ECLI:NL:TGZRAMS:2023:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5199

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2023:54
Datum uitspraak: 24-02-2023
Datum publicatie: 24-02-2023
Zaaknummer(s): A2022/5199
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een fysiotherapeut. Klager verwijt de fysiotherapeut dat deze geen melding heeft gemaakt op grond van artikel 11 Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). De voorzitter acht klager niet rechtstreeks belanghebbend. Klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.

A2022/5199

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM

Voorzittersbeslissing van 24 februari 2023 naar aanleiding van de klacht van:

A,
wonende te B, klager,

tegen

C,
fysiotherapeut, werkzaam te B,
hierna: de fysiotherapeut.

1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-  het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 16 december 2022.

2. De overwegingen
2.1   Klager heeft namens zijn voormalige partner eerder een klacht ingediend tegen een collega van 
de fysiotherapeut vanwege seksueel grensoverschrijdend gedrag jegens deze partner. In die zaak, met 
kenmerk A2022/4167, is inmiddels uitspraak gedaan, waarbij de klacht gegrond is verklaard. Klager 
dient nu een klacht in tegen de fysiotherapeut, die werkzaam is in de praktijk van zijn collega 
tegen wie de eerdere klacht was gericht. Klager verwijt de fysiotherapeut dat hij geen melding 
heeft gedaan bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd van het seksueel grensoverschrijdende gedrag 
door zijn collega zoals bedoeld in artikel 11 Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).

Rechtstreeks belanghebbende
2.2   De voorzitter moet beoordelen of klager in zijn klacht kan worden ontvangen. Artikel 65, 
eerste lid, onder a, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (hierna: Wet BIG) 
bepaalt dat een klacht moet worden ingediend door een rechtstreeks belanghebbende. Daarmee wordt in 
ieder geval de patiënt of cliënt zelf bedoeld. In zoverre kan klager niet als rechtstreeks 
belanghebbende bij de klacht worden aangemerkt, omdat het grensoverschrijdende gedrag van de 
fysiotherapeut niet jegens klager zelf, maar jegens zijn voormalige partner heeft plaatsgevonden. 
In het verlengde daarvan heeft ook de melding van de betreffende gebeurtenissen geen betrekking op 
klager zelf. Niet is gebleken dat klager ook deze klacht indient namens zijn voormalige partner. 
Klager heeft verder niet gesteld op welke manier hij door het nalaten dat hij de fysiotherapeut 
verwijt persoonlijk en rechtstreeks is geraakt in een belang dat kan worden geplaatst in het kader van de individuele 
gezondheidszorg.

2.3  Uit het voorgaande volgt dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is.

3. De beslissing
De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gegeven door N.B. Verkleij, voorzitter, bijgestaan door E.A. Weiland, secretaris.