Zoekresultaten 35961-35970 van de 42309 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2456 Raad van Discipline Arnhem 11-84

    Klacht over kwaliteit dienstverlening ongegrond. Dat verweerster ten onrechte de rechtbank heeft laten weten dat partijen volledige overeenstemming hadden over de gevolgen van de echtscheiding is niet gebleken. Klager is niet ontvankelijk in zijn verzoek tot schadevergoeding. Van excessief declareren is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2451 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3720/11.122

      De advocaat heeft klager en zijn echtgenote bijgestaan in een echtscheidingsprocedure. Klacht dat de advocaat onzorgvuldig heeft gehandeld door klager onvoldoende te informeren over de gevolgen van het convenant, alsmede dat de advocaat zich in de behartiging van een tegenstrijdig belang heeft begeven of kon begeven. Na een eerste gezamenlijk gesprek heeft klager ook afzonderlijk met de advocaat gesprekken gevoerd. De advocaat heeft ten onrechte nagelaten de opdracht schriftelijk te bevestigen, waarbij zij aandacht had behoren te geven aan de mogelijkheid dat zich een tegenstrijdig belang zou voordoen en aan de daaraan dan te verbinden consequenties. Onvoldoende is gebleken dat de advocaat klager naar behoren heeft geïnformeerd over zijn positie, hetgeen de advocaat gelet op de omstandigheden schriftelijk had behoren te doen. In het eerste afzonderlijk met de advocaat gevoerde gesprek heeft klager een ander beeld over zijn privéomstandigheden gegeven dan in het gezamenlijk gevoerde gesprek. De advocaat had daardoor de beschikking over eenzijdige informatie, die niet aan de andere partij is meegedeeld, waardoor aannemelijk werd dat een tegenstrijdig belang tussen klager en zijn echtgenote bestond althans zou kunnen ontstaan. De advocaat heeft ten onrechte de belangenbehartiging voortgezet. Klacht in beide onderdelen gegrond. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2439 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3839/11.241

    Niet kan worden vastgesteld dat de advocaat klager tegen diens zin heeft bijgestaan. De klacht wordt als kennelijk ongegrond afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2445 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3657/11.59

    De opvolgend advocaat heeft niet gehandeld in overeenstemming met de welwillendheid en het vertrouwen dat advocaten onderling in elkaar moeten kunnen stellen, door de voormalig advocaat van client in het ongewisse te laten over de afwikkeling van de zaak. Dit, terwijl de opvolgend advocaat op de hoogte was van het feit dat uit de ontvangen schadevergoeding nog zou moeten worden afgerekend met de voormalig advocaat.   De Raad verklaart klachtonderdeel c niet-ontvankelijk en de klachtonderdelen a en b gegrond en legt terzake aan verweerder de maatregel van een enkele waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2011:YF0382 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2010/69 en 2010/70

      2010/69: Klachtambtenaarzaak. Beklaagde kan worden verweten onvoldoende toezicht te hebben gehouden waardoor er door zijn praktijk structureel T-61 en Chorulon aan varkenshouder is geleverd zonder voorafgaande diagnostiek. Ernstig verwijtbaar. Naar het oordeel van het college dient een signaal naar de beroepsgroep uit te gaan dat dit soort praktijken zeer ongewenst zijn, ook al heeft beklaagde reeds een strafrechtelijke boete betaald. Volgt onvoorwaardelijke geldboete van € 3.000,= en voorwaardelijke schorsing.   2010/70: Klachtambtenaarzaak. Beklaagde levert structureel T-61 en Chorulon aan varkenshouder zonder voorafgaande diagnostiek, opdat de varkenshouder de middelen zelf kan toepassen. Ernstig verwijtbaar. Naar het oordeel van het college dient een signaal naar de beroepsgroep uit te gaan dat dit soort praktijken zeer ongewenst zijn, ook al heeft beklaagde reeds een strafrechtelijke boete betaald. Volgt onvoorwaardelijke geldboete van € 3.000,= en voorwaardelijke schorsing.    

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2420 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3840/11.242BII

    De taakuitoefening van de advocaat als bijzonder curator behoort niet tot het terrein dat door het advocatentuchtrecht wordt bestreken. Uitsluitend indien de advocaat zich in die hoedanigheid zou misdragen en daardoor het vertrouwen in de advocatuur zou schaden, kan er voor tuchtrechtelijke toetsing aanleiding zijn. Dit laaste is op basis van de stukken niet gebleken.   Als bijzonder curator behartigt de advocaat de belangen van de minderjarige dochter van klaagster. Niet is gebleken dat zij daarbij tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gehandeld.   De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2408 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3602/11.04

    Klacht dat verweerder in een alimentatiezaak drie jaar niets voor klaagster heeft gedaan en haar niet op de hoogte heeft gehouden. De advocaat heeft de zaak na een eerste brief aan de wederpartij bijna drie jaar laten liggen. Hij heeft geen gevolg gegeven aan telefonische verzoeken van klaagster om in actie te komen. Geen schriftelijke berichtgeving. Klacht gegrond. Schorsing drie maanden onvoorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2433 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3884/12.18

    De advocaat is terecht overgegaan tot openbare betekening van de dagvaarding. Niet aannemelijk is dat de advocaat wist dan wel op de hoogte had kunnen zijn van een bekend adres buiten Nederland. Een mogelijke bekendheid met de stad waar klagers woonachtig  zouden zijn is onvoldoende om op grond daarvan aan te nemen dat niet openbaar betekend had mogen worden. De klacht is als kennelijk ongegrond afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2414 Raad van Discipline 's-Gravenhage 3463/10.93

    Verweerster heeft een gemotiveerde beslissing genomen op het verzoek van klager ex artikel 13 Advocatenwet. Een beklag tegen een dergelijke beslissing dient aan het Hof van Discipline te worden voorgelegd.   Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2427 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3894/12.28

    Verweerder is gearresteerd en in hechtenis is genomen in verband met de verdenking van het plegen van ernstige misdrijven. Mede gelet op de aard en de ernst van de verdenking, het feit dat verweerder ten gevolge van zijn hechtenis niet in staat is zijn praktijk uit te oefenen en de belangen van de clienten van verweerder velig te stellen, dienen de door de deken verzochte voorlopige voorzieningen ex art. 60ab Adovcatenwet te worden toegewezen.