacht tegen huisarts deels kennelijk niet-ontvankelijk en voor het overige kennelijk ongegrond.De voorzitter is met beklaagde van oordeel dat de klacht niet-ontvankelijk is voor zover deze is gebaseerd op de stelling dat zij financiële schade heeft geleden door wanprestatie van beklaagde. Vermogensschade raakt niet aan de individuele gezondheidszorg.Het enkele feit dat beklaagde mogelijk ten opzichte van een statistisch gemiddelde minder patiënten zag, is echter op zichzelf onvoldoende grondslag om hem een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Klaagster lijkt uit te gaan van de veronderstelling dat beklaagde alle patiënten van klaagster diende te zien. Beklaagde werkte echter drie dagen als vaste waarnemer in de praktijk. Dat beklaagde noodzakelijke zorg aan patiënten van klaagster heeft geweigerd, heeft zij niet onderbouwd.