Zoekresultaten 871-880 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:30 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-826/DB/LI/D

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft in strijd met de kernwaarde integriteit doordat hij een studiekostenbeding heeft gesloten met zijn stagiaire waarbij verweerder niet de Beleidsregel stage en patronaat 2018 heeft gevolgd. Verweerder heeft de deken daarover consequent onjuist geïnformeerd, terwijl hij had moeten weten dat het gesloten studiekostenbeding niet was toegestaan. Ook niet voldaan aan de verplichting uit artikel 3.13 lid 7 onder a Voda. Onvoorwaardelijke schorsing van 2 weken.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:31 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-754/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening. Het is de raad niet gebleken dat verweerder onvoldoende deskundig was en dat hij de juridisch verkeerde weg is ingeslagen. Dat de rechtbank van oordeel is dat de eerste stap (de onrechtmatigheid van het handelen van de gemeente) niet kan worden genomen en zij daarom niet toekomt aan het causale verband met de gestelde schade, betekent niet meteen dat verweerder ondeskundig is of een fout heeft gemaakt. Niet gebleken is dat hij een toegezegde of wettelijke termijn heeft overschreden. 5.7                Het is de raad verder niet gebleken dat verweerder niet tijdig de gevraagde kosteninschatting heeft verstuurd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:37 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-416/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:57 Hof van Discipline 's Gravenhage 230383

    Hoger beroep tegen een door de raad ongegrond verklaard verzet. Niet-ontvankelijk. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:58 Hof van Discipline 's Gravenhage 230321

    Verzet tegen een voorzittersbeslissing te laat ingediend en daarmee niet-ontvankelijk. 

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:1 Kamer voor het notariaat Amsterdam 734822 / NT 23-21 734823 / NT 23-22

    Klagers menen dat de toegevoegd notaris verwijtbaar heeft gehandeld. Volgens klagers heeft de toegevoegd notaris de rechten van klagers geschonden door de akte te verlijden zonder vooraf aan de betrokkenen hun in artikel 13 tweede volzin van de oprichtingsakte voorgeschreven instemming te vragen. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:59 Hof van Discipline 's Gravenhage 230088

    Klacht over eigen advocaat. Klaagster beklaagt zich onder meer over de manier waarop verweerder zich volgens haar heeft gedragen tijdens een bespreking en dat hij zijn werk niet goed heeft gedaan en ondeskundig is. De raad heeft de klachten ongegrond verklaard. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad (verkorte bekrachtiging).

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:2 Kamer voor het notariaat Amsterdam 737092 / NT 23-27

    Nu klagers zich tot de notaris hadden gewend om een samenlevingsovereenkomst op te stellen en noch uit de aantekeningen van de eerste bespreking noch anderszins is gebleken dat zij de notaris toen ook hebben verzocht te adviseren omtrent de berekening van de erfdelen van de stiefkinderen, overweegt de kamer dat er geen verplichting voor de notaris was om dat op eigen initiatief te doen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:53 Hof van Discipline 's Gravenhage 240034

    Klacht verwezen

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:48 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2051

    Klacht van een instelling en een deel van haar cliënten tegen een huisarts. De instelling had de huisartsenzorg voor haar cliënten ondergebracht bij de reguliere huisartsenpraktijk van de huisarts. De samenwerking tussen de instelling en de huisartsenpraktijk was vastgelegd in een overeenkomst. De huisarts heeft in verband met pensionering de overeenkomst met in achtneming van de contractueel bedongen opzegtermijn opgezegd. Klagers verwijten de huisarts dat hij de overeenkomst onterecht en eenzijdig heeft beëindigd, geen zorg heeft gedragen voor de overbruggingsperiode tot een nieuwe huisarts was gevonden, zich niet heeft ingespannen om naar alternatieven te zoeken en dat hij niet voorafgaand aan de opzegging een oplossing heeft proberen te vinden. Het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat de instelling klachtgerechtigd is op grond van artikel 65 lid 1 sub c. Naar het oordeel van het regionaal tuchtcollege heeft de huisarts de overeenkomst met de instelling niet onterecht beëindigd. De huisarts heeft zich gehouden aan de overeengekomen opzegtermijn en hij had een gewichtige reden om op te zeggen, namelijk zijn aanstaande pensioen. Naar het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege heeft de huisarts ook zorgvuldig gehandeld bij het opzeggen van de overeenkomst, daarbij kan het de huisarts niet worden aangerekend dat zijn opvolgers (beklaagden in zaken C2023/2052 en C2023/2053) niet met de instelling in zee wilde gaan. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers tegen deze beslissing.