Zoekresultaten 21381-21390 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-246

      Gegronde klacht tegen een internist over tekortschietende diagnostiek waardoor vertraging is opgetreden in de behandeling van de endocarditis.   Endocarditis had duidelijker als differentiaal diagnose moeten worden opgenomen in het dossier en vooral op klinische gronden sterker moeten worden overwogen. Toen bekend werd dat de bloedkweken positief waren met grampositieve kokken was voor de arts afzien van antibiotica-toediening niet langer te rechtvaardigen. De cardioloog had al vanaf de opname in de analyse en behandeling van patiënt betrokken had moeten worden. Waarschuwing.    

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2016/01

      Klacht tegen psychiater. Aan klager is de maatregel TBS met dwangverpleging opgelegd, nadat verweerder hiertoe had geadviseerd in zijn Pro Justitia-rapportage. Klager is het niet eens met de inhoud van het rapport en stelt dat het onderzoek niet aan de daaraan gestelde eisen heeft voldaan.  Het college komt tot een andere conclusie en verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2016:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1630

      Gynaecoloog wordt verweten dat zij de sterilisatie-ingreep bij klaagster niet goed heeft uitgevoerd waardoor klaagster alsnog zwanger is geraakt. Het enkele feit dat klaagster zwanger is geworden, betekent niet dat verweerster de ingreep onjuist heeft uitgevoerd. Geen andere feiten en omstandigheden aangevoerd op grond waarvan medisch onzorgvuldig handelen door verweerster moet worden aangenomen. Verweerster was bekwaam om de ingreep zelfstandig uit te voeren onder beperkte supervisie. De supervisor was gedurende de ingreep op de OK aanwezig. Niet gebleken of aannemelijk geworden dat de informatieverstrekking aan klaagster niet juist was dan wel dat verweerster had moeten begrijpen dat de informatie voor klaagster niet duidelijk was.  Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2016:63 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 15179

      Klager verwijt de gz-psycholoog dat hij eerst afgifte van zijn dossier heeft geweigerd, later bij afgifte een gedeelte heeft weggelaten en dat hij een onjuiste diagnose heeft gesteld. Ongegrond. Dossier is verstrekt. Betreffende passages waren geen onderdeel van dossier. Diagnose is op zorgvuldige wijze tot stand gekomen.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2016/11

      Klacht tegen revalidatiearts. Klager heeft een ongeval gehad waarbij hij mentaal is ontregeld en is opgenomen in een revalidatiekliniek. Hij heeft van verweerder medicatie gekregen die heeft geleid tot hallucinaties en suïcidale gedachten. Klager acht verweerder hiervoor verantwoordelijk. Gebleken is dat de afbouw en de dosering van het medicijn hydrocortison onder regie van een hierin gespecialiseerde internist moet gebeuren. Verweerder heeft diverse gedocumenteerde pogingen gedaan om in contact te komen met de internist. Het contact kwam echter moeilijk tot stand. Dat dit ertoe heeft geleid dat klager het medicijn wellicht langer heeft gebruikt, kan verweerder niet verweten worden. Ook het medicijn Sertraline is voor de juiste indicatie en in de goede dosering voorgeschreven. Toen er zich bij klager bijwerkingen voordeden, is direct contact opgenomen met de psychiater en is het medicijn volgens protocol afgebouwd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2016:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 15180

      Klager verwijt de gz-psycholoog het onvoldoende afhandelen van de door klager vooruitbetaalde vergoedingen voor de behandelingen van zijn dochter (gegrond) en het inzetten van onvoldoende opgeleid personeel bij de behandeling van de enkelvoudige ernstige dyslexie (ongegrond). Het op eigen initiatief sluiten van het DBC zonder klager daarover te informeren is uiterst onzorgvuldig. Verweerster had klager duidelijk moeten informeren over de consequenties van het stopzetten van de behandeling en het sluiten van het DBC. Maatregel: communicatie is zeer onzorgvuldig geweest, geen inzicht in eigen handelen en medisch dossier zeer beneden de maat: berisping.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:83 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2014-256a

    Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige over separatie. De verpleegkundige heeft aantal malen geprobeerd klaagster uit herbeleving te halen wat niet is gelukt. Noodsituatie waarin volgens protocol mocht worden overgegaan tot separatie. Op goede gronden besloten daartoe over te gaan. Vanwege hevig verzet is klaagster door twee mannelijke verpleegkundigen gesepareerd. Separatie door meerdere personen is gebruikelijk en overeenkomstig de werkinstructie middelen en maatregelen. Voorts conform de werkwijze gehandeld door scheurkleding aan klaagster te verstrekken. In het protocol is bepaald dat de psychiater beslist over beëindiging van separatie, zodat de verpleegkundige de separatie niet zelf mocht beëindigen. De verpleegkundige heeft regelmatig gecontroleerd hoe het met klaagster ging. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 017/2016 en 147/2016

      Klacht tegen gz-psycholoog/psychotherapeut over verklaring aan rechtbank of patiënte zitting kan bijwonen. In deze omstandigheden kennelijk ongegrond in raadkamer.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:154 Raad van Discipline Amsterdam 16-539/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht advocaat wederpartij. De door verweerder gebruikte bewoordingen zijn functioneel en niet onnodig grievend. Dat verweerder de rechtbank onjuist heeft voorgelicht, is de voorzitter niet gebleken. Klacht kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-196a

      Ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. Bij een geplande, ingeleide bevalling is in het geval van klaagster een medisch inhoudelijk juist gevoerd beleid. Een geschat foetaal gewicht van 4 kg bij een zwangerschap van ruim 38 weken is geen reden voor een keizersnede. Daarbij was bij klaagster sprake van een groot operatie-risico in verband met morbide obesitas en was zij eerder vaginaal bevallen. Klacht afgewezen.