ECLI:NL:TNORDHA:2023:3 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-32

ECLI: ECLI:NL:TNORDHA:2023:3
Datum uitspraak: 15-02-2023
Datum publicatie: 05-04-2023
Zaaknummer(s): 22-32
Onderwerp: Personen- en Familierecht, subonderwerp: Nalatenschap
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Klager heeft de afgelopen jaren meerdere slechte ervaringen gehad met andere notariskantoren. Dit is de eerste keer dat klager een klacht indient. Klager is zeer ontevreden over de dienstverlening van dit notariskantoor. Hij verwijt het notariskantoor klantonvriendelijkheid, arrogantie en het niet nakomen van toezeggingen.

Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag

Beslissing d.d. 15 februari 2023 inzake de klacht onder nummer 22-32 van:

[klager],

hierna ook te noemen: klager,

tegen

[notaris],

notaris te [vestigingsplaats],

hierna ook te noemen: de notaris.

1. Het procesverloop

1.1 De Kamer heeft kennisgenomen van de klacht, met bijlagen, ingekomen op 6 en 7 juli 2022.

1.2 De Kamer heeft het antwoord van de notaris ontvangen.

1.3 De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 18 januari 2023. Daarbij waren aanwezig klager en de notaris. Van het verhandelde is proces-verbaal opgemaakt.

2. De feiten

2.1 Op 24 april 2022 heeft klager via een e-mailbericht het notariskantoor verzocht een verklaring van erfrecht op te stellen voor de afwikkeling van de nalatenschap van de heer [A] (hierna te noemen: erflater). Erflater had op 11 februari 2019 een testament gemaakt verleden voor de notaris. Klager was in dit testament benoemd tot enig erfgenaam en executeur.

2.2 Op 26 april 2022 nam mevrouw [B] (hierna te noemen: medewerkster) van het notariskantoor telefonisch contact op met klager. Zij hebben de verschillende vormen van aanvaarding besproken. Klager heeft te kennen gegeven de nalatenschap zuiver te willen aanvaarden alsmede de benoeming tot executeur te aanvaarden. De medewerkster liet weten dat zij een aantal dagen met vakantie zou gaan en daarna de werkzaamheden zou starten.

2.3 Op 31 mei 2022 zijn alle stukken naar klager verstuurd ter ondertekening.

2.4 Op 7 juni 2022 heeft de notaris de verklaring van erfrecht afgegeven.

2.5 Op 9 juni 2022 heeft klager per e-mailbericht zijn onvrede geuit over de werkwijze van het notariskantoor.

2.6 Op 17 juni 2022 heeft de notaris telefonisch contact met klager opgenomen om een en ander te bespreken.

2.7 De notaris heeft aan klager een declaratie gestuurd voor de werkzaamheden van € 575,- inclusief BTW en registratiekosten.

3. De klacht

3.1       In het telefoongesprek met de medewerkster op 26 april 2022 berichtte zij klager dat zij een aantal dagen met vakantie zou gaan en dan zou beginnen met de werkzaamheden voor de verklaring van erfrecht. Dit bleek een onjuiste mededeling te zijn, want na een aantal weken wachten had klager nog steeds niet vernomen. Op 30 mei 2022 heeft klager het notariskantoor gebeld. De medewerkster was niet aanwezig en zou hem de volgende dag terugbellen. Toen klager op 31 mei 2022 niets hoorde heeft hij zelf weer contact opgenomen met het notariskantoor. Uiteindelijk kreeg hij de medewerkster te spreken. Zij vertelde dat zij het e-mailbericht van klager van 24 april 2022 met zijn paspoortgegevens niet kon openen. Het werd klager duidelijk dat de medewerkster tot dit laatste telefoongesprek niet was gestart met de werkzaamheden. Klager had liever een maand eerder vernomen dat de medewerkster zijn e-mailbericht niet kon openen.

3.2       Klager heeft de afgelopen jaren meerdere slechte ervaringen gehad met andere notariskantoren. Dit is de eerste keer dat klager een klacht indient. Klager is zeer ontevreden over de dienstverlening van dit notariskantoor. Hij verwijt het notariskantoor klantonvriendelijkheid, arrogantie en het niet nakomen van toezeggingen.

3.3       Het tarief dat de notaris in rekening brengt voor de verrichte werkzaamheden is onredelijk, aangezien klager zelf na weken moest bellen en vragen naar de stand van zaken.

4. Het verweer

4.1       De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd – hetgeen hierna voor zover van belang voor de beoordeling – zal worden besproken.

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 93 Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt.

5.2 Voor zover de klacht ziet op de doorlooptijd het volgende. Ter zitting is vast komen te staan dat klager geen termijn heeft genoemd voor het ontvangen van de verklaring van erfrecht. Hij was op de hoogte van de vakantie van de medewerkster. Toen klager eind mei 2022 zelf contact opnam en informeerde naar de stand van zaken, heeft de medewerkster direct de betreffende werkzaamheden verricht. Omdat er geen sprake is van een ongebruikelijke doorlooptijd (vijf weken) en klager evenmin een concrete termijn had genoemd, waarbinnen hij de verklaring moest hebben, kan het handelen niet worden aangemerkt als klachtwaardig. Daarbij komt dat de notaris heeft getracht de kwestie met een gesprek op te lossen. Dat geeft geen blijk van arrogantie of klantonvriendelijkheid. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

5.3 Voor zover de klacht ziet op de hoogte van de declaratie het volgende. Voor declaratiegeschillen tot € 10.000,-- geldt de Geschillenregeling Notariaat. De Kamer verwijst in dit verband naar artikel 55 lid 2 Wna in samenhang met artikel 5 van de Verordening Klachten- en geschillenregeling en artikel 2 van het Reglement Geschillencommissie Notariaat. De Kamer kan een declaratiegeschil slechts toetsen in het licht van de hiervoor weergegeven, in artikel 93 lid 1 Wna omschreven, tuchtnorm. Gelet op de tarieven die notarissen in vergelijkbare zaken hanteren, is de Kamer van oordeel dat de wijze van declareren van de notaris niet onbetamelijk is. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

BESLISSING

De Kamer voor het notariaat:

  • verklaart de klacht op beide klachtonderdelen ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. G.H.M. Smelt, voorzitter, G.A.M. van Lith en M.R.H. Krans, in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2023.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam. Het beroepschrift dient binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief door het Hof te zijn ontvangen, waarbij de datum van ontvangst door het Hof bepalend is.