Zoekresultaten 16741-16750 van de 42215 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-185a

      Ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts had niet kunnen of moeten voorzien dat patiënte diezelfde nacht nog zou komen te overlijden, ook was niet te voorspellen hoe het uiteindelijke stervensproces zou verlopen. Dat de huisarts geen aanleiding of noodzaak zag om alle mogelijke scenario’s met klager te bespreken is dan ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Ook terecht dat de huisarts geen medicatie heeft voorgeschreven omdat er geen indicatie was. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-170

      Deels gegronde klacht (zonder oplegging van een maatregel) tegen een huisarts. Gelet op de door de moeder (klaagster) ondertekende machtiging mocht de huisarts redelijkerwijs ervan uitgaan dat de moeder hem, als wettelijk vertegenwoordigster van haar minderjarige dochter, toestemming gaf voor doorbreking van zijn beroepsgeheim aan de Raad voor de Kinderbescherming ten aanzien van zijn patiënte (de minderjarige dochter van klaagster). Daarmee was de huisarts echter niet ontslagen uit de verplichting tot geheimhouding ten aanzien van het gesprek over de problemen van de moeder en vader zelf. Geen toestemming verkregen en geen sprake van rechtmatige doorbreking van het beroepsgeheim op grond van de KNMG Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. Klacht deels gegrond, maar het College ziet dat de huisarts heeft gehandeld met goede intenties en de geldende wet- en regelgeving biedt de beroepsbeoefenaar weinig duidelijkheid over het te hanteren beoordelingskader wanneer hem door een instantie als de RvdK om informatie betreffende een patiënt wordt gevraagd. Geen maatregel.    

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:52 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/321696 KL RK 17-67

      Bij de afwikkeling van de nalatenschap van de vader van klager, heeft zijn broer een brief overgelegd waarin vader een vordering kwijtscheldt aan de broer. Het origineel van deze brief heeft de broer bij de notaris afgegeven. Klager betwist de handtekening van vader onder de brief en wil deze laten onderzoeken door het NFO. De notaris wil alleen aan dit onderzoek meewerken met toestemming van de broer. Klager verwijt de notaris dat zij weigert om zonder toestemming van de broer mee te werken aan het onderzoek door het NFO naar de handtekening van vader onder de brief. Hierdoor stelt de notaris zich afhankelijk en onkundig op.   De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard. Uit hetgeen over en weer door partijen is aangevoerd kan worden vastgesteld dat de brief eigendom is van de broer. De broer heeft immers het origineel van de brief, op verzoek van klager, afgegeven bij de notaris. Dan is het ook aan de broer om te bepalen of de brief mag worden onderzocht door derden. Dat de broer toestemming heeft gegeven voor het onderzoek door het NFO is niet komen vast te staan. Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris niet klachtwaardig gehandeld door zich op het standpunt te stellen dat zij zonder de toestemming van de broer niet kan meewerken aan het onderzoek van het NFO.    

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:2 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-165

    Dekenklacht. Een cliënt heeft verweerder gevraagd om hem bij te staan en te adviseren inzake de door die cliënt in zijn hoedanigheid van aandeelhouder van zijn ondernemingen gepretendeerde schade door aardbevingen als gevolg van de gaswinning door de NAM. De raad oordeelt dat verweerder niet heeft gehandeld als een behoorlijk advocaat betaamt door het maken van een verboden no cure no pay afspraak met de cliënt waardoor hij in strijd heeft gehandeld met art. 7.7 eerste lid Voda en gedragsregel 25 lid 3. Het met de cliënt overeengekomen uurtarief gold naar het oordeel van de raad allleen voor de onderhandelingsfase van verweerder met de NAM en uitdrukkelijk niet voor een eventueel daarna door verweerder te voeren procedure tegen de NAM. Pas na toewijzing van schadevergoeding was de cliënt 10% daarvan als honorarium aan verweerder verschuldigd bij een procedure. Dat verweerder tijdens de onderhandelingsfase een redelijke dekking van zijn kosten heeft gekregen en hij van mening is dat hij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid in de gegeven financieel zorgelijke omstandigheden van zijn cliënt de gemaakte prijsafspraak zo mocht maken als hij heeft gedaan en bovendien de procedure niet is doorgegaan, doet aan de ontoelaatbaarheid van de prijsafspraak niet af en maakt het oordeel van de raad niet anders. Dekenbezwaar gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:218 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 16.962

    Verzet ongegrond. Betekening één dag te laat. Pas drie jaar later daarover een klacht ingediend, terwijl klager daar al meer dan drie jaar daarvan op de hoogte was. Geen belang. 

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:5 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.333

      De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-185b

      Gegronde klacht (zonder oplegging van een maatregel) tegen een verpleegkundige. Van een verpleegkundige in de functie van verzorger en begeleider bij een stervensproces mag verwacht worden dat er niet alleen aandacht is voor het comfort van de stervende, maar ook dat de nabestaande wordt voorbereid op het overlijden van een dierbare. Gelet hierop mocht meer begeleiding en advisering verwacht worden. Ook was het zinvol om duidelijk te maken dat de instantie behulpzaam zou kunnen zijn bij eventuele inschakeling van een arts. Klacht gegrond, maar niet noodzakelijk om maatregel op te leggen, omdat het voor klager wel duidelijk was dat hij bij verandering van de situatie de gehele dag de instantie mocht bellen. Geen maatregel.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:219 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 16.377

    Betekening naar Belgisch en Nederlands recht was juist. Dat aan de echtgenote is betekend met wie klager in onmin leefde, maakt dat niet anders aangezien klager ingeschreven stond op dat adres.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:6 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.375

    Klager verwijt de psychiater dat hij een onzinnig en onnodig onderzoek heeft uitgevoerd, bewust zich heeft geprobeerd te onttrekken aan een onafhankelijke klachtenprocedure en dat hij inbreuk heeft gemaakt op de privacy van klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-185c

      Gegronde klacht (zonder oplegging van een maatregel) tegen een verpleegkundige/triagiste. Klager ontvankelijk in zijn klacht, omdat het werk van verweerster als triagiste nauw verweven is met haar registratie als verpleegkundige. Hoewel klager in het telefoongesprek met de triagiste zijn hulpvraag anders had moeten formuleren, had verweerster pro-actiever kunnen en moeten optreden tijdens dit gesprek. Zij had gelet op de inhoud van het gesprek de vraag achter de hulpvraag moeten zien. Klacht gegrond, maar niet noodzakelijk om een maatregel op te leggen, omdat het College ervan overtuigd is dat zij in de toekomst meer proactief zal optreden. Geen maatregel.