Zoekresultaten 21361-21370 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:261 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.084

      De aangeklaagde apotheker is eigenaar van de apotheek. Klager is gedurende een aantal jaren als patiënt ingeschreven geweest bij de  betreffende apotheek. Klager is op een bepaalde datum ontslagen uit het ziekenhuis (afdeling longgeneeskunde). Zijn longarts heeft een recept voor de medicatie naar de apotheek gefaxt. Klager verwijt de aangeklaagde apotheker dat: 1. zijn medicatie op de ontslagdatum niet ’s middags al werd bezorgd, zoals was toegezegd, maar pas ’s avonds; 2. dat de apotheker klager geen gebruiksinstructie heeft willen geven voor de medicatie; en 3.dat de apotheker eenzijdig de behandelrelatie met klager heeft opgezegd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachtonderdelen 2 en 3 gegrond; legt aan de apotheker hiervoor de maatregel van waarschuwing op; wijst de klacht voor het overige af en gelast publicatie. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de bestreden beslissing voor zover klachtonderdeel 2 gegrond is verklaard, verklaart dit klachtonderdeel alsnog ongegrond, verwerpt het beroep voor het overige en legt de apotheker de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:255 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.337

      De klacht is gericht tegen een kinderarts. Klager verwijt de kinderarts dat zij zich niet met de vereiste objectiviteit, onpartijdigheid en professionaliteit heeft opgesteld en dat zij zonder toestemming de zoon van klager heeft onderzocht en informatie heeft verstrekt aan de Raad voor de Kinderbescherming. Het Regionaal College heeft de klacht deels gegrond verklaard en de maatregel van waarschuwing opgelegd. Beroep klager ongegrond. Bij een consult bij de kinderarts, zeker bij het Goofy-spreekuur, is een lichamelijk onderzoek een activiteit die standaard plaatsvindt. In de gegeven omstandigheden mocht de kinderarts uitgaan van instemming van klager met het bezoek aan het spreekuur en met het onderzoek dat daar zou plaatsvinden. Wat betreft de informatieverstrekking aan de Raad voor de Kinderbescherming is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat de schriftelijk gegeven toestemming van klager ook de voor die datum verstrekte informatie “dekt”.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:155 Raad van Discipline Amsterdam 16-514/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht deels niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:262 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.176

      Klaagster staat onder behandeling van een neuroloog in verband met een “restless legs syndroom”. Om de symptomen te onderdrukken gebruikt zij het medicijn pramipexol in tabletvorm. De aangeklaagde apotheker is eindverantwoordelijk voor het functioneren van de apotheek die de medicatie heeft verstrekt. Klaagster verwijt de apotheker dat hij niet zorgvuldig de verstrekking van de medicatie heeft gecontroleerd. Als gevolg daarvan is aan klaagster een te hoge dosering pramipexol (3,75 mg in plaats van 0,375 mg) verstrekt, waardoor gewenning is opgetreden. Klaagster heeft van de onjuiste dosering veel last ondervonden.  Het Regionaal Tuchtcollege wist de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster en gelast/verzoekt de publicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:256 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.354

      De klacht is gericht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts onder meer het ontbreken van informed consent, het uitvoeren van ingrepen vóór het behandelen van ontstekingen, ondeugdelijke dossiervorming, het niet juist plaatsen van implantaten en onjuist factureren. Het Regionaal College heeft de klacht deels gegrond verklaard en de maatregel van voorwaardelijke schorsing voor de duur van 6 maanden opgelegd. De tandarts gaat in beroep. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het Regionaal College zich terecht bevoegd heeft geacht om van de klachten kennis te nemen. Het belang van de gezondheidszorg in Nederland is daadwerkelijk betrokken bij het handelen en nalaten van de tandarts. Dat hij in Duitsland woont en daar voornamelijk werkzaamheden worden verricht, doet daar niet aan af. Het Centraal Tuchtcollege stelt vast dat de tandarts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld in drie verschillende fases van de behandeling. Het College ziet aanleiding de duur van de voorwaardelijke schorsing terug te brengen tot 3 maanden, omdat de gebreken in de dossiervorming een periode betreffen voor een aan de tandarts opgelegde berisping inzake feiten uit december 2011 en de praktijkvoering inmiddels verbeterd is. Beroep voor het overige verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:263 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.228

      Klacht tegen gz-psycholoog. De zoon van klaagster is onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst. Door (o.a.) twee orthopedagogen is op verzoek van Bureau Jeugdzorg in het kader van een second opinion een diagnostisch onderzoek uitgevoerd. Verweerster heeft het door deze orthopedagogen opgestelde verslag van het onderzoek goedgekeurd en mede ondertekend. Klaagster verwijt verweerster dat deze de achtergrondinformatie over het leven en functioneren van haar zoon onvoldoende bij de onderzoeken heeft betrokken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen.  Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster, maar wijst er op het een onwenselijke werkwijze te vinden, als een gz-psycholoog een rapport beoordeelt zonder het betreffende kind en zijn omgeving te spreken en/of te zien. De werkwijze in de instelling kan de gz-psycholoog niet tuchtrechtelijk worden verweten.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:257 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.449

      Klacht tegen een plastisch chirurg. Klaagster verwijt de plastisch chirurg (i) dat hij de borstreconstructie niet ‘lege artis’ heeft uitgevoerd, waardoor het resultaat slecht is; verweerder heeft een te kleine, en niet druppelvormige, Tissue Expander van 200cc gebruikt en deze niet goed gepositioneerd (ii) dat hij haar tijdens het consult op 2 juli 2013 onvoldoende volledig heeft geïnformeerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:151 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-166/DH/RO

    Beslissing op verzet. Klacht van cliënt tegen zijn advocaat over de kwaliteit van zijn dienstverlening. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:264 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.229

      Klacht tegen gz-psycholoog. De zoon van klaagster is onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst. een psycholoog is  is op verzoek van Bureau Jeugdzorg in het kader van een second opinion een intelligentie onderzoek uitgevoerd. Verweerster heeft het door deze psycholoog opgestelde verslag van het onderzoek goedgekeurd en mede ondertekend. Klaagster verwijt verweerster dat deze de achtergrondinformatie over het leven en functioneren van haar zoon onvoldoende bij de onderzoeken heeft betrokken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster, maar wijst er op het een onwenselijke werkwijze te vinden, als een gz-psycholoog een rapport beoordeelt zonder het betreffende kind en zijn omgeving te spreken en/of te zien. De werkwijze in de instelling kan de gz-psycholoog niet tuchtrechtelijk worden verweten.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:258 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.450

      De klacht is gericht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts dat haar klachten niet bespreekbaar waren, dat geen alternatief geboden werd, dat de tandarts onterecht wil incasseren voor het niet-nakomen van een afspraak en dat hij mede verantwoordelijk is voor het neerzetten van klaagster als bedriegster, profiteur en opzettelijke wanbetaler en voor aanhoudende onheuse bejegening van klaagster. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond verklaard en de tandarts de maatregel van waarschuwing opgelegd. Beroep tandarts verworpen.