Zoekresultaten 1421-1430 van de 40639 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4482

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager meent dat er door de huisarts, die de eigen huisarts van klager vanwege afwezigheid verving, niet is geluisterd naar de hulpvraag van hem en zijn echtgenote over de gezondheid van hun tweejarige dochter, en dat er niet is meegedacht in het behandelen van de klachten. Ook verwijt hij de huisarts dat de door klager en zijn echtgenote gevraagde verwijzing naar een specialist ten onrechte is geweigerd. Het college is van oordeel dat de handelwijze van de huisarts getuigt van een voldoende zorgvuldige aanpak. De triage door de assistente tijdens het eerste telefoongesprek is uitgebreid geweest, er bleek geen sprake van een spoedeisende situatie, er heeft overleg plaatsgevonden en de huisarts heeft het dossier van de dochter gelezen. Tijdens een tweede telefoongesprek is nog gevraagd naar veranderde omstandigheden. Dat de huisarts de gevraagde verwijsbrief niet heeft verstrekt kan onder deze omstandigheden niet als onzorgvuldig worden beschouwd. Voor de juistheid van de stelling van klager dat juiste, passende en adequate zorg categorisch is geweigerd ziet het college geen aanknopingspunten. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:33 Raad van Discipline Amsterdam 22-832/A/A 22-833/A/A

    klacht eigen advocaat. Verweersters hebben voldoende hebben onderbouwd dat in het intake gesprek het recht op gefinancierde rechtsbijstand met klaagster is besproken. Daarvoor is het whatsapp-bericht dat klaagster nadien stuurde en dat zij niet kan verklaren, mede redengevend. Tegen de achtergrond van het aanbod van verweersters, dat zij klaagster zullen vrijstellen van betaling van de openstaande facturen en de reeds betaalde facturen zullen terugbetalen indien klaagster alsnog de stukken overlegt waaruit blijkt dat zij in 2020 inderdaad recht had op gefinancierde rechtsbijstand, oordeelt de raad dit klachtonderdeel ongegrond. Ook de klacht over excessief declareren is ongegrond, de in rekening gebrachte uren noch de uurtarieven zijn als excessief aan te merken. Hoewel de declaratie aanzienlijk hoger is uitgevallen dan vooraf verwacht, maakt dat niet dat de declaratie dus excessief is.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:27 Raad van Discipline Amsterdam 23-079/A/DH/W

    Wrakingsverzoek kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4084

    Gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is van mening dat de (waarnemend) huisarts laks met haar acute oogklachten is omgegaan. Zij neemt het hem kwalijk dat hij geen belang heeft gehecht aan haar verzoek een verwijsbrief te sturen voor haar oogarts en dat ook niet heeft gedaan, waardoor pas laat serieus naar haar klachten is gekeken. Het college is van oordeel dat de huisarts juist heeft gehandeld door onmiddellijk (telefonisch) contact op te nemen met het academisch medisch centrum waar klaagster was behandeld en met de oogkliniek waar klaagster patiënt is. Daarmee hield de verantwoordelijkheid van de huisarts evenwel niet op. Het enkel neerleggen van de casus bij de specialist, volstaat in dit geval niet. Nu niet duidelijk was wat er aan de hand was, was het de verantwoordelijkheid van de huisarts om zich er in samenspraak met de specialist van te verzekeren dat zijn (voorlopige) inschatting van de situatie en daarmee de verwijzing, juist was, en dat daaraan een goed gevolg werd gegeven. Gebleken is dat de huisarts zich daarvan niet bewust is (geweest) en hij op dat punt tekort is geschoten. Het college verklaart de klacht gegrond en legt de huisarts de maatregel van een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:34 Raad van Discipline Amsterdam 22-853/A/A

    Ongegronde klacht tegen eigen advocaat. Van klachtwaardig handelen zijdens verweerder is de raad niet gebleken; uit de overgelegde stukken blijkt dat verweerder wel degelijk overleg heeft gevoerd met klager en stukken heeft meegenomen in de procedure.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:28 Raad van Discipline Amsterdam 23-011/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij in een familierechtzaak.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:11 Accountantskamer Zwolle 22/928 Wtra AK

    Klacht gedeeltelijk gegrond, tijdelijke doorhaling voor de duur van één maand. Klager en betrokkene waren partners bij hetzelfde accountantskantoor. Klager is per 1 januari 2021 vertrokken naar een ander accountantskantoor en heeft zijn klantenportefeuille meegenomen. Betrokkene heeft vanaf januari 2021 uitkeringen op grond van de NOW en TVL aangevraagd voor zijn accountantskantoor. Klager verwijt betrokkene dat hij deze uitkeringen ten onrechte heeft aangevraagd en dat hij bij de waardering van de aandelen van klager een verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven door deze uitkeringen niet in zijn prognose over 2021 op te nemen. De Accountantskamer overweegt dat klager gemotiveerd en met stukken onderbouwd heeft gesteld dat betrokkene ten onrechte NOW-uitkeringen heeft aangevraagd, waardoor het op de weg van betrokkene lag om daartegen gemotiveerd verweer te voeren. Betrokkene heeft dat niet gedaan. Hij heeft alleen ontkend dat hij deze uitkeringen ten onrechte heeft aangevraagd, maar heeft niet willen uitleggen waar deze aanvraag op is gebaseerd. De Accountantskamer komt daarom tot de conclusie dat in deze tuchtprocedure aangenomen moet worden dat betrokkene NOW-uitkeringen heeft aangevraagd zonder dat aan de voorwaarden van de NOW is voldaan. De klacht is in zoverre gegrond. Voor het overige is de klacht ongegrond, omdat klager met betrekking tot de aangevraagde TVL-uitkering onvoldoende heeft gesteld om aan te kunnen nemen dat deze ten onrechte is aangevraagd. Daarnaast kan het standpunt van betrokkene dat de NOW- en TVL-uitkeringen niet in de prognose over 2021 hoefden te worden opgenomen worden beschouwd als een verdedigbaar civielrechtelijk standpunt.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:29 Raad van Discipline Amsterdam 23-010/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij. De klacht is gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk, omdat klager geen rechtstreeks belang heeft bij de (aard van) de afspraken tussen zijn wederpartij en diens advocaat. Verder is de klacht kennelijk ongegrond; verweerder mocht als partijdige belangenbehartiger namens zijn cliënt een kort geding starten, ook al was klager ziek en veroorzaakte het kort geding stress bij klager.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5197

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een fysiotherapeut. Klager verwijt de fysiotherapeut dat deze geen melding heeft gemaakt op grond van artikel 11 Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). De voorzitter acht klager niet rechtstreeks belanghebbend. Klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4090

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft samen met zijn ex-vrouw het ouderlijk gezag over zijn dochter. Klager verwijt de huisarts hem onvoldoende te informeren en hem onvoldoende in de gelegenheid te stellen mee te beslissen over medische behandelingen van zijn dochter. Het college is van oordeel dat de huisarts met het verstrekken van het medisch dossier – bijna twintig maanden na het eerste verzoek daartoe – ruimschoot te laat was, de klacht is in zoverre gegrond. Het binnen een dag (of maximaal enkele dagen) na een verzoek daartoe informeren van klager, zoals hij graag zou zien, acht het college niet werkbaar. Het eens per drie maanden verstrekken van het medisch dossier, zoals de huisarts nu doet, is een passende handelwijze. Klager verwijt de huisarts daarnaast dat zij weigert een tweegesprek (alleen met klager, buiten aanwezigheid van zijn ex-vrouw) aan te gaan. Het college oordeelt hierover dat een driegesprek (met beide ouders) de meest efficiënte en transparante manier van informatieoverdracht is en de enige manier om te voorkomen dat er (nog meer) ‘ruis op de lijn ontstaat’. Tot slot is het college van oordeel dat de huisarts een andere afweging had moeten maken met betrekking tot het informeren en consulteren van klager over een doorverwijzing van zijn dochter naar een dermatoloog. Zij had klager actiever (vooraf) moeten betrekken bij de besluitvorming. Het college verklaart de klacht deels gegrond en legt de huisarts de maatregel van een waarschuwing op.