Zoekresultaten 631-640 van de 1382 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:14 Accountantskamer Zwolle 15/853 Wtra AK

      Het staat een accountant in het algemeen vrij civielrechtelijke rechtsmaatregelen te nemen tegen een cliënt die zijn declaraties niet betaalt, maar daarbij dient hij een zorgvuldige belangenafweging te maken tussen zijn eigen belang, te weten betaling van zijn declaraties, en de (voor hem kenbare) belangen van die cliënt, die als gevolg van die te nemen rechtsmaatregelen (kunnen) worden geschaad. Daarbij moet aangetekend worden dat het aanvragen van een faillissement een zeer vergaande rechtsmaatregel is, welke niet lichtvaardig door de accountant mag worden ingezet. Gelet op de voorafgaande (invorderings)maatregelen van betrokkene en gelet op het relatief lange tijdsverloop alvorens de gewraakte faillissementsaanvraag is gedaan, is de Accountantskamer van oordeel dat betrokkene in het onderhavige geval de hiervoor vermelde afweging juist heeft gemaakt en dat hij niet lichtvaardig het faillissement van klager heeft aangevraagd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:12 Accountantskamer Zwolle 15/822 en 823 Wtra AK

      Datgene waarvan betrokkenen klager en zijn echtgenote betichten, is het niet naleven van het in de managementovereenkomst vermelde relatie- en concurrentiebeding. Dat handelen rechtvaardigt naar het oordeel van de Accountantskamer niet het gebruik van het woord “malversaties”. Dat impliceert immers dat er sprake is van verduistering van toevertrouwde gelden of van fraude. Om die reden hadden betrokkenen zich van deze uitlating moeten onthouden. Dat handelen rechtvaardigt evenmin de kwalificatie “stelen”, zeker niet gelet op het toen al gegeven oordeel van de voorzieningenrechter over dat handelen. Een en ander levert strijd op het fundamentele beginsel van integriteit dat vergt dat de waarheid geen geweld wordt aangedaan.    

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:13 Accountantskamer Zwolle 15/1903 Wtra AK

      Niet aannemelijk geworden dat betrokkene niet of onvoldoende inlichtingen zou hebben verschaft aan een door de Ondernemingskamer benoemde deskundige, die onderzoek moest doen inzake een geschil tussen familieleden/aandeelhouders m.b.t. de familie-bv. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:10 Accountantskamer Zwolle 15/1230 Wtra AK

    Klacht over waardering pensioenvoorzieningen voor zover ontvankelijk, ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:11 Accountantskamer Zwolle 15/597 Wtra AK

      De Accountantskamer herhaalt dat een openbaar accountant van een entiteit met twee of meer bestuurders/aandeelhouders die optreedt voor die entiteit én die bestuurders/aandeelhouders, op grond van de VGC en haar opvolgster de VGBA, voortdurend bedacht moet zijn op mogelijke bedreigingen voor de naleving van de fundamentele beginselen. Doen zich op enig moment bedreigingen voor het niet naleven van de fundamentele beginselen voor, dan dient de accountant een toereikende maatregel te nemen, die ertoe leidt dat hij zich aan de fundamentele beginselen houdt. De gesignaleerde bedreiging(en), de beoordeling daarvan, de toegepaste maatregel(en) en de conclusie dient de accountant schriftelijk vast te leggen. Uit de fundamentele beginselen vloeit niet als algemene regel voort dat een accountant zich na (en vanwege) het ontstaan van een (niet aanstonds overbrugbaar) belangenconflict tussen de bestuurders/aandeelhouders van een entiteit altijd (zo spoedig mogelijk) dient terug te trekken als accountant van én de entiteit én de bestuurders/aandeelhouders. Dat neemt niet weg dat er zich situaties kunnen voordoen waarin volledig terugtrekken als accountant van én de bestuurders/aandeelhouders én de entiteit geboden is. Naleving van het fundamentele beginsel van objectiviteit (die in het gedrang kan komen bij het verrichten van werkzaamheden in het kader van een gerezen geschil tussen een cliënt en een voormalige cliënt, welke werkzaamheden een rol kunnen spelen in de beslechting van dat geschil) vergde in dit geval dat betrokkene zich ervan vergewist had of klagers toen werden bijgestaan door een andere accountant en/of een waarderingsdeskundige.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:9 Accountantskamer Zwolle 15/1493 Wtra AK

      Teruggave controle-opdracht. Verschil van inzicht van de opvolgende externe accountant inzake materiële posten. Opvolgend controlerend accountant heeft na zijn interimcontrole ernstige bedenkingen t.a.v. onder meer in de vorige jaarrekeningen doorgevoerde impairments op onroerend goed en de post ‘Overige schulden’ in de te controleren jaarrekening 2014 en acht zich genoodzaakt te onderzoeken in hoeverre foutherstel geboden is. De cliënt/klager wil niet meewerken aan nader onderzoek, althans wil voor het benodigde meerwerk, mede gezien de offerte bij aanvang van de opdracht, niet betalen. De Accountantskamer stelt vast dat betrokkene bij herhaling aan klager heeft meegedeeld, dat de informatie waarover hij beschikte, ontoereikend was om een controleverklaring bij de jaarrekening 2014 af te kunnen geven. Betrokkene heeft klager meerdere malen verzocht om toestemming voor het verrichten van meerwerk, teneinde afdoende controle-informatie te verkrijgen, echter klager heeft dit consequent geweigerd. Onder deze omstandigheden kan niet van een accountant worden verwacht dat hij desondanks nadere controle-informatie tracht te verkrijgen. Nu de posten betreffende de waardering van het onroerend goed en de post ‘Overige schulden’, waarvoor betrokkene over onvoldoende controle-informatie beschikte, zowel van materieel belang zouden kunnen zijn als een diepgaande invloed zouden kunnen hebben, heeft betrokkene terecht conform randnummer 13 sub b onder i NVCOS 705, nu dat ook praktisch uitvoerbaar was, de controle-opdracht teruggegeven. Geen rechtsregel bepaalt dat betrokkene geen standpunt mag innemen dat afwijkt van de mening en het oordeel van de externe accountant die de vorige jaarrekeningen heeft gecontroleerd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:8 Accountantskamer Zwolle 15/854 Wtra AK

    De verantwoordelijkheid van de controlerend accountant met betrekking tot fraude in de te controleren jaarrekening. In casu post onderhanden werk stelselmatig te hoog in de administratie opgenomen. Gezien de feitelijke omstandigheden, waarbij betrokkene gebruik heeft gemaakt van informatie (een totaallijst van onderhanden werken) afkomstig van de te controleren entiteit, had hij meer controle-informatie moeten verkrijgen over de nauwkeurigheid en de volledigheid van de verschafte lijst. Klacht gegrond; waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:7 Accountantskamer Zwolle 15/1867 en 15/1868 Wtra AK

    De Accountantskamer is van oordeel dat klagers ten tijde van het feitelijk handelen en/of nalaten van betrokkenen dan wel zeer kort daarna daarvan hebben kunnen kennisnemen. Klagers hebben daarom meer dan drie jaar voor de indiening van het klaagschrift (redelijkerwijs) kunnen constateren dat er sprake was het verlenen van diensten aan partijen met tegengestelde belangen, van (mogelijke) zelftoetsing en het (mogelijk) niet eerbiedigen van het vertrouwelijke karakter van verkregen informatie, van (mogelijk) eigen belang van het kantoor van betrokkenen en van vertrouwdheid. De klacht is daarom niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:6 Accountantskamer Zwolle 15/2076, 2123 en 2124 en 16/243 en 244 Wtra AK

      Late aanvulling van de klacht in het zicht van de al bepaalde mondelinge behandeling. Beslissing tot afsplitsing van de behandeling van de aangevulde klacht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:4 Accountantskamer Zwolle 15/1432 Wtra AK

      In daags voor de zitting ingekomen verduidelijking van de klacht wordt aangevoerd dat betrokkene zich had dienen te realiseren voor welk doel de uitkomsten van zijn werkzaamheden gebruikt zouden worden. Deze stellingen kunnen niet worden beschouwd als een te late en daarom ongeoorloofde uitbreiding van de klacht, omdat de deugdelijkheid van verrichte werkzaamheden altijd mede moet worden beoordeeld aan de hand van de gemaakte afspraken over het doel van die werkzaamheden en over de beperkingen die mogelijk aan die werkzaamheden of de uitkomst daarvan kleven. Het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid brengt mee dat een accountant, die werkzaamheden op zich neemt, zich ten allen tijde, voordat hij met die werkzaamheden aanvangt en ongeacht of die werkzaamheden onder enige standaard vallen, rekenschap geeft van en volstrekte duidelijkheid schept over het doel daarvan. Betrokkene heeft dat niet gedaan. Van betrokkene had voorts gevergd kunnen worden dat hij schriftelijk duidelijk had gemaakt dat hij indicatieve waarderingen en conceptberekeningen had vervaardigd. Ook als kennis wordt gegeven van indicatieve waarderingen van ondernemingen en van conceptberekeningen, moet, als er meer methoden bestaan om een onderneming te waarderen, op heldere wijze uiteen worden gezet welke methode is gehanteerd en waarom voor een bepaalde methode is gekozen, hoe een (concept)berekening tot stand is gekomen en welke gegevens daarbij in aanmerking zijn genomen en welke aannames daarbij zijn gehanteerd. Als er voor een voldragen waardering en berekening nog onvoldoende gegevens beschikbaar zijn, moet dat uiteraard vermeld worden. Berisping.