Zoekresultaten 10161-10170 van de 42252 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/467

    De IGJ verwijt de verpleegkundige dat hij zijn professionele grenzen als verpleegkundige heeft overschreden door tijdens de behandelrelatie een persoonlijke relatie aan te gaan, welke relatie kort na de opname van cliënte uitmondde in een seksuele relatie. De IGJ verwijt de verpleegkundige een beperkt inzicht in zijn handelen. De verpleegkundige heeft erkend en heeft spijt, maar dat hem een beperkt inzicht wordt verweten is volgens de verpleegkundige een verkeerde voorstelling van zaken en er bestaat ook geen risico op herhaling. Gegrond, schorsing

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:64 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-213

    De klacht tegen verweerster over haar optreden in het familiegeschil van klaagster is grotendeels niet-ontvankelijk wegens het verstrijken van de driejaarstermijn (art. 46g lid 1 sub a Aw). De klacht over de mogelijkheden tot het aanvragen van een toevoeging voor klaagster is tijdig ingediend maar ongegrond. Weliswaar is een advocaat bij aanvang, en waar nodig tussentijds, gehouden om de mogelijkheden voor een toevoeging met de cliënt te bespreken, maar op een advocaat rust geen verplichting om met de cliënt de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand voor toekomstige zaken te bespreken. Ter zake valt verweerster tuchtrechtelijk geen verwijt te maken. 

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:72 Raad van Discipline Amsterdam 19-844/A/A

    Klacht over de eigen advocaat in alle onderdelen ongegrond. Volgens klager heeft verweerder zich schuldig gemaakt aan corruptie en heeft verweerder samengewerkt met de (advocaat van de) wederpartij van klager, de werkgever. Daarvan is echter niets gebleken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:66 Raad van Discipline Amsterdam 20-092/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Dat verweerder in zijn pleitnota feiten heeft geponeerd waarvan hij wist of had kunnen weten dat die onjuist waren, heeft klager tegenover het verweer van verweerder onvoldoende onderbouwd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/408

    Klager verwijt de oogarts dat hij onzorgvuldig onderzoek heeft verricht en niet goed heeft geluisterd naar (de klachten van) klager. Klager heeft twee weken na het betreffende consult gebeld in verband met een verandering van het klachtenpatroon. Klager verwijt de oogarts dat hij toen pas een week later in zijn oogcentrum kon komen voor nader onderzoek, met alle gevolgen van dien. De oogarts heeft verweer gevoerd en verzoekt de klacht als (kennelijk) ongegrond af te wijzen.  Gegrond, maatregel

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:65 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-224

    De raad oordeelt de klachten tegen verweerder als advocaat van de wederpartij van klagers deels niet-ontvankelijk wegens het verstrijken van de driejaarstermijn (art. 46g lid 1 sub a Aw), voor het overige ontvankelijk. Verweerder kan tuchtrechtelijk niet worden aangerekend dat zijn cliënten klaarblijkelijk hebben nagelaten aan de vonnissen jegens klagers te voldoen en hem geen opdracht hebben gegeven tot het doen opheffen van de gelegde beslagen. Als partijdig advocaat mocht verweerder de standpunten in de procedures innemen van zijn cliënten zoals door hem gedaan op basis van de hem verstrekte informatie, terwijl klagers zich tegen in hun ogen onjuiste standpunten hadden kunnen verweren. Verweerder heeft in strijd met Regel 12 (gedragsregels 1992) gehandeld door middels overlegging van een getuigenverklaring in een procedure citaten uit confraternele correspondentie, zonder overleg met de advocaat van klagers noch met de deken, aan de rechter te overleggen. Daardoor heeft verweerder meegewerkt aan het openbaar maken van confraternele correspondentie. Dat zijn cliënt dat hem heeft verzocht, doet aan het tuchtrechtelijk verwijtbare karakter niet af.  In zoverre gegrond. Waarschuwing. 

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:8 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-18 en 19-19

    Ingevolge de Wet op het notarisambt heeft klaagster een onderzoek ingesteld naar het handelen van de notarissen. Zij zijn notaris bij [M]. [M] is een vennootschap, waarin de praktijkvennootschappen van drie notarissen en vijftien advocaten deelnemen en samenwerken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:67 Raad van Discipline Amsterdam 20-094/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Het is inherent aan een gerechtelijke procedure dat de standpunten van de verschillende partijen uiteen lopen. Dit betekent echter niet dat verweerder feiten heeft geponeerd waarvan hij wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat die onjuist waren.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/291

    Klaagster verwijt verweerster dat zij te laat heeft doorverwezen naar de kaakchirurg en heeft ten onrechte twee botstukken verwijderd. Ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:66 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-396

    Verweerster is ernstig tekortgeschoten in haar zorg jegens haar cliënte in het familiegeschil. Na ontvangst van de beschikking van het gerechtshof heeft verweerster geen actie ondernomen om het gerechtshof te verzoeken om een duidelijke kennelijke rekenfout in de alimentatie te laten herstellen. Evenmin heeft verweerster op deskundige wijze meteen na ontvangst van de beschikking aan klaagster uitgelegd wat daarvan voor haar de gevolgen waren. Als gevolg hiervan is klaagster, door haar eigen uitleg van de beslissing, ernstig in de financiële problemen terecht gekomen. Ondanks haar toezegging dan om een gedegen cassatieadvies in te winnen, is verweerster ook op dat punt tekortgeschoten in haar zorg jegens klaagster en heeft de cassatietermijn laten verlopen. Verweerster heeft klaagster ernstig aan haar lot overgelaten, ook bij de schadeclaim van klaagster, terwijl juist een advocaat hulp moet bieden bij het oplossen van dergelijke problemen. Tijdens de zitting heeft verweerster bij de raad bovendien niet de indruk gewekt op de hoogte te zijn van alle juridische mogelijkheden in dit soort zaken, wat de raad zorgelijk vindt. De raad spreekt uit dat verweerster onzorgvuldig heeft gehandeld jegens klaagster ex artikel 48 lid 9 Advocatenwet. Berisping.