Zoekresultaten 20001-20010 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16113

      Klacht van Inspectie. Afwezigheid orthopeed bij Time Out Procedure voor arthroscopische knieoperatie, waarna in plaats van de rechterknie de linkerknie is geopereerd, tuchtrechtelijk verwijtbaar. Beslissing om vervolgens direct zonder patiënt wakker te maken en om toestemming te vragen alsnog de rechterknie te opereren niet verwijtbaar. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2001:1 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160266

    Art. 60ab Aw - Verweerder heeft om hem moverende redenen zich op 16 september 2016 laten uitschrijven als advocaat. De beslissing van de raad van 3 oktober 2016 is een ordemaatregel op grond waarvan verweerder vanaf die dag is geschorst in de uitoefening van de praktijk. Nu verweerder er zelf voor gekozen heeft de uitoefening van de praktijk al te beëindigen per 16 september 2016 heeft verweerder geen rechtens te respecteren belang bij zijn beroep tegen de opgelegde ordemaatregel (vergelijk ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2670). Verweerder is niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:5 Accountantskamer Zwolle 16/2732 Wtra AK

      Niet betaling eerder opgelegde geldboete van € 1.000,=. Geen recidive. Alsnog ambtshalve tijdelijke doorhaling in het register voor de duur van 1 maand.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:6 Accountantskamer Zwolle 16/2731 Wtra AK

      Niet betaling eerder opgelegde geldboete van € 1.000,=. Geen recidive. Alsnog ambtshalve tijdelijke doorhaling in het register voor de duur van 1 maand.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:7 Accountantskamer Zwolle 16/2722 Wtra AK

      Niet betaling eerder opgelegde geldboete van € 1.000,=. Geen recidive. Alsnog ambtshalve tijdelijke doorhaling in het register voor de duur van 1 maand.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:8 Accountantskamer Zwolle 16/2733 Wtra AK

      Niet betaling eerder opgelegde geldboete van € 1.000,=. Geen recidive. Alsnog ambtshalve tijdelijke doorhaling in het register voor de duur van 1 maand.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1653

      (Waarnemend) hoofdbehandelaar dient proactief te zijn, heeft een regiefunctie en dient zijn bevindingen in het dossier te noteren. Optreden van orthopeed op deze punten onvoldoende. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:386 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.245

      Bij klaagster zijn in een academisch (opleidings-)centrum twee implantaten geplaatst. Zij is behandeld door verweerder, tandarts (in opleiding tot implantoloog) en diens supervisor. Enige tijd later zijn de implantaten los komen te zitten en moesten zij worden verwijderd. Klaagster verwijt verweerder dat de hij heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die hij jegens klaagster behoorde te betrachten door: 1. geen behandelplan op te stellen en klaagster niet, althans onvoldoende, te informeren over de uit te voeren behandeling en de risico’s daarvan; 2. een verkeerde behandeling te kiezen en de retainer aan de verse wond vast te zetten; 3. de toedracht van de complicatie voor klaagster te verzwijgen; 4. lasterlijke en onjuiste beweringen over klaagster te doen. RTG Amsterdam: Wijst de klacht als kennelijk ongegrond en zonder verder onderzoek in raadkamer af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 049/2016

      Klacht tegen bedrijfsarts. Klager is niet verschenen op het spreekuur. Verweerder heeft hierover een bericht mogen doen uitgaan naar de werkgever. Gelet op de gegeven samenwerking tussen werkgever en arbodienst ging de verantwoordelijkheid van verweerder niet zover dat hij klager zelf had moeten berichten dan wel opnieuw had moeten oproepen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:387 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.426

      Klacht: Verweerder, tandarts, was in de periode van november 2011 tot mei 2014 betrokken bij de behandeling van klager. Klager verwijt verweerder dat: 1. hij, afgezien van één keer geen DPSI-scores in het dossier heeft bijgehouden; 2. hij niet regelmatig controle foto’s heeft gemaakt; 3. hij ter zake van een bepaald consult het dossier niet goed heeft bijgehouden; 4. hij toen onvoldoende onderzoek heeft verricht en een onjuiste diagnose heeft gesteld; 5. hij in zijn aan klager gerichte mails niet serieus heeft gereageerd op de (klacht)brief van klager van een bepaalde datum, onder meer waar het gaat om het gebruik van een cofferdam; 6. hij het gebit van klager niet goed heeft gereinigd. RTG Groningen: Verklaart alle klachtonderdelen ongegrond en wijst deze af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.