Zoekresultaten 1241-1250 van de 42263 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:185 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5494

    Klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is onder behandeling geweest bij de fysiotherapeut. In die periode was er – ook buiten de behandelmomenten om – contact tussen beiden. Zij hadden ook meerdere malen seksueel contact. Klaagster verwijt de fysiotherapeut onder meer dat hij geen professionele houding heeft aangenomen en misbruik heeft gemaakt van haar gevoelens. De fysiotherapeut erkent dat hij in strijd met de voor hem als fysiotherapeut geldende normen heeft gehandeld. Hij verzoekt bij het opleggen van een maatregel rekening te houden met de inmiddels door hem gezette stappen en de door hem ondervonden gevolgen. De klacht wordt gegrond verklaard. Maatregel: schorsing van 12 maanden waarvan 9 maanden voorwaardelijk en drie maanden onvoorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:220 Raad van Discipline Amsterdam 23-438/A/A

    Raadsbeslissing; Verweerster heeft zich naar het oordeel van de raad voldoende vergewist of de aan haar verstrekte opdracht door een bevoegde vertegenwoordiger van de VvE is gedaan. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:303 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-504/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen kantoor kennelijk niet ontvankelijk. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:97 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/707361 / DW RK 21/420 MdV/SM

    Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder onder meer dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte vakantiegeld heeft ingehouden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:221 Raad van Discipline Amsterdam 23-543/A/A

    Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Het is de raad niet gebleken dat tussen klaagster en de cliënt van verweerster voordat er vonnis was gewezen een vaststellingsovereenkomst tot stand was gekomen. Verweerster heeft dan ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door het vonnis aan klaagster te laten betekenen en ten uitvoer te leggen. Verweerster heeft als partijdige belangenbehartiger gehandeld in het belang van haar cliënt en is daarmee binnen de grenzen gebleven van de ruime mate van vrijheid die zij als advocaat van de wederpartij geniet.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:159 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1827

    Klacht tegen oncologisch chirurg. Klaagster is eind november 2012 geopereerd door de oncologisch chirurg en een plastisch chirurg (ook aangeklaagd: C2023/1828). Deze operatie bestond uit een ablatio mammae (door de oncologisch chirurg) aan beide zijden en een directe reconstructie van de borst (door de plastisch chirurg) door middel van borstimplantaten. De operatie is ongecompliceerd verlopen. Begin december 2012 heeft klaagster contact opgenomen met de SEH vanwege een zwart rondje rondom de tepel. Na diverse ingrepen is het implantaat verwijderd en is een tissue expander aangebracht. Twee dagen na deze operatie is een infectie ontstaan rondom de tissue expander en is deze onder narcose verwijderd. Klaagster verwijt de oncologisch chirurg dat zij niet aan klaagster heeft meegedeeld wie de hoofdbehandelaar was voor en na de operatie, zij geen (hoofd)verantwoordelijkheid heeft genomen en niet adequaat heeft gehandeld naar aanleiding van het consult half december 2012, waardoor besparing van de rechterborst wellicht nog mogelijk was geweest. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:310 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-512/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klagers verwijten verweerster dat zij in 2015 excessief heeft gedeclareerd en dat zij, eveneens in 2015, heeft verzuimd om conform gedragsregel 17 klagers op de hoogte te stellen van het feit dat de kosten aanzienlijk hoger zouden uitvallen dan aanvankelijk ingeschat. De gemachtigde van klagers heeft zich op 15 juli 2022, derhalve ruimschoots na het verstrijken van de in artikel 46 g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn, namens klagers met een klacht over verweerster tot de deken gewend. Niet is gebleken dat klagers niet eerder dan op 15 juli 2022 hebben kunnen klagen. Het beroep op de uitzondering van artikel 46g lid 2 Advocatenwet gaat niet op. Niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:304 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-508/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van wederpartij. Verweerster mag in beginsel uitgaan van de waarheid van de informatie die zij van haar cliënte ontvangt. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:222 Raad van Discipline Amsterdam 23-712/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat in een strafzaak. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk van onvoldoende gewicht is om tuchtrechtelijk verwijtbaar te zijn. Weliswaar heeft verweerder pas na het indienen van een klacht, gereageerd op het verzoek van klager om toezending van een afschrift van het proces-verbaal van verhoor, maar hiervoor heeft verweerder zijn verontschuldigingen aangeboden. Uit de reactie van het OM naar aanleiding van verweerders verzoek dat verweerder alsnog deed, volgt bovendien dat het OM nooit een kopie van het proces-verbaal zou toezenden nu de zaak bijna twee jaar geleden onvoorwaardelijk is geseponeerd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:305 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-528/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat in de hoedanigheid van klachtenfunctionaris. Uit de overgelegde stukken blijkt dat verweerster klagers klacht zorgvuldig heeft beoordeeld en haar bevindingen gemotiveerd aan klager heeft toegelicht. Van een gedraging waardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad is niet gebleken. Kennelijk ongegrond.