Zoekresultaten 20981-20990 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:291 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.444

      Klacht tegen een arts (ANIOS). Klagers verwijten de arts (samengevat) dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij de uitvoering van zijn werkzaamheden in de Acute Dienst op 7 november 2013.  Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:298 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.109

      De klacht is gericht tegen een gz-psycholoog. Klaagster verwijt de gz-psycholoog o.a. dat zij delen van haar dossier naar derden (klaagsters adoptiefmoeder) heeft gestuurd zonder toestemming.  Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en de gz-psycholoog berispt. De gz-psycholoog richt zich in beroep tegen de opgelegde maatregel. Het Centraal Tuchtcollege stelt vast dat klaagster geen klacht heeft ingediend over de dossiervoering van de gz-psycholoog. Hetgeen bij het Regionaal Tichtcollege aan de orde is gekomen over de wijze van dossiervoering door de gz-psycholoog staat niet in zodanig verband met de in deze procedure voorliggende klachtonderdelen dat dit een rol dient te spelen bij de zwaarte van de op te leggen maatregel. Waarschuwing i.p.v. berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:292 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.446

      Klacht tegen een psychiater. De klacht bevat vier onderdelen a) de psychiater is acuut gestopt met alle medicijnen (150 mg Anafranil, Xanax, Seroquel) b) de psychiater vertelde klaagster dat er met haar niets aan de hand was c) er vond geen overleg met klaagster of haar familie plaats d) de psychiater zei dat klaagster ‘hem in de maling had genomen’. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard, de psychiater ter zake daarvan de maatregel van berisping opgelegd, de klacht voor het overige afgewezen en bepaald dat om redenen, aan het algemeen belang ontleend, de beslissing, zodra zij onherroepelijk is geworden, zal worden gepubliceerd in de Staatscourant en ter publicatie zal worden aangeboden aan het Tijdschrift Medisch Contact. De psychiater heeft in beroep toegelicht dat het Regionaal Tuchtcollege zijn beslissing heeft gebaseerd op een onvolledig dossier omdat hij in eerste instantie slechts een beperkte selectie uit het medisch dossier had overgelegd. Uit het medicatieoverzicht vanaf 9 februari 2011 (door psychiater overgelegd als productie 9 bij het beroepschrift) blijkt niet dat alle medicijnen van klaagster op enig moment acuut zijn gestopt. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, voor zover daarin de klacht gedeeltelijk (onderdeel a.) gegrond is verklaard en de psychiater de maatregel van berisping is opgelegd, en in zoverre opnieuw rechtdoende, verklaart dit klachtonderdeel (a.) alsnog ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:293 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.457

    klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat zij de juiste diagnose heeft gemist bij de echtgenoot van klaagster tijdens haar dienst bij de HAP. Zij heeft niet aan een cardiaal probleem gedacht, de echtgenoot van klaagster ten onrechte niet zelf onderzocht en niet doorverwezen naar een ziekenhuis. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en de maatregel van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de huisarts.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:62 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/87 AL/2015/88

      Notarisklerk [A] heeft weliswaar niet correct gehandeld, maar dat was niet in de functie van klerk in het kader van hem opgedragen werkzaamheden of ter voorbereiding van notariële werkzaamheden. [A] heeft aldus wel de hem als werknemer toegekende bevoegdheden gebruikt, maar hij heeft niet gehandeld in zijn hoedanigheid van klerk. Gelet op dit laatste is de kamer van oordeel dat de notarissen niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor dat handelen van [A].

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:294 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.012

      De klacht is gericht tegen een gz-psycholoog. Klager verwijt de gz-psycholoog kort gezegd dat hij niet adequaat heeft gereageerd op zijn verzoek een verklaring als waarom gevraagd af te geven en klager onnodig aan het lijntje heeft gehouden.  Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Hoger beroep klager verworpen.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:63 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/42

    Uit de het door klaagster gestelde en de wijze waarop zij de nalatenschap heeft aanvaard blijkt dat klaagster in ieder geval sedert de brief van de notaris van 4 november 2011 bekend was met het feit dat een zuiver aanvaarden van de nalatenschap met zich brengt dat zij de schulden diende te voldoen. Dat heeft tot gevolg dat de vervaltermijn van artikel 99 lid 15 Wna op dat moment een aanvang heeft genomen. De door klaagster genoemde omstandigheid dat zij weliswaar de schulden wilde voldoen, maar niet wist dat de zonen van erflater een vordering hadden of zouden kunnen hebben, brengt daar geen wijziging in.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:295 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.047

      Klacht tegen een dermatoloog. Klager verwijt de dermatoloog dat hij a) ten onrechte een conservatief beleid heeft gevoerd b) klager in juni 2007 een verkeerde zalf heeft voorgeschreven c) klager ten onrechte heeft beschuldigd van zelfbeschadiging van de wond d) onvoldoende zijn medewerking heeft verleend in de klachtprocedure e) (mede) verantwoordelijk is voor het zoekraken van het patiëntendossier van klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege wijst het verzoek om toekenning van kosten af en verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:289 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.428

      Klacht tegen psychiater in haar hoedanigheid van verantwoordelijk psychiater/manager behandelzaken voor de Afdeling Spoedeisende Hulp psychiatrie, waar klaagster was opgenomen. Klaagster klaagt erover dat de psychiater in een gesprek niet professioneel heeft gereageerd naar klaagster en haar zoon toe. Het Regionaal Tuchtcollege heeft overwogen dat het niet over aanwijzingen beschikt dat verweerster zich onprofessioneel zou hebben gedragen en heeft de klacht in raadkamer als kennelijk ongegrond afgewezen. Klaagster heeft hiertegen beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:296 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.048

      Klacht tegen een internist. Klager verwijt de internist dat hij a) ten onrechte een conservatief beleid heeft gevoerd b) de plastisch chirurg van gekleurde informatie heeft voorzien waardoor deze afzag van transplantatie c) klager onder valse voorwendselen heeft getracht onder te brengen in een psychiatrisch ziekenhuis d) het hoof Brandwondencentrum heeft getracht af te houden van een transplantatie e) onvoldoende zijn medewerking heeft verleend in de klachtprocedure f) verantwoordelijk is voor het zoekraken van het patiëntendossier van klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verenigt zich met het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege alsmede de overwegingen waarop dit oordeel berust. In beroep zijn geen feiten en/of omstandigheden naar voren gekomen die tot een ander oordeel moeten leiden. Het beroep wordt verworpen.