Zoekresultaten 731-740 van de 2789 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:16 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2017/95

    Klacht tegen notaris die als vereffenaar optreedt in de nalatenschap van de moeder van klager, waarbij een geschil is ontstaan over toedeling van de woning aan klager. Mede in verband daarmee heeft klager eerder vijf klachten tegen de notaris ingediend. In reactie op een voorstel van klager over toedeling van de woning aan hem, heeft de notaris aan het verlenen van zijn medewerking mede de voorwaarde verbonden dat klager dan alle tuchtklachten die hij tegen de notaris had ingediend, zou moeten intrekken. Naar het oordeel van de kamer is dit tuchtrechtelijk verwijtbaar. In geen enkel geval mag door een notaris een drempel worden opgeworpen voor een klager om een klachtprocedure te voeren. Ook past het degene tegen wie een (tucht)klacht is ingediend niet om een klacht via oneigenlijke middelen ingetrokken te krijgen. De voorwaarde die de notaris heeft verbonden aan het verlenen van zijn medewerking aan toedeling van de woning aan klager acht de kamer zo’n oneigenlijk middel. Klacht deels gegrond zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:11 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2018/3

    In opdracht van gemeente heeft oud-notaris uitvoering gegeven aan vonnis van rechtbank, waarbij A is veroordeeld onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan levering van registergoederen. Hoewel rechtsverhouding tussen diverse procespartijen in dit vonnis duidelijk is omschreven, heeft oud-notaris ter uitvoering daarvan een akte van levering opgesteld en gepasseerd waarbij B de genoemde registergoederen aan gemeente heeft geleverd. Nietige akte bij gebrek aan rechtsgeldige titel, terwijl beschikkingsbevoegdheid van vervreemder kennelijk niet is gecontroleerd. Bovendien is akte ten onrechte gepasseerd op basis van mondelinge volmacht van B, terwijl oud-notaris bovendien niet op juiste wijze invulling heeft gegeven aan mogelijkheid tot reële executie van het vonnis als bedoeld in 3:300 BW. Ook de door haar opgestelde royementsvolmacht berust op een onjuiste interpretatie van het vonnis. Nadat klaagster de oud-notaris heeft gewezen op de gang van zaken, heeft zij klaagster ruim tien dagen in het ongewisse gelaten over de rechtstoestand van de registergoederen en de hypotheken. In ernstige mate tuchtrechtelijk verwijtbaar. Geldboete van € 10.000 en proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2019:10 Kamer voor het notariaat Amsterdam 657327/NT 18-58

    Klagers verwijten de notaris (onder meer) dat zij de executieveiling onzorgvuldig heeft voorbereid en bij het opstellen van de veilingvoorwaarden geen rekening heeft gehouden met de belangen van klagers. De kamer is van oordeel dat de notaris haar oren heeft laten hangen naar de wensen en opvattingen van de hypotheekhouder en dat zij zich in haar opstelling onvoldoende rekenschap heeft gegeven van de mogelijkheid dat die hypotheekhouder zich door andere aspiraties dan maximalisatie van de verkoopopbrengst heeft laten leiden. Een veilingnotaris treedt op als regisseur in de executieprocedure en dient zich op grond van artikel 17 lid 1 Wna onpartijdig op te stellen jegens alle bij de executie betrokkenen, zoals in dit geval ook klagers. Dat heeft de notaris in onvoldoende mate gedaan. De kamer is van oordeel dat de notaris door haar hiervoor geschetste handelwijze niet heeft gehandeld zoals een zorgvuldig notaris betaamt en de belangen van klagers ernstig heeft veronachtzaamd. Daarmee heeft de notaris het vertrouwen in het notariaat schade toegebracht. Gelet op de ernst van de klachten acht de kamer de maatregel van schorsing in de uitoefening van het ambt voor de duur van drie weken passend en geboden.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2019:11 Kamer voor het notariaat Amsterdam 656549/NT 18-52

    Het niet tijdig passeren van de splitsings- en leveringsakte is niet toe te rekenen aan de notaris; de vertraging is door toedoen van klager c.s. zelf ontstaan. De zorgplicht van een notaris gaat niet zo ver dat hij een voorbehoud in een overeenkomst moet opnemen waar dat niet tussen partijen is overeengekomen, zeker niet waar dat voorbehoud niet nodig blijkt te zijn en de nadien bij klager ontstane twijfel over de noodzaak van een vergunning (onder meer) is terug te voeren op onjuiste veronderstellingen van klager zelf. Klacht ongegrond. Klager is niet-ontvankelijk in zijn klacht over de declaratie van de notaris.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:38 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/345635 / KL RK 18-171

    De kamer stelt vast dat de notaris de onder 2.1 en 2.2 van onderhavige beslissing geschetste constructie juridisch correct heeft geduid. Nadat zij de statuten van de Woonvereniging en de overige notariële stukken had geraadpleegd en had bemerkt dat het bestuur van de Woonvereniging niet over een ledenregister beschikte, voorts de administrateur - de inmiddels failliet verklaarde [E] - de inning van de door de leden verschuldigde gelden niet op orde had, en ten slotte de vereiste goedkeuring van de leden - noodzakelijk voor de verkoop en levering van het appartementsrecht - ontbrak, heeft zij nogmaals overleg gevoerd met het bestuur van de Woonvereniging, de Bank, de makelaar en de verkoper en koper en vervolgens de voor de verkoop en levering van het appartementsrecht vereiste maatregelen heeft getroffen.   Dat de notaris dan op 4 april 2018 om de ontbrekende gegevens heeft verzocht kan haar niet worden verweten, gelet op de hiervoor geschetste onvoorziene omstandigheden, die immers in de risicosfeer van de verkopende partij en niet bij de notaris lagen. Vervolgens heeft de notaris ervoor gezorgd dat de achterstallige bedragen - zoals deze ook zijn vermeld op de tweede gecorrigeerde eindafrekening - alsnog door de leden werden voldaan, dat de hypothecaire lening kon worden afgelost zodat royement door de Bank aan de Woonvereniging kon worden verleend en dat goedkeuring door de leden van de Woonvereniging aan de verkoop en levering van het appartementsrecht werd gegeven. Dat daaruit een latere transportdatum voortvloeide dan in eerste instantie in de koopovereenkomst was overeengekomen, en dat de kopende partij, [G], er voor koos om verkoper vervolgens in gebreke te stellen terwijl hij wel op de hoogte was van het uitgestelde transport, kan de notaris uiteraard evenmin worden verweten.    

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:14 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-03

    Klaagster heeft nooit opdracht gegeven.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:15 Kamer voor het notariaat Den Haag 18-85

    Klaagster heeft altijd in de veronderstelling verkeerd dat, conform de geldleningsovereenkomst de rente over het door klaagster geleende bedrag moest worden voldaan in jaarlijkse termijnen bij achterafbetaling en voor het eerst op 31 december 2026. Er is nooit een aanleiding geweest om aan deze datum te twijfelen. Op 17 december 2018 heeft de notaris een proces-verbaal van verbetering gepasseerd, wegens het constateren van een kennelijke misslag. De datum van eerste rentebetaling diende 31 december 2016 te zijn.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:16 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-17

    Verzet is gegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:17 Kamer voor het notariaat Den Haag 18-56

    Klaagster verwijt de notaris het volgende: 1. de notaris heeft in haar begeleiding van de vereffenaars hen er niet van weerhouden de regels te schenden ;   2. de notaris heeft geweigerd klaagster (en ook haar moeder) te horen en heeft een éénzijdig gesprek gevoerd met de adviseur van de vereffenaars, die bevriend is met hun advocaat ;   3. de notaris heeft geen budget, maar zij heeft ook niet de wil om klaagster te horen ;   4. op 28 september 2017 was er in de woning van een familievriend een bijeenkomst belegd. Wat zou de bedoeling zijn van deze genoemde bijeenkomst als er al op 19 en 20 juli 2017 overeenstemming bereikt was;   5. de notaris heeft geweigerd de rol van regievoerend boedelnotaris op zich te nemen, toen bleek dat de vereffenaars steeds verder regelschendend optraden. De notaris heeft dit toegelaten ;   6. pas na bemiddeling van de bestuursvoorzitter van het kantoor van de notaris kreeg klaagster de notaris op 28 november 2017 te spreken. In dat gesprek heeft de notaris erkend dat de situatie uit de hand was gelopen en dat de vereffenaars slechts een “aandenken” hadden bedongen. Pas na dat gesprek voelt klaagster zich gehoord door de notaris.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:31 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/347902 KL RK 19-4 C/05/347903 KL RK 19-5

      1.     De notaris was ten tijde van de inschrijving van de koopovereenkomst in de openbare registers niet gehouden te controleren – gezien de minderjarigheid van de erfgename – of hiervoor de toestemming van de kantonrechter was verleend.   2.     Er is sprake van een situatie als genoemd in de aanbeveling van de KNB voor (quasi) Baarns beslag situaties. De kandidaat-notaris heeft conform de aanbeveling gehandeld.  3.     De kandidaat-notaris had geen aanleiding om te twijfelen aan de koopsom voor het woonhuis. 4.     De kandidaat-notaris mocht op grond van de door de wettelijk vertegenwoordiger – ten tijde van de minderjarigheid van de erfgename – verleende volmacht niet overgaan tot het passeren van de akte van levering. De erfgename was ten tijde van het passeren van de akte meerderjarig. Dit klachtonderdeel is gegrond verklaard. 5.     De kandidaat-notaris heeft niet getracht op slinkse wijze onder de beslaglegging die op het woonhuis lag, uit te komen.  6.     De kandidaat-notaris maakt geen deel uit van een criminele organisatie. De kamer acht een dergelijke vergelijking ongepast.