Zoekresultaten 35011-35020 van de 42363 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2864 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.3906/12.40

    Onvoldoende medewerking verleend aan onderzoek deken en ingeschakelde derde(n). Niet nakomen bindend advies. Niet reageren op verzoeken aansprakelijkheidsverzekeraar. Oneigenlijk gebruik derdengeldenrekening. Bewuste benadeling schuldeisers cliënt. Klacht gegrond. Schorsing zes maanden waarvan drie voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2826 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3769/11.171

    Verweerder is niet duidelijk geweest in zijn communicatie met klagers.Het betaamt een advocaat niet een cliënt eerst kenbaar te maken dat hij hoger beroep zal instellen en dan achteraf, als hij de beroepstermijn heeft laten verlopen, aan een cliënt te berichten dat het hoger beroep geen zin zou hebben gehad. Verweerder had klagers tijdig moeten adviseren hoe naar zijn mening de kansen van klagers waren en dat ter voorkoming van misverstanden schriftelijk moeten vastleggen. In dat geval hadden klagers ook de gelegenheid gehad om desgewenst het oordeel van een andere advocaat te vragen.   Verweerder is voorts terkort geschoten nu hij niet tijdig een beroepschrift heeft ingediend, terwijl klagers verder daar meerder malen op hebben gewezen.   De klacht is gegrond. Maatregel: onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van een week.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2807 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3528/10.158

    Klacht dat de advocaat zich, nadat arrest was bepaald, schriftelijk tot het gerechtshof heeft gewend zonder toestemming van de andere advocaat (gedragsregel 15). De advocaat heeft, nadat het hof bij pleidooi aan hem had gevraagd het procesdossier over te leggen in verband met het feit dat uitspraak werd bepaald, het procesdossier overgelegd, begeleid door een brief, waarin de advocaat ingaat op hetgeen over de processtukken met het hof zou zijn besproken. De advocaat heeft niet enkel processtukken aan het hof overgelegd, maar deze voorzien van eigen commentaar en is in zoverre inhoudelijk ingegaan op hetgeen bij het pleidooi was voorgevallen. Er is geen sprake van louter na-fourneren. Klacht gegrond. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2858 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.3796/11.198

    Verweerder heeft op zijn derdengeldenrekening gestorte bedragen ten behoeve van zijn cliënt (de saniet) , die toegelaten was tot de WSNP, doorgestort aan de saniet, althans op rekeningen gestort waar de saniet de beschikking over had. Verweerder heeft daarmee actief vermogen onttrokken aan het wettelijke beslag. De op de derdengeldenrekening ontvangen bedragen hadden aan de boedel moeten worden voldaan. Het enkele feit dat verweerder een bedrag ten behoeve van de schuldeisers heeft gereserveerd maakt de handelwijze van verweerder, die de raad aanmerkt als het niet handelen zoals een behoorlijk advocaat betaamt, niet minder tuchtrechtelijk verwijtbaar. Dit in aanmerking nemende is het doen van een voorstel aan schuldeisers om akkoord te gaan met betaling van een deel van de vordering eveneens tuchtrechtelijk aan verweerder te verwijten. De klacht is gegrond. Als maatregel wordt opgelegd een schorsing in de praktijkuitoefening van drie maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar  

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2839 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3644/11.46

    Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat de advocaat de zaak onvoldoende voortvarend heeft aangepakt en excessief heeft gedeclareerd. Deze klachtonderdelen zijn ongegrond. Wel kan worden vastgesteld dat de advocaat klager onvoldoende heeft geïnformeerd over de stand van zaken in het dossier en bepaalde gemaakte afspraken niet schriftelijk aan klager heeft bevestigd. De advocaat heeft ook erkend dat zij in het kader van de vereiste schriftelijke vastlegging jegens klager tekort is geschoten. Dit klachtonderdeel is gegrond. Maatregel: berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2795 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3680/11.82b

    Verweerder heeft met klager een honorariumafspraak gemaakt. In strijd met deze honorariumafspraak heeft verweerder een hoger uurtarief in rekening gebracht aan de wederpartij in verband met het betalen van de proceskosten van de advocaat in het kader van een schadevergoedingsovereenkomst. Het feit dat verweerder het hanteren van een hoger en daarmee afwijkend uurtarief dan dat van klager zoals dat in rekening wordt gebracht bij de wederpartij, niet schriftelijk heeft bevestigd, wordt tuchtrechtelijk verwijtbaar geoordeeld. Het deel van de klacht dat ziet op het niet ontvangen hebben van kopieën van de aan de wederpartij toegezonden declaraties en de daarbij behorende urenspecificaties is eveneens gegrond. Volgt maatregel van enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2820 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3764/11.148

    Verweerder heeft klaagster als zijn wederpartij in hoger beroep gedagvaard. Daarbij is een lange dagvaardingstermijn in acht genomen in verband met onderhandelingen. Na afbreken van de onderhandelingen brengt verweerder een exploot uit waarmee zijn cliënte (appellante) de zaak bij vervroeging bij het hof aanbrengt. Het exploot is rechtsgeldig, maar wordt door klaagster in verband met een verhuizing niet gezien. Het hof heeft de vervroeging toegestaan en de zaak bij vervroeging op de rol geplaatst. Aan klaagster is verstek verleend en het hof heeft circa 7 maanden later bij verstek arrest gewezen. Klacht dat verweerder in strijd met wet en gedragsregels de zaak bij vervroeging heeft opgebracht, dat verweerder heeft nagelaten klaagster en haar raadsman hierover in te lichten en dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan misbruik van het procesrecht en klaagster heeft benadeeld. De plaatsvervangend voorzitter oordeelt dat niet gebleken is dat verweerder de hem toekomende vrijheid te buiten is gegaan dan wel zich niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt, ook waar het het vervroegen van de roldatum betreft. Verweerder was niet gehouden de raadsman van klaagster separaat over het oproepingsexploot te berichten. Van misbruik van procesrecht is niet gebleken. Klacht kennelijk ongegrond. Het verzet is niet ingesteld binnen de in artikel 46h Advocatenwet gestelde termijn Verzet niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2801 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3649/11.51

    Door klagers zijn in het verzet geen gronden aangevoerd anders dan een uitwerking en herhaling van de eerdere klacht en dit leidt niet tot een ander oordeel dan de (plaatsvervangend) voorzitter heeft gegeven. Voorts merkt de Raad ten overvloede op dat verweerder niet tuchtrechtelijk kan worden verweten dat hij – er niet mee bekend zijnde dat er geen vruchtgebruikersrekening was geopend – niet op de consequenties van het niet openen van een vruchtgebruikersrekening heeft gewezen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2789 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3667/11.69

    Klacht van de wederpartij dat de advocaat in processtukken ten onrechte heeft aangegeven dat hij mede optreedt namens een aantal lastgevers en dat daardoor verweerder, de advocatuur en de rechterlijke macht schade lijden. De advocaat heeft, na de betwisting door klager, de lastgeving met stukken aangetoond. Hij heeft aldus aan zijn zorgvuldigheidsplicht voldaan. Voor het horen van getuigen, zoals door klager in het verzet verzocht, is geen grond. Klacht kennelijk ongegrond; verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2852 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3944/12.78

    Het is niet aan de tuchtrechter om de vraag te beantwoorden of een vonnis rechtsgeldig is betekend. Indien aangenomen moet worden dat het vonnis rechtsongeldig is betekend, impliceert dat geenszins dat verweerster daarin de hand heeft gehad dan wel dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gehandeld door de betreffende exploiten aan klagers te laten betekenen. Voor zover de klacht inhoudt dat verweerster het vonnis zou hebben vervalst, stelt de voorzitter vast dat ter zake door klagers geen bewijs is overgelegd. Klacht kennelijk ongegrond.