Zoekresultaten 12051-12060 van de 40506 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-138

      Ongegronde klacht tegen een arts. De zoon van klaagster is overleden tijdens een zwemactiviteit in een zwembad. Ter zitting is een deskundige door het College gehoord. De aangeklaagde arts, werkzaam als forensisch arts, heeft de lijkschouw zowel ter plaatse als in het mortuarium gedaan, heeft de benodigde informatie over de situatie bij het overlijden alsmede relevante gegevens uit de medische voorgeschiedenis ingewonnen en is op goede gronden tot de conclusie gekomen dat verdrinking tijdens een epileptische aanval het meest waarschijnlijke scenario was. De arts heeft een verklaring van een niet-natuurlijke dood afgegeven en heeft conform zijn opdracht de officier van justitie geïnformeerd. Een Nodok-onderzoek wordt in geval van verdrinking uitgesloten, dus heeft de arts deze niet kunnen dan wel behoren aan te vragen. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 220/2018

    Klacht tegen apotheker. Fout bij de levering van afbouwmedicatie, mede door de inrichting van het werkproces door verweerder. Klacht gegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:15 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-214

    Verzetbeslissing; verzet niet-ontvankelijk. Klaagster heeft verzet aangetekend tegen een voorzittersbeslissing. Zij heeft de termijn waarbinnen dat dient te gebeuren met één dag overschreden. Ter zitting heeft klaagster geen redenen aangevoerd waardoor deze overschrijding naar het oordeel van de Raad als verschoonbaar kan worden aangemerkt.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:262 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-684

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat niet-ontvankelijk wegens verjaring ex artikel 46g lid 1 onder a Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:19 Raad van Discipline Amsterdam 18-526/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:1 Kamer voor het notariaat Den Haag 18-53

    Ingevolge artikel 110 lid 1 van de Wet op het notarisambt (Wna) is klaagster op 10 mei 2016 een onderzoek gestart naar het handelen van de notaris. De conceptrapportage was op 25 juli 2016 gereed. De notaris heeft op 12 september 2016 een reactie gestuurd naar klaagster op de conceptrapportage. De definitieve rapportage was op 18 januari 2018 gereed.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:263 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-688

    De voorzitter oordeelt de klacht over onvoldoende kwaliteit in de dienstverlening in de letselschadezaak van klager, kennelijk ongegrond. Dat verweerster daarnaast op enig moment telefonisch overleg met klager wilde hebben, is niet klachtwaardig en in de gegeven omstandigheden niet onbegrijpelijk geweest. kennelijk ongegrond. 

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:257 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-066

    Klacht ten dele gegrond. De raad stelt voorop dat de tuchtrechter de kwaliteit van de dienstverlening aan een cliënt in volle omvang toetst maar daarbij rekening moet worden gehouden met de vrijheid die de advocaat heeft met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt en met de keuzes – zoals over procesrisico – waar de advocaat bij de behandeling van de zaak voor kan komen te staan. Deze vrijheid is niet onbeperkt, maar wordt begrensd door de eisen die aan de advocaat als opdrachtnemer in de uitvoering van de opdracht mogen worden gesteld en die met zich brengen dat zijn werk dient te voldoen aan datgene wat binnen de beroepsgroep als professionele standaard geldt. Die professionele standaard veronderstelt een handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat in de gegeven omstandigheden verwacht mag worden. Het ging om een letselschadezaak waarin door de rechter aan een deskundige de vraag was voorgelegd of de medische klachten het gevolg waren van medische fouten of andere factoren een rol speelden. De deskundige concludeert in zijn rapport dat de chirurg een medische fout heeft gemaakt maar dat het feit dat klager niet meer op de polikliniek is verschenen van invloed is geweest op het resultaat van de behandeling en dat indien klager wel zou zijn verschenen er meer onderzoek gedaan had kunnen worden waardoor wel de juiste diagnose gesteld had kunnen worden met als gevolg een beter resultaat van de behandeling. Tussen partijen staat vast dat door klager stukken waren aangedragen waarmee de onjuistheid van de aanname van de deskundige dat klager niet was verschenen kon worden aangetoond. Daarmee heeft verweerder in de stand waarin de zaak zich toen bevond echter niets gedaan. De raad is van oordeel dat verweerder een fout heeft gemaakt door deze stukken, ondanks de daartoe uitdrukkelijk door klager uitgesproken wens, niet aan de rechtbank door te zenden.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:2 Kamer voor het notariaat Den Haag 18-50

      De notaris heeft voor de derde maal een tekort in het aantal opleidingspunten, ondanks de herstelmogelijkheden. Klaagster acht dit tuchtklachtwaardig.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:20 Raad van Discipline Amsterdam 18-527/A/A

    Ongegrond verzet.