Zoekresultaten 32741-32750 van de 42363 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:YG2784 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 083-2012

    Klacht tegen psychiater inzake afgeven geneeskundige verklaring op basis waarvan klager gedwongen is opgenomen ingevolge de BOPZ. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:YG2785 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 081-2012

    Klacht tegen psychiater inzake het uitbrengen van Pro Justitia-rapportage. Verweerder achtte klager verminderd toerekeningsvatbaar in verband met een waanstoornis. Klager stelt, op basis van een latere Pro Justitia-rapportage in de strafzaak waarin hij werd vervolgd wegens het gooien van een waxinelichthouder naar de gouden koets, dat hij wel toerekeningsvatbaar was en het rapport van verweerder ondeugdelijk. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:YG2754 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 094-2012

    “Afwijking in gemeten omvang tumor door radioloog/PA. Revisie door PA. Verweerder had als hoofdbehandelaar de regie moeten houden en patiënte beter moeten informeren. Ziekte van Von Willebrand geen reen altijd en per definitie bij een ingreep drains aan te leggen. klacht deels gegrond, waarschuwing.”

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:YG2786 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 085-2012

    Klacht tegen psychiater in opleiding inzake (dwang-)medicatie tijdens gedwongen opname. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:YH0358 Accountantskamer Zwolle 12/932 en 12/935 Wtra AK

      Diverse kleinere ondeskundigheden, vergissingen en  onzorgvuldigheden bij samenstellen jaarrekening. Zelfs indien deze deels niet van materieel belang waren, dan levert dat de accountant geen vrijbrief op om zijn werkzaamheden ondeskundig en onzorgvuldig uit te voeren. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:YG2787 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 086-2012

    Klacht tegen psychiater inzake (dwang-)medicatie tijdens gedwongen opname. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:YG2781 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 091-2012

    Klaagster lijdt aan complicaties na een maagverkleining volgens Mason. Zij verwijt verweerder een gastric bypass te hebben geindiceerd, zonder dat hij heeft verteld dat het ook mogelijk was de Dacron band te verwijderen. Bovendien was klaagster destijds ondervoed. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:YH0359 Accountantskamer Zwolle 12/915 Wtra AK

      In casu kan aan een onder COS 4400 opgemaakt rapport toch een aspect van assurance niet ontzegd worden en moet het daarom mede voldoen aan normen die ook in NVCOS 3000 voorkomen. Voor de in het rapport getrokken conclusies heeft de accountant onvoldoende deugdelijke grondslag en komt het mitsdien in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2748 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.220

    Klacht tegen revalidatiearts. Klaagster is door de huisarts voor advies en behandeling in verband met rugklachten verwezen naar het ziekenhuis, alwaar zij multidisciplinair behandeld is door, onder meer, de arts. Klaagster verwijt de arts - kort samengevat - dat zij tekort is geschoten in de zorg. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2742 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.048

    Klacht: Klager verwijt de verpleeghuisarts, verweerder dat deze op geen en/of onvoldoende zorg heeft verleend aan patiënt, vader van klager. Patiënt is vanuit een verzorgingstehuis opgenomen op de verpleegafdeling van een verpleeghuis alwaar patiënt onder begeleiding van verweerder kwam. Twee maanden na opname is patiënt overleden. Klager formuleert de volgende klachtonderdelen: 1.  Ten onrechte gestopt met bloedverdunner Persantin; 2.  Ten onrechte gestopt met meerdere medicijnen tegelijk; 3.  Geen nadere actie ondernomen bij nieuwe verdenking tia; 4.  Na de val heeft het 35 minuten geduurd voordat de ambulance werd gebeld; 5.  In het weekend voor overlijden is terminale sedatie gestart. De communicatie met de arts   laakte aan duidelijkheid en inlevingsvermogen; 6.  Na terugkeer uit het ziekenhuis is onvoldoende aandacht geweest voor het vochtbeleid. 7.  Na het weekend voor overlijden ontstond een tekort aan morfine, waardoor patiënt meer dan  1 uur pijnmedicatie is onthouden. Hierover is niet duidelijk met de familie gecommuniceerd;  8.  In die fase heeft de verpleging op onjuiste wijze diazepam toegediend; 9.  Personeel van de verpleegafdeling heeft geen weet van protocollen op de afdeling; 10.  De communicatieve vaardigheden van verweerder waren slecht; 11.  Niet houden aan richtlijn terminale sedatie; 12.  De dood is niet lege artis vastgesteld. RTG Den Haag: Klachtonderdelen 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 ongegrond; 1, 2, 12 gegrond; Klachtonderdeel 11 onbesproken. Waarschuwing + publicatie. CTG:  De arts gaat in hoger beroep tegen de beslissing van het RTG voor zover daarin de klachtonderdelen 1, 2 en 12 gegrond zijn verklaard. Het CTG vernietigt de beslissing voor zover de klachten gegrond zijn verklaard en verklaart de klachtonderdelen1, 2 en 12 alsnog ongegrond. De aan de arts opgelegde waarschuwing komt hiermee te vervallen. In het door klager ingestelde incidenteel beroep wordt de beslissing van het RTG ten aanzien van klachtonderdeel 4 bevestigd. Klager wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep betreffende de klachtonderdelen 5 tot en met 11 .