Zoekresultaten 391-400 van de 20498 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:53 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-900/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart de klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:47 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-852/AL/NN

    Voorzittersbeslissing over klacht tegen deken. Uit de namens verweerster met klaagster gevoerde correspondentie is de voorzitter gebleken dat verweerster voorafgaand aan de aanwijzing van mr. B als advocaat van klaagster op grond van artikel 13 Advocatenwet gedegen onderzoek naar de geschiktheid van mr. B heeft gedaan. De voorzitter is verder uit de stukken gebleken dat verweerster na de aanwijzing van mr. B als advocaat de gemaakte keuze op uitvoerige wijze aan klaagster heeft toegelicht. Ook heeft verweerster, totdat een klacht tegen haar werd ingediend, op verschillende manieren geprobeerd om met klaagster uit de ontstane impasse te komen. Dat klaagster desondanks en om haar moverende redenen niet instemde met de aanwijzing van mr. B kan zo zijn, maar maakt het handelen van verweerster nog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verweerster en haar stafjurist hebben naar het oordeel van de voorzitter immers gedaan wat van hen verwacht mocht worden in de gegeven omstandigheden. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:48 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-859/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij van klaagster in civiel geschil. Verweerder heeft als partijdig advocaat de grenzen van de hem toekomende vrijheid niet overschreden. Hij heeft na eigen onderzoek een uitgebreid verweer in de bodemprocedure noodzakelijk geoordeeld als ook het opstarten van een kort geding tegen klaagster. Niet is gebleken dat daarbij sprake is geweest van onnodig en kansloos procederen of onnodig tijd rekken door verweerder of dat verweerder zijn eigen financiële belangen daarbij voorop heeft gesteld. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:49 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-387/AL/GLD

    Klacht over advocaat wederpartij. Klaagster klaagt erover dat aan de zijde van verweerder sprake is van belangenverstrengeling. Ook zou verweerder onjuiste informatie hebben verstrekt en zou hij niet hebben gezocht naar een minnelijke oplossing. Van de gestelde verwijten is de raad niet gebleken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:65 Hof van Discipline 's Gravenhage 230144

    Aan de klacht ligt een geschil ten grondslag tussen twee broers die ieder voor de helft eigenaar waren van een groot concern. Verweerder was aanvankelijk advocaat van een van de dochters in het concern. Hij werd ingeschakeld voor alledaagse juridische zaken. Vanaf november 2018 raakte verweerder op de hoogte van het geschil tussen de broers, dat tot een impasse in de besluitvorming binnen het concern leidde, althans dreigde te leiden. Vanaf dat moment is verweerder ook in dat geschil gaan adviseren. Hij deed dat in ieder geval in opdracht van de dochter, daarbij vertegenwoordigd door één van beide broers. Die broer was steeds de contactpersoon van verweerder geweest. Daarnaast had verweerder ook veelvuldig contact met de adviseurs die diezelfde broer in het geschil, onder wie de advocaat van die broer in privé. Klager in deze zaak is de andere broer. Hij verwijt verweerder terecht dat hij hem niet heeft geïnformeerd over de adviezen die verweerder als advocaat van de vennootschappen in het aandeelhouders- en bestuurdersgeschil gaf aan zijn broer. Klager verwijt verweerder verder ook terecht dat hij ook optrad als privé-adviseur van zijn broer. Het hof vindt de door de raad opgelegde berisping te zwaar. De verweten gedragingen vonden plaats in de context van een grote onderneming die stuurloos dreigde te raken. Waarschuwing,

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:66 Hof van Discipline 's Gravenhage 240052

    Klacht tegen een deken niet verwezen door de voorzitter. De klacht niet duidelijk en niet concreet onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:50 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-864/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart de klacht van klager kennelijk ongegrond.  

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:67 Hof van Discipline 's Gravenhage 240047

    Klacht tegen een deken niet verwezen door de voorzitter. De klacht is niet duidelijk en niet concreet onderbouwd. Verder geldt dat een klacht tegen een deken geen middel is om de inhoud van een dekenvisie in een andere zaak ter discussie te stellen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:48 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-770/DH/RO

    Beslissing tot ambtshalve voortzetting.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:51 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-722/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. In deze zaak verwijt klager verweerder dat aan diens zijde sprake is van belangenverstrengeling. Ook zou verweerder zich niet hebben ingezet om een minnelijke regeling te bereiken, zou hij feiten stellen waarvan hij de onjuistheid kende of had moeten kennen en zou hij zich onnodig grievend tegenover klager hebben uitgelaten. Dat verweerder ooit de bewindvoerder over het vermogen van de ex-partner van klager heeft bijgestaan en nu de ex-partner bijstaat maakt naar het oordeel van de raad niet dat sprake is van een belangenverstrengeling. Er is een minnelijke regeling tot stand gekomen toen ook klager een advocaat had ingeschakeld. Het verwijt dat verweerder zich niet heeft ingezet om een minnelijke regeling te bereiken is dan ook ongegrond. Ook het klachtonderdeel betreffende het stellen van onjuiste feiten is ongegrond, nu een vergissing in een in de dagvaarding vermelde datum in dit geval niet als zodanig kwalificeert. Verder is gebleken dat verweerder zich grievend jegens klager heeft uitgelaten. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond.