Zoekresultaten 2761-2770 van de 42291 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:42 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-719/DB/ZWB

    Raadbeslissing. Klacht over eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. niet is gebleken van onvoldoende voortvarend optreden van verweerder. Verweerder heeft wel tuchtrechtelijk verwijtbaar jegens klaagster gehandeld door na te laten aan klaagster periodiek een urenspecificatie en kostenopgave te verstrekken. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:2 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-36

    Klaagster verwijt de notaris dat zij het testament heeft gepasseerd, terwijl erflater dement was. De notaris heeft onvoldoende onderzoek verricht naar de geestestoestand en de wilsbekwaamheid van erflater. Zij had het “Stappenplan beoordeling wilsbekwaamheid ten behoeve van de notariële dienstverlening” (hierna te noemen: Stappenplan) moeten raadplegen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:76 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-388/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klacht is grotendeels niet ontvankelijk, omdat klagers hun klacht te laat bij de deken hebben ingediend. De verwijten die klagers verweerder maken, hebben plaatsgevonden in 2014 en 2015 en klagers hadden daar uiterlijk in 2017 dan wel in 2018 over moeten klagen. Klagers waren redelijkerwijs ook al veel eerder bekend met de gevolgen van het handelen dat zij verweerder verwijten dan het moment waarop verweerder het dossier aan de nieuwe advocaat van klagers had verstrekt. Geen sprake van bijzondere omstandigheden op grond waarvan de termijnoverschrijding toelaatbaar zou kunnen worden geacht. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:56 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1351

    Klager heeft in 2015 met zijn scooter een aanrijding gehad met een auto. Op de naar aanleiding daarvan gemaakte röntgenfoto’s van nek, rug, ribben en knie waren geen afwijkingen te zien. Klager is behandeld door een fysiotherapeut en een neuroloog.Om de mate van invaliditeit als gevolg van het ongeval vast te stellen heeft verweerder, orthopedisch chirurg, op verzoek van zowel klager als de verzekeraar van de bij de aanrijding betrokken automobilist, klager in 2021 onderzocht en een conceptrapport opgesteld. Klager heeft gebruik gemaakt van zijn blokkeringsrecht en het rapport is niet aan de verzekeraars verzonden.Klager verwijt verweerder het volgende:1. Het onderzoek is niet onafhankelijk en het is ondeskundig en incompleet uitgevoerd;2. Het feitencomplex en de diagnoses zijn veelal gebaseerd op aannames en hypotheses;4. Een eindsituatie-onderzoek moet zorgvuldig en vakkundig worden uitgevoerd, wat hier niet het geval is geweest. Verweerder heeft het letsel gebagatelliseerd en codetaal gebruikt in de rapportage.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:43 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-739/DB/LI

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:3 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-32

    Klager heeft de afgelopen jaren meerdere slechte ervaringen gehad met andere notariskantoren. Dit is de eerste keer dat klager een klacht indient. Klager is zeer ontevreden over de dienstverlening van dit notariskantoor. Hij verwijt het notariskantoor klantonvriendelijkheid, arrogantie en het niet nakomen van toezeggingen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:77 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-391/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klacht voor een deel niet ontvankelijk, omdat klagers hun klacht over verweerder te laat bij de deken hebben ingediend. Verweerder heeft niet gehandeld zoals dat een behoorlijk handelende advocaat betaamt door de zaak van klagers, waaronder de aansprakelijkstelling, niet met de nodige voortvarendheid te behandelen waardoor klagers jaren hebben moeten wachten op de uitkomst van hun schadeclaim. Klacht in zoverre gegrond. Waarschuwing en proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4366

    Deels gegronde klacht tegen een tandarts, waarschuwing. Zakelijk weergegeven verwijt klaagster de tandarts dat hij haar onvoldoende informatie heeft gegeven over de behandeling, een onjuiste behandeling heeft uitgevoerd, de tandarts niet beschikbaar was voor nazorg, er geen advies is gegeven over de pijnstilling en het spoelen en hij tekort is geschoten in de communicatie achteraf. Daarnaast heeft klaagster in haar brieven en tijdens het mondeling vooronderzoek gewezen op het belang om een medewerker van de tandartsenpraktijk te horen. Dit verzoek heeft klaagster tijdens de zitting niet expliciet herhaald. Ambtshalve is het college van oordeel dat het horen van de medewerker niet noodzakelijk is. Het college acht zich op basis van de overgelegde stukken, het proces-verbaal van het mondeling vooronderzoek en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen voldoende voorgelicht. De gegronde klachtonderdelen zien op de toegang tot de spoeddienst met name op zondag 15 augustus 2021 en op de gang van zaken op maandag 16 augustus 2021. Het college is van oordeel dat de bereikbaarheid van de tandartsenpraktijk dat weekend tekort schoot. De tandarts heeft erkend dat het antwoordapparaat van het spoednummer in dat weekend niet ingeschakeld was. Bovendien waren de contactgegevens van het tandartsbemiddelingskantoor, waar de tandarts bij was aangesloten en dat benaderd kon worden voor spoedgevallen, niet makkelijk te vinden op de website, zo heeft de tandarts ter zitting erkend. Verder had de medewerker van de praktijk klaagster op maandag moeten verwijzen naar het tandartsbemiddelingskantoor of met de tandarts contact op moeten nemen nadat hij door klaagster was geïnformeerd over haar pijnklachten. Dat heeft hij nagelaten. Deze gang van zaken, waar de tandarts verantwoordelijk voor was, acht het tuchtcollege tuchtrechtelijk verwijtbaar. Voor de ongegronde klachtonderdelen wordt verwezen naar de beslissing onder 6.3, 6.4, 6.6 en 6.7. De conclusie is dat de klacht deels gegrond is en de tandarts de maatregel van waarschuwing krijgt opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:57 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1393

    Klager is geopereerd aan een gebroken sleutelbeen maar bleef pijnklachten houden waarvoor hij naar verweerder, orthopedisch chirurg, is gestuurd. Verweerder heeft hem een aantal injecties toegediend en daarna, omdat de pijn bleef, een MRI laten maken en vervolgens doorverwezen naar een neuroloog. Klager verwijt verweerder dat hij willens en wetens de diagnose zenuwontsteking heeft gesteld, terwijl die diagnose niet is gebaseerd op enig onderzoek. Ook vindt klager dat verweerder arrogant, onbeschoft en niet empathisch is geweest.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:4 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-45

    Aan de samenwerking tussen klager en de notaris ligt een overeenkomst van opdracht ten grondslag. De klacht ziet voor het grootste deel op een geschil dat uit die overeenkomst voortkomt.