Zoekresultaten 1411-1420 van de 40639 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2022:387 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-686/AL/MN

    De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:13 Accountantskamer Zwolle 22/1097 Wtra AK

    Een accountant heeft jaarrekeningen van een onderneming samengesteld op basis van het microregime terwijl het regime voor kleine rechtspersonen van toepassing is. De klacht wordt gegrond verklaard en aan de accountant wordt de maatregel van berisping opgelegd. De accountant heeft door jaarrekeningen op te stellen volgens een regime dat op grond van de wettelijke bepalingen niet van toepassing is, gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:30 Raad van Discipline Amsterdam 23-027/A/A 23-028/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Daarnaast heeft verweerster zich op zorgvuldige wijze aan de zaak onttrokken. Ook de klacht over verweerder als klachtenfunctionaris is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5198

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een fysiotherapeut. Klager verwijt de fysiotherapeut dat deze geen melding heeft gemaakt op grond van artikel 11 Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). De voorzitter acht klager niet rechtstreeks belanghebbend. Klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4091

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft samen met zijn ex-vrouw het ouderlijk gezag over zijn dochter. Klager verwijt de huisarts hem onvoldoende te informeren en hem onvoldoende in de gelegenheid te stellen mee te beslissen over medische behandelingen van zijn dochter. Het college is van oordeel dat de huisarts met het verstrekken van het medisch dossier – bijna twintig maanden na het eerste verzoek daartoe – ruimschoot te laat was, de klacht is in zoverre gegrond. Het binnen een dag (of maximaal enkele dagen) na een verzoek daartoe informeren van klager, zoals hij graag zou zien, acht het college niet werkbaar. Het eens per drie maanden verstrekken van het medisch dossier, zoals de huisarts nu doet, is een passende handelwijze. Klager verwijt de huisarts daarnaast dat zij weigert een tweegesprek (alleen met klager, buiten aanwezigheid van zijn ex-vrouw) aan te gaan. Het college oordeelt hierover dat een driegesprek (met beide ouders) de meest efficiënte en transparante manier van informatieoverdracht is en de enige manier om te voorkomen dat er (nog meer) ‘ruis op de lijn ontstaat’. Tot slot is het college van oordeel dat de huisarts een andere afweging had moeten maken met betrekking tot het informeren en consulteren van klager over een doorverwijzing van zijn dochter naar een dermatoloog. Zij had klager actiever (vooraf) moeten betrekken bij de besluitvorming. Het college verklaart de klacht deels gegrond en legt de huisarts de maatregel van een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:14 Accountantskamer Zwolle 22/1028 Wtra AK

    Betrokkene heeft in het kader van een civielrechtelijk geschil, op verzoek van een van de partijen in dat geschil, een rapport opgesteld. In dit rapport heeft betrokkene een financiële analyse gemaakt. Klaagster meent dat betrokkene zich daarbij ten onrechte naar de wensen van haar opdrachtgever heeft gericht. De klacht is ongegrond. Betrokkene heeft zich bij de door haar verrichte cijfermatige analyse terecht gericht naar de door het gerechtshof Amsterdam gegeven uitleg van de winstrechtenovereenkomst. Betrokkene heeft zich gelet op het puur cijfermatige karakter van de uit te voeren analyse en omdat zij in haar rapport geen conclusies trok, op het standpunt mogen stellen dat hoor en wederhoor in dit geval niet noodzakelijk was ter verkrijging van een deugdelijke grondslag voor haar rapport.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:31 Raad van Discipline Amsterdam 23-021/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond, omdat de feitelijke grondslag van de klacht ontbreekt.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5199

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een fysiotherapeut. Klager verwijt de fysiotherapeut dat deze geen melding heeft gemaakt op grond van artikel 11 Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). De voorzitter acht klager niet rechtstreeks belanghebbend. Klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4609

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat zij de voormalig persoonlijk begeleider van klager bij een GGZ-instelling beschermt ten koste van klager en dat zij hem als patiënt verwaarloost. Ook verwijt hij haar met zijn dossier te hebben geknoeid en medisch bewijs te hebben verduisterd, om hem in een kwaad daglicht te stellen. Tot slot verwijt klager de huisarts dat zij een overstap naar een andere huisarts zou blokkeren. Voor het vermoeden van klager dat de huisarts een rol speelt in het conflict tussen klager en zijn voormalig persoonlijk begeleider bij de GGZ-instelling, kan het college in het dossier geen aanwijzingen vinden. Ditzelfde geldt voor de stelling dat sprake is van verduistering van medisch bewijs. Voor zover klager met ‘knoeien’ bedoelt dat de huisarts de in het verleden door de GGZ gestelde diagnose ‘depressie’ in het dossier heeft veranderd in ‘zenuwinzinking’, merkt het college op dat dit na herhaalde verzoeken van klager is gedaan. Dat de huisarts klager zou hebben weerhouden van een overstap naar een andere huisarts is evenmin gebleken. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:32 Raad van Discipline Amsterdam 22-683/A/A

    klacht eigen advocaat. Verweerder heeft het aanzien van de advocatuur geschaad door ruim een jaar niet op e-mails van de rechtsbijstandverzekeraar te reageren en geen gehoor te geven aan terugbelverzoeken. Nu verweerder uit de e-mails van de rechtsbijstandverzekeraar had kunnen begrijpen dat de informatieverzoeken zagen op het dossier van klaagster, alsmede dat klaagster kennelijk niet op de hoogte was van (de inhoud van) de beschikkingen van het hof, had verweerder zowel met de rechtsbijstandverzekeraar als met klaagster contact moeten opnemen. Door in zijn geheel niet te reageren op de verzoeken van klaagster en/of de rechtsbijstandverzekeraar, heeft verweerder niet de zorgvuldigheid betracht die van hem verwacht mocht worden. Verweerder heeft daarmee tevens gehandeld in strijd met de voorwaarde voor de voorwaardelijke schorsing waarvan de proeftijd nog niet was verstreken ten tijde van het handelen van verweerder. Verweerder dient daarom rekening houden met de mogelijkheid dat (verzocht zal worden dat) de voorwaardelijke schorsing alsnog ten uitvoer gelegd zal worden.