Zoekresultaten 2381-2390 van de 42312 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:121 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-015/DH/RO

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft klaagsters zaak aangenomen, zonder zich er van te vergewissen dat klaagster zijn bijstand wenste en zonder haar te wijzen op onder meer het (mogelijke) belangenconflict doordat verweerder ook klaagsters dochter bijstond in een gerelateerde zaak. Verweerder heeft bovendien onvoldoende met klaagster gecommuniceerd. Verweerder is onvoldoende zorgvuldig geweest. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:66 Hof van Discipline 's Gravenhage 220090

    Klacht over eigen advocaat. Verweerder heeft bij klager het beeld geschapen dat klager per saldo niet op basis van het uurtarief hoefde te betalen voor de rechtsbijstand: ofwel verweerder zou op toevoeging procederen, ofwel hij zou declaratie op basis van zijn uurtarief op de wederpartij verhalen. Verweerder had dit duidelijk op een rijtje moeten zetten in de opdrachtbevestiging. Ook heeft hij verzuimd klager tussentijds te informeren over de hoogte van die declaraties, als hij die op klager mogelijk wilde verhalen. Ten slotte heeft verweerder ten onrechte een beroep op het retentierecht gedaan tegenover de opvolgend rechtsbijstandverlener. Dat die geen advocaat was, doet niet ter zake. Vernietiging beslissing raad. Berisping. 

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:70 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-259/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de (voormalig) eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. De klacht ziet op optreden van verweerster in 2012 en 2013 en is pas op 28 juni 2022 ingediend en dus na het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn. De klacht is niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:122 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-923/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat wederpartij in een familiezaak. Verweerder heeft klager voorafgaand aan een zitting, terwijl klagers advocaat nog niet aanwezig was, aangesproken en gesproken over de voorlopige voorziening. Dit is inhoudelijk op de zaak ingaan en verweerder had dat niet mogen doen buiten aanwezigheid van klagers advocaat. Klacht voor het overige ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:116 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-682/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:61 Hof van Discipline 's Gravenhage 220058

    Het hof bevestigt de beslissing van de raad nu partijen hun standpunten in hoger beroep slechts hebben herhaald en er geen nieuwe argumenten zijn aangedragen die aanleiding geven tot een andere beoordeling, dan wel bij het hof tot nieuwe inzichten hebben geleid. Klaagster niet ontvankelijk in de klachtonderdelen  a) t/m g) omdat zij, gelet op de artikel 46g Advocatenwet genoemde termijnen, te laat heeft geklaagd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:141 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5067

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist GGZ. Klager verwijt de verpleegkundig specialist onder meer dat hij hem onnodige medicatie toedient en onnodige medische controles afneemt. Het college is van oordeel dat bij de verplichte behandeling van klager met medicatie en medische controles is voldaan aan het toetsingskader van de Wvggz. Alle klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:62 Hof van Discipline 's Gravenhage 220310

    Appelverbod. De door klaagster aangevoerde gronden zien in essentie op de inhoudelijke beoordeling van de zaak en raken niet aan fundamentele rechtsbeginselen, zoals schending van hoor en wederhoor. Als de raad het eens is met de beslissing van de voorzitter, volstaat een verkorte motivering met verwijzing naar de motivering in de beslissing waarvan verzet. Dat levert geen schending van het beginsel van (rechterlijke) waarheidsvinding of een ander fundamenteel rechtsbeginsel op. Niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:118 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-792/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4102

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Bij patiënte was sprake van zeer ernstige complicaties na een flebitis bij een perifeer infuus. Patiënte is uiteindelijk in het ziekenhuis overleden. De verpleegkundige heeft de patiënte tijdens een avonddienst verzorgd en verpleegd. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat zij haar melding over de verslechterde situatie van de patiënte niet serieus heeft genomen en er geen aantekening over heeft gemaakt, en dat zij ook geen oog heeft gehad voor de ontsteking aan de onderarm van de patiënte. Het college stelt vast dat de lezingen van partijen over de gebeurtenissen op de betreffende avond uiteenlopen. Noch kan worden vastgesteld of en hoe gesprekken tussen klaagster en de verpleegkundige hebben plaatsgevonden en of de verpleegkundige de signalen van klaagster daarbij wel of niet serieus heeft genomen, noch is duidelijk in welke staat de onderarm van de patiënte op dat moment was. Alle klachtonderdelen kennelijk ongegrond.