Zoekresultaten 21041-21050 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:184 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-564/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Verwijten dat verweerster: a) klager heeft misleid door niet bij aanvang van de zaak aan te geven dat voor het verkrijgen van vervangende toestemming voor verhuizing naar het buitenland een aparte procedure gestart zou moeten worden; b) zij klager niet tijdig en deugdelijk heeft geïnformeerd over de voortgang van de zaak, zij niet met hem heeft overlegd wat er in de stukken moest staan en zij dikwijls stukken op het laatste moment heeft ingediend; c) zij haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden door met haar partner over de zaak van klager te spreken; d) zij de klachten van klager niet serieus heeft genomen en heeft geweigerd hem een deel van het door hem betaalde bedrag terug te betalen; e) zij heeft geweigerd het dossier van klager over te dragen aan de opvolgend advocaat. Met betrekking tot klachtonderdeel a oordeelt de voorzitter dat niet aannemelijk is dat verweerster ten tijde van het opstellen van de opdrachtbevestiging kon voorzien dat een dergelijke aparte procedure zou moeten worden gevoerd en dat klager ervan uit mocht gaan dat deze procedure bij de prijs was inbegrepen. Ten aanzien van klachtonderdeel b overweegt de voorzitter dat uit de stukken niet blijkt dat verweerster klager te laat heeft geïnformeerd. Met betrekking tot klachtonderdeel c overweegt de voorzitter dat de partner van verweerster op haar kantoor werkzaam is en dat hij daarom een afgeleide geheimhoudingsplicht heeft. Klachtonderdeel d: tijdens een bespreking op 17 februari 2015 is de situatie tussen klager en verweerster geëscaleerd, waarna verweerster zich genoodzaakt heeft gezien haar werkzaamheden voor klager te beëindigen. Op dat moment waren alle werkzaamheden in de echtscheidingsprocedure reeds verricht. Op 11 maart 2015 is de echtscheiding tussen klager en zijn ex-echtgenote uitgesproken. Gelet daarop valt niet in te zien waarom klager recht zou hebben op terugbetaling van (een gedeelte van) het bedrag van EUR 4.000,-. Klachtonderdeel e: verweerster heeft gemotiveerd aangevoerd dat zij een compleet dossier heeft overgedragen aan de opvolgend advocaat van klager. Bovendien heeft klager na een bemiddelingsgesprek met de deken van verweerster het originele dossier ontvangen. Klacht geheel kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:178 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-611/DH/DH-b

    Klacht tegen mede-advocaat. Verwijt dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zijn advocaat-gemachtigde zich in het kader van een klachtprocedure tijdens een zitting van het Hof van Discipline onnodig grievend over klager heeft uitgelaten. Hoewel is komen vast te staan dat de advocaat-gemachtigde van verweerder de verweten uitlatingen namens verweerder heeft gebezigd, is de raad gelet op de specifieke omstandigheden van het geval – waaronder het langdurige conflict tussen klager en verweerder en het feit dat de bewoordingen zijn geuit in het kader van een klachtprocedure – niet van oordeel dat dit verweerder tuchtrechtelijk kan worden aangerekend. Dit geldt temeer nu verweerder juist een deskundige buitenstaander had ingeschakeld met de intentie om afstand van de situatie te bewaren. De raad is er voldoende van overtuigd dat verweerder zelf ook overvallen was door de heftigheid van het betoog van zijn advocaat-gemachtigde. Hij heeft zijn spijt betuigd en zijn excuses aangeboden voor hetgeen namens hem in de hoger beroepsprocedure over klager was gezegd. Naar het oordeel van de raad heeft hij hiermee betoond dat hij de gedragsregels wel degelijk serieus neemt en zijn verantwoordelijkheid genomen nadat de namens hem gedane schending ervan zich had voorgedaan. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:130 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-694/DB/ZWB

    Advocaat mag in beginsel afgaan op de informatie van zijn cliënt. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:179 Raad van Discipline Amsterdam 16-640/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:131 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-421/DB/LI

    Klager verwijt verweerster haar cliënt niet te hebben tegengehouden toen deze een beschikking wilde executeren, privacygevoelige informatie en onjuiste informatie aan het hof te hebben verschaft en een kansloze procedure te zijn gestart. Verweerster heeft de deurwaarder geen opdracht gegeven om achterstallige alimentatie te incasseren. Haar cliënt heeft dit zelf gedaan. Verweerster hoeft dat zelf niet tegen te houden. Verweerster heeft informatie aan het hof verstrekt waarop een filter was toegepast. Voor dit filter had verweerster een goede verklaring. Het hof is daardoor niet onjuist geïnformeerd. Privacygevoelige informatie heeft verweerster van haar cliënt ontvangen en mocht zij derhalve in het geding brengen. De door verweerster gestarte procedure was niet op voorhand kansloos nu deze niet alleen op een alimentatieverplichting was gebaseerd maar op een tussen partijen gemaakte afspraak. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:132 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-222/DB/LI en 16-236/DB/LI

    De in gedragsregel 6 beschreven geheimhoudingsplicht geldt uitsluitend ten opzichte van de cliënt van de advocaat. Hierop kan enkel een beroep worden gedaan door de cliënt. De wederpartij van de cliënt komt ter zake geen klachtrecht toe. Ten aanzien van de regel dat het een advocaat niet vrijstaat om tegenstrijdige belangen te behartigen (gedragsregel 7) geldt in beginsel eveneens dat hierop in beginsel enkel door de cliënt en niet door de wederpartij van de cliënt een beroep kan worden gedaan. Dit zou anders kunnen zijn indien die wederpartij door het optreden van de advocaat direct in zijn eigen belang zou zijn getroffen. Hiervan is de raad noch uit het dossier noch uit hetgeen ter zitting is verhandeld gebleken. Niet is komen vast te staan dat door het optreden voor verschillende partijen verweerders vrijheid en onafhankelijkheid in gevaar is gekomen; bovendien is ook gedragsregel 2 lid 1 met name bedoeld voor de bescherming van de belangen van de cliënt. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:180 Raad van Discipline Amsterdam 16-754/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:170 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-282/DH/DH

    Herstelbeslissing. De raad heeft in zijn beslissing abusievelijk de nieuwe Advocatenwet toegepast en daarom ten onrechte een kostenveroordeling uitgesproken. Deze kennelijke fout leent zich voor herstel.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:166 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-612/DH/DH

    Klacht tegen eigen advocaat. De klachtonderdelen zien allen op dezelfde opdracht en hetzelfde feitencomplex als klaagster aan een eerdere klacht ten grondslag heeft gelegd. Dat betekent dat zij al haar bezwaren in het kader van de onderhavige klacht ook toen al naar voren had kunnen en moeten brengen. Gelet hierop is de klacht niet ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:125 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-582/DB/LI

    Klagers verwijten verweerder onwaarheden te hebben verkondigd. Verweerder is advocaat van de wederpartij en zijn bewoordingen blijven binnen de vrijheid die hem als advocaat van de wederpartij toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die goed dunkt. Verzet ongegrond.